Zonde

In verschillende religies is een zonde een ernstige of minder ernstige handeling tegen de moraal van de godsdienst. De term impliceert een verwijdering van en belediging van God, die over het algemeen wordt geloofd het hoogste goed te zijn en wordt gebruikt in het jodendom, christendom en islam, maar niet in religies als het boeddhisme en in systemen waarin geen persoonlijke godheid is. De zonde is vaak sterk verweven met de religieuze betekenis van schuld.

De zondaar, William Blake, ca. 1800
zie ook steniging

Religieus gebruik

Christendom

Swart Register van duysent sonden door Jacobus Hondius (1679)

Als iemand een zonde begaat, betekent dat dat er wordt ingegaan tegen de goedheid van God, en de menselijke aard, zoals die in de Bijbel wordt beschreven. Een belangrijke leidraad daarbij is de bergrede, waarbij Jezus uiteenzet wat navolging van hem inhoudt, en waarin het geluk bestaat. Een ander belangrijke leidraad zijn de Tien Geboden. Tienmaal staat daar Gij zult niet of juist Gij zult...

Het komt voor dat zonden naar gradaties worden ingedeeld. In het Nieuwe Testament noemt Johannes een bijzondere categorie, de zogeheten doodzonde ('zonde tot de dood') (1 Johannes 5:16-17). Het gaat hierbij om die zonde waarbij men God definitief de rug toekeert. "Dat is, die zekerlijk den dood met zich brengt, welke is de lastering tegen de Heiligen Geest, wanneer iemand de waarheid van de christelijke leer, waarvan hij door de Heiligen Geest is verlicht en overtuigd, loochent en deze vijandig lastert en vervolgt". Men verliest dan het 'genadeleven' en is bij voorbaat uitgesloten van het eeuwig leven.

Islam

Binnen de islam zijn sommige zonden ernstiger dan andere zonden. Hoe ernstiger de zonde, hoe groter is de kans om op de Dag des oordeels naar de hel te worden gestuurd. Doordat moslims het aardse leven als een voorspel zien op het leven na de dood, is het onderscheid tussen minder ernstige en ernstige zonden zeer belangrijk.[1]

Een mogelijke indeling is:[1]

  • de ergste zonde: het dienen van andere goden of andere zaken (shirk) en het ongeloof in God (kufr), waarvoor geen vergeving zou bestaan. Indien God het vergeeft zal het verblijf in de hel voor lange tijd zijn.
  • de daarop volgende zonden zijn gericht tegen het leven, zoals moord en overspel. Mogelijkerwijs is na een bestraffing het mogelijk om in de paradijs te komen.
  • hierna volgt het respectloos gedrag jegens de ouders (vader en moeder) en het optreden als valse getuige tot de grootste zonde.
  • de vierde categorie zonden heeft betrekking op het onrechtmatig toe-eigenen van andermans eigendommen. Mogelijkerwijs is na een bestraffing het mogelijk om in de paradijs te komen.
  • de laatste categorie zijn alle overige zonden, zoals roddelen, vloeken, schelden en liegen. De toegang tot de paradijs zou door deze zonden niet worden ontzegd. Zo is het bewust liegen om een (mensen)leven te kunnen redden wel geoorloofd.

In de Koran staan verschillende ayaat waarin de vergevingsgezindheid van God wordt aangetoond tegenover hen die berouw hebben van zonden, zoals soera De Koe 160 en soera De Vrouwen 110. Echter, de grootste zonde is het dienen van andere goden (shirk), waarvoor geen vergeving zou bestaan. Deze zonde en zonden zonder berouw kunnen door God zwaar bestraft worden, zoals het volk van Nuh in soera Noach verdronken werd om hun zonden.[2] Soera Al-Hidjr belooft de hel voor de zondaars, waarbij op zeven verschillende niveaus kwellingen van uiteenlopende aard op de inwoners worden toegepast, naargelang de ernst van hun zonden. Het eennalaagste niveau zou voor de heidense ongelovigen zijn, het laagste niveau voor de huichelaars die hebben voorgewend met Mohammed te hebben samengewerkt. De moslims in het hoogste niveau zouden wellicht door de genade van God kunnen worden verlost.[3]

Volgens moslimse theologen zou Mohammed Goddelijke bescherming hebben gekregen tegen zonden.[4] Een traditie levert over dat twee mannen Mohammed in zijn jeugd bezochten, zijn borst opensneden, en de neiging tot menselijke zonden uit zijn hart wasten.[5] Desondanks was hij mens, waarbij hij mogelijkerwijs kleine fouten heeft gemaakt. De algemene consensus is dat hij geheel vrij was van zonde.[6]

Jodendom

In het jodendom is een zonde een fout in het nakomen van de rabbijnse wetten (halacha). Joden kunnen boeten voor zonden. De liturgie van de 'ontzagwekkende dagen' (Rosj Hasjana en Jom Kipoer) en de Aseret Jemei Tesjoeva ertussen, verklaren door het gebed, het boete doen en tsedaka, het verplichte geven voor goede doelen (en in deze verschillend van de vrijwillige liefdadigheid), zonden herstellen. Boete doen wordt alleen zinvol geacht, indien vergezeld van een oprecht besluit om op te houden met onaanvaardbare acties en zelfs dan alleen als acties om verontschuldigingen aan derden aan te bieden eerlijk worden ondernomen.

Er ligt een diepgaand verschil tussen Jodendom en Christendom. Het Jodendom is niet tot de erkenning gekomen, dat de wil van de mens zondig is, dat de zonde de kern van het menselijk wezen heeft aangetast. In het Oude Testament is er namelijk geen duidelijke uitspraak over het zondige karakter van de mens, die in het Nieuwe Testament wel duidelijk naar voren komt. Wel spreken de profeten van de noodzakelijkheid van een totale vernieuwing van het leven.[7]

Niet-religieus gebruik

De term 'zonde' wordt in het dagelijks taalgebruik ook gebezigd voor het overtreden van voorschriften die niet (noodzakelijkerwijs) religieus zijn, vaak waar het om gewoonten met betrekking tot gezondheid gaat. Iemand heeft bijvoorbeeld 'gezondigd' als hij zich niet aan zijn dieet heeft gehouden. Ook wordt er wel gezegd "Dat is zonde", als synoniem voor "Dat is jammer".

Zie ook

Bronnen

  1. Islam voor Dummies, Malcom Clark, Uitgeverij Addison Wesley, 2004, blz. 201, ISBN 90-430-0845-1
  2. Islam, Personen en begrippen van A tot Z, Inge Arends e.a., Uitgeverij Het Spectrum B.V., 2000, blz. 189-190, ISBN 90 274 6529 0
  3. Islam voor Dummies, Malcom Clark, Uitgeverij Addison Wesley, 2004, blz. 74, ISBN 90-430-0845-1
  4. Islam, Personen en begrippen van A tot Z, Inge Arends e.a., Uitgeverij Het Spectrum B.V., 2000, blz. 190, ISBN 90 274 6529 0
  5. Islam voor Dummies, Malcom Clark, Uitgeverij Addison Wesley, 2004, blz. 88, ISBN 90-430-0845-1
  6. Islam voor Dummies, Malcom Clark, Uitgeverij Addison Wesley, 2004, blz. 101, ISBN 90-430-0845-1
  7. Th. C. Vriezen, Hoofdlijnen der theologie van het Oude Testament, 309.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.