Utrechtenaar
Nederlands
Woordafbreking
- Utrech·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Utrechtenaar | Utrechtenaars Utrechtenaren |
verkleinwoord | Utrechtenaartje | Utrechtenaartjes |
Zelfstandig naamwoord
Utrechtenaar m
- (demoniem) een inwoner van Utrecht, of iemand afkomstig uit Utrecht
- (verouderd) een homoseksueel
Verwante begrippen
Demoniemen bij Utrecht in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Utrechtenaar, Utrechter • inwoonster: Utrechtse • bijvoeglijk: Utrechts, Utrechter |
Gangbaarheid
- Het woord Utrechtenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.