Messias
Nederlands
Woordafbreking
- Mes·si·as
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘de Gezalfde’ voor het eerst aangetroffen in 1291 [1]
- Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie), letterlijk: 'gezalfd' [2]
- Hebreeuws: >masjach משיח vanwaar mesjiach, de gezalfde.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Messias | - |
verkleinwoord | - | - |
Opmerkingen
- Hoofdlettergebruik: als naam gebruikt: Messias; als titel: messias
Vertalingen
1. de in de joodse Tenach voorspelde Redder die door God gezonden zal worden en die door de christenen met Jezus gelijkgesteld wordt
Gangbaarheid
- Het woord Messias staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- "Messias" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.