-ees

Nederlands

Huidig
bestand
70
Uitspraak
  • Geluid:  -ees    (hulp, bestand)
  • IPA: /es/
Woordafbreking
  • -ees
Woordherkomst en -opbouw

Achtervoegsel

enkelvoud meervoud
naamwoord -ees -ezen
verkleinwoord -eesje -eesjes

-ees

  1. ter vorming van zelfstandige naamwoorden:
    1. (aardrijkskunde) m voor de bewoner van de geografische plaats of streek etc.
    2. o voor de taal die hoort bij het door het grondwoord bedoelde gebied
  2. ter vorming van geografische namen van bijvoeglijk naamwoorden met de betekenis:
    1. betreffende het door het grondwoord bedoelde gebied
    2. betreffende de taal van het door het grondwoord bedoelde gebied
Hyponiemen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.