Elfstedenkoorts
Nederlands
Woordafbreking
- Elf·ste·den·koorts
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van elf, stad (verwijzing naar de elf steden waarlangs de Elfstedentocht voert) en koorts met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Elfstedenkoorts | - |
verkleinwoord | Elfstedenkoortsje | - |
Zelfstandig naamwoord
Elfstedenkoorts
- enthousiasme voorafgaand aan of in afwachting van een mogelijke Elfstedentocht
- De Elfstedenkoorts loopt altijd op als het bestuur van de Friese Elfsteden met de rayonhoofden gaat vergaderen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord Elfstedenkoorts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.