100-jarig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  100-jarig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌhɔndərtˈjarəx/
Woordafbreking
  • 100-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen 100-jarig
verbogen 100-jarige
partitief 100-jarigs

Bijvoeglijk naamwoord

100-jarig

  1. een eeuw oud
    • Jaap Havekotte senior, grondlegger van schaatsfabriek Viking, leek overdonderd door de massale belangstelling voor zijn bijzondere verjaardag. (…) En dus zongen bijna vierhonderd prominenten uit de Nederlandse schaatshistorie ‘lang zal hij leven’ voor de 100-jarige ‘ome Jaap’. [2]
  1. betreffende een tijdsduur van honderd jaar
    • Met de aankoop van Gezicht op het IJ met ’s Lands Zeemagazijn door Reinier Nooms viert de Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum het 100-jarig jubileum. [3]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord 100-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.