-atrice

Nederlands

Huidig
bestand
36
Uitspraak
Woordafbreking
  • -a·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Frans (daarvoor van de Latijnse uitgang -rix)
enkelvoud meervoud
naamwoord -atrice -atrices
verkleinwoord -atricetje
-atriceje
-atricetjes
-atricejes

Achtervoegsel

-atrice v

  1. ter vorming van vrouwelijke persoonsnamen naast mannelijke persoonsnamen op -eur
  • met een werkwoord als grondwoord dan
  1. de vrouw die de genoemde handeling verricht (b.v. administratrice) of
  2. instrument of ander middel waarmee de in het grondwoord genoemde handeling wordt verricht b.v. generatrice
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • foniatrice, ornatrice

Gangbaarheid

  • Het woord '-atrice' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.