chinees
Nederlands
Woordafbreking
- chi·nees
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chinees | chinezen |
verkleinwoord | chineesje | chineesjes |
Zelfstandig naamwoord
chinees m
- eten uit restaurant waar Chinese gerechten worden gemaakt
- De studenten kookten niet, maar aten meestal chinees.
- (afhaal)restaurant voor chinees eten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
chinezen |
chinees
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chinezen
- Ik chinees.
- gebiedende wijs van chinezen
- Chinees!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chinezen
- Chinees je?
Gangbaarheid
- Het woord chinees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'chinees' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.