Boekenweek
Nederlands
Woordafbreking
- Boe·ken·week
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boek en week met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Boekenweek | Boekenweken |
verkleinwoord | Boekenweekje | Boekenweekjes |
Zelfstandig naamwoord
Boekenweek v / m [1]
- periode van omstreeks een week waarin getracht wordt het lezen (en kopen!) van boeken te bevorderen
Afgeleide begrippen
- boekenweekessay, boekenweekgeschenk
Gangbaarheid
- Het woord Boekenweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boekenweek' (met kleine letter) herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.