Zwarte trui (Ronde van Italië)

De zwarte trui (Italiaans: maglia nera) is een trui die toegekend wordt als een symbolische prijs in de Ronde van Italië aan de wielrenner die laatst in het klassement staat. Ook de term rode lantaarn wordt wel gebruikt. De trui werd oorspronkelijk slechts een korte periode uitgedeeld, namelijk tussen 1946 en 1951, ook eenmalig in 1967, eenmalig in 2008 en vanaf 2019 kwam de trui weer terug.

Er was een echte strijd om deze bijzondere trui te winnen. Vooral de strijd tussen Sante Carollo en Luigi Malabrocca is bekend, om te zien wie de meeste tijd zou verliezen. Beide renners probeerden om meer tijd dan de ander te verliezen door zich te verstoppen in bars, schuren en achter hagen, of zelfs door hun eigen banden lek te prikken. In 1948 werd de eer gegund aan Aldo Bini. De speciale uitdaging van de zwarte trui is om de eindstreep te bereiken binnen de maximaal toelaatbare tijd.

In 1967 kwam de trui eenmalig terug, en werd deze gewonnen door Lucillo Lievore van Mainetti. In 2008 werd voor het eerst terug een soortgelijk zwart nummer geïntroduceerd, dat werd gewonnen door Markus Eichler van Team Milram. In 2019 keerde de trui officieel terug, en werd deze gewonnen door Sho Hatsuyama van Nippo-Vini Fantini-Faizanè.[1]

Winnaars van de zwarte trui in de Ronde van Italië

Mocht de zwarte trui elke editie bestaan hebben, dan waren dit de winnaars:

Jaar Renner
1909 Raffaele Perna
1910 Cesare Turconi
1911 Antonio Rotondi
1913 Alfredo Corti & Mario Lonati
1914 Umberto Ripamonti
1915-1918 Niet verreden
1919 Francesco Marchese
1920 Nicolino Di Biase
1921 Andrea Cazzaniga
1922 Romolo Valpreda
1923 Sante Scheri
1924 Telesforo Benaglia
1925 Luigi Brivio
1926 Davide Chiesa
1927 Paolo Baldieri
1928 Giuseppe Borghi
1929 Giuseppe Borghi
1930 Giovanni Carnielli
1931 Alberto Mongiano
1932 Tullio Vincenzi
1933 Ettore Meini
1934 Attilio Pavesi
1935 Oreste Boccaccio
1936 Lippolis
1937 Elio Baldini
1938 Werner Huber
1939 Serafino Santamborgio
1940 Francesco Albani
1941-1945Niet verreden
1946 Luigi Malabrocca
1947 Luigi Malabrocca
1948 Aldo Bini
1949 Sante Carollo
1950 Mario Gestri
1951 Giovanni Pinarello
1952 Dante Colombo
1953 Hein Van Breenen
1954 Hortensio Vidaurreta
1955 George Decaux
1956 Angelo Coletto
1957 Angiolino Piscaglia
1958 Charles Coste
1959 Antonio Uliana
1960 Tonino Domenicali
1961 Augusto Marcaletti
1962 Fedele Rubagotti
1963 Giuseppe Tonucci
1964 Dino Bruni
1965 Alberto Poletti
1966 Paolo Gelli
1967 Lucillo Lievore
1968 Giuseppe Poli
1969 Mario Bettazoli
1970 Virgilio Levati
1971 Lucillo Lievore
1972 Piero Spinelli
1973 Franco Ongarato
1974 Ercole Gualazzini
1975 Franco Calvi
1976 Antonio Colpo
1977 Ignazio Paleari
1978 Pietro Algeri
1979 Bruno Zanoni
1980 Giuliano Cazzolato
1981 Stefan Schropfer
1982 Enea Montanari
1983 Claudio Girlanda
1984 Greg Saunders
1985 Patrizio Gambirasio
1986 Daniele Asti
1987 Dante Morandi
1988 Dante Morandi
1989 Patrizio Gambirasio
1990 Alessio Di Basco
1991 Endrio Leoni
1992 Eros Poli
1993 Stefano Giraldi
1994 Jürgen Werner
1995 Roberto Pelliconi
1996 Francisco Cerezo
1997 Marco Antonio Di Renzo
1998 Marco Antonio Di Renzo
1999 Hendrik Van Dyck
2000 Bradley McGee
2001 Michele Coppolillo
2002 Eddy Serri
2003 Salvatore Scamardella
2004 Corrado Serina
2005 Russell Van Hout
2006 Carl Naibo
2007 Oscar Gatto
2008 Markus Eichler
2009 Evgenij Sokolov
2010 Marco Corti
2011 Jos van Emden
2012 Miguel Mínguez
2013 Davide Appollonio
2014 Jetse Bol
2015 Marco Coledan
2016 Jack Bobridge
2017 Giuseppe Fonzi
2018 Giuseppe Fonzi
2019 Sho Hatsuyama
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.