Ágota Kristóf
Ágota Kristóf (Csikvánd, 30 oktober 1935 – Neuchâtel, 27 juli 2011) was een in Zwitserland wonende auteur van Hongaarse afkomst. Kristóf publiceerde voornamelijk Franstalige romans. Het werk van Kristóf werd vertaald in ongeveer 40 talen.[1] Ágota Kristóf had een slechte gezondheid.
Ágota Kristóf
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 30 oktober 1935, Csikvánd | |||
Overleden | 27 juli 2011, Neuchâtel | |||
Land | * Hongarije - † Zwitserland | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1956–2006 | |||
Genre | roman, toneel, hoorspel | |||
Stroming | Postmoderne literatuur | |||
Bekende werken | Het dikke schrift, Het bewijs, De derde leugen | |||
Uitgeverij | Editions du Seuil, Paris van Gennep, Amsterdam | |||
Lijst van Franstalige schrijvers | ||||
|
Haar werk werd later ook in Hongarije in 2011 erkend met de Kossuthprijs, de Hongaarse staatsprijs voor literatuur. Ze is nog verschillende keren teruggeweest in haar geboorteland. Ze woonde tot haar dood in 2011 bij Neuchâtel.
Kristóf's broer Kristóf Attila is journalist en ook schrijver.
Biografie
Ágota Kristóf werd geboren in Hongarije als dochter van Kálmán Kristóf, onderwijzer en Antónia Turchányi. Zij en haar twee broers Jenő (Yano of Janó) en Attila (Tila) groeiden op nabij de Oostenrijkse grens in Kőszeg. Kristóf's vader bracht om politieke redenen een aantal jaren in de gevangenis door en het gezin leefde in armoede. Al vanaf zeer jonge leeftijd was lezen Kristóf's grote passie. Deze periode noemde Kristóf's later de gelukkigste periode van haar leven.
Kristóf werd met 14 jaar ook van haar andere familieleden gescheiden, kwam in een meisjesinternaat in Szombathely, en begon met schrijven van gedichten. Haar gedichten zijn niet gepubliceerd en verloren gegaan bij haar vlucht.
In 1954 huwde Kristóf met János Béri, de geschiedenisleraar van haar school, die ook politiek actief was.
In 1956 vluchtte Kristóf op 21-jarige leeftijd met echtgenoot en hun vier maanden oude dochtertje via Oostenrijk naar Zwitserland, vanwege de gewelddadige onderdrukking van de Hongaarse Opstand door het Russische leger. Ze kwamen te wonen het Franstalige deel van Zwitserland, in Neuchâtel. De eerste vijf jaar deed Kristóf monotoon werk in een uurwerkfabriek, waar ze weinig gelegenheid had van haar collega's de Franse taal te leren. Tijdens het afstompend werk in de fabriek schreef Kristóf gedichten, die werden gepubliceerd in een Hongaarstalig tijdschrift.
Kristóf scheidde van de eerste echtgenoot en in 1963 huwde ze met de fotograaf Jean-Pierre Baillod.
Kristóf begon pas samen met haar schoolgaande kinderen Frans te leren, later met een beurs van de stad Neuchâtel (1970) en begon ook in het Frans te schrijven. Daarna werden van Kristóf Franstalige toneelstukken opgevoerd en hoorspelen uitgezonden voor de Radio Suisse Romande. In deze teksten vormen dialogen een belangrijk onderdeel.
Kristóf werd fulltime auteur. In 1986 verscheen bij een kleine uitgeverij Kristóf's eerste Franstalige roman, Le grand cahier (Het dikke schrift), ontstaan uit autobiografische aantekeningen, en oorspronkelijk omgewerkt tot een op zichzelf staand boek. Voor Het dikke schrift ontving Kristóf de Europese prijs voor Franstalige literatuur.
Kristóf's eerste roman werd twee jaar later gevolgd door Het bewijs. Inhoudelijk sloot het verhaal aan bij Het dikke schrift.
In 1991 kwam De derde leugen uit. Ook dit boek sluit aan op de vorige twee. De drie boeken samen zijn in veel talen als trilogie uitgegeven, in het Nederlands echter zonder eigen titel. De trilogie wordt ook wel de "Tweelingentrilogie" genoemd.
Kristóf's latere boeken zijn geleidelijk minder autobiografisch. De thema’s die in de trilogie aan bod komen zijn eenzaamheid, verlangen en verlies, traumatische gevolgen van oorlog en geweld en van overmatig alcoholgebruik, liefdeloosheid, seksualiteit, identiteit of het verlies daarvan, het onderkennen van waarheid en fictie. Hoewel plaatsen en tijdstippen niet of hoogstens met een letter worden aangegeven, zijn de verhalen, vooral voor Hongaren, goed te plaatsen in de kleine stad Kőszeg bij de Hongaars-Oostenrijkse grens in de periode 1939-1957 (ongeveer van de Tweede Wereldoorlog tot na de Hongaarse opstand).
In 1995 kwam er een nieuwe roman van Kristóf uit onder de titel Gisteren.
In 2001 ontving Kristóf de Zwitserse Gottfried-Keller-Preis voor haar gehele oeuvre.
Het vijfde boek van Kristóf was de autobiografie L'analfabète. Het boek is een bewerking van een elftal artikelen in het Duitstalige Zwitserse maandblad «du» in 1989/1990, na de val van het IJzeren gordijn. Dit boek verscheen in 2004 en werd in 2006 uitgegeven in Nederlandse vertaling onder de titel De analfabete.
Kristóf's laatste werken C'est égal (2005) en Où es-tu Mathias? (2006) zijn niet vertaald naar het Nederlands.
Prijzen
- 1987 "Prix littéraire européen de l’ADELF" voor Le grand cahier
- 1988 De Zwitserse Schiller-prijs van de Schiller-stichting
- 1988 "Ruban de la Francophonie"
- 1992 "Prix du Livre Inter" voor Le troisième mensonge
- 1998 Alberto-Moravia-prijs
- 2001 De Zwitserse Gottfried-Keller-Preis
- 2005 De Zwitserse Schiller-prijs van de Schiller-stichting voor haar oeuvre
- 2006 "Preis der SWR-Bestenliste" voor "Die Analphabetin"[2]
- 2008 De Grote Oostenrijkse Staatsprijs voor literatuur
- 2011 De Hongaarse Kossuthprijs, staatsprijs voor literatuur
Bibliografie
Bibliografie | |||||
Jaar | Titel | Vertaling | Uitgeverij | ISBN | Opmerkingen |
---|---|---|---|---|---|
Tweelingentrilogie | |||||
1986 | Le grand cahier | Het dikke schrift | Le Seuil, Parijs | .. | Eerste gepubliceerde roman |
1988 | La preuve | Het bewijs | Le Seuil, Parijs | .. | Te beschouwen as vervolg op Le grand cahier |
1991 | Le troisième mensonge | De derde leugen | Le Seuil, Parijs | .. | Te beschouwen als laatste deel van de Tweelingentrilogie |
Overige romans | |||||
1995 | Hier | Gisteren | Le Seuil, Parijs | .. | .. |
2004 | l’Analphabète | De analfabete | Zoé, Genève | .. | Bewerking van reeks autobiografische artikelen |
2005 | C'est égal | .. | Le Seuil, Parijs | .. | .. |
2006 | Où es-tu Mathias? | .. | Zoé, Genève | .. | .. |
Toneel | |||||
1972 | John et Joe | .. | .. | .. | .. |
1972, 1984 | Un rat qui passe | .. | .. | .. | .. |
1972, 1984 | La clé de l'ascenseur | .. | Nouvelle revue française | .. | .. |
1975, 1984 | L'Heure grise ou le dernier client | .. | Éditions du Seuil, Parijs | .. | .. |
1993 | L'Epidémie | .. | Troarn: Amiot-Lenganey | 9782909033273 | .. |
2007 | Le monstre: et autres pièces | .. | Éditions du Seuil, Parijs | 9782020943352 | .. |
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
Naslag
|