Pan

Nederlands

Niet te verwarren met: pan-, pan
Uitspraak
  • Geluid:  Pan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • Pan
enkelvoud meervoud
naamwoord Pan
verkleinwoord

Eigennaam

Pan

  1. een natuurgeest die speelt op een (pan)fluit

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.