Wintertaling

De wintertaling (Anas crecca) is een vogel uit de familie van Anatidae (zwanen, ganzen, grondel- en zwemeenden). Deze eend komt voor in een groot deel van Europa en Azië. In de noordelijke delen is het een trekvogel die overwintert in de tropen (zie kaartje).

Wintertaling
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Mannetje wintertaling in broedkleed
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Anseriformes (Eendvogels)
Familie:Anatidae (Eendachtigen)
Geslacht:Anas
Soort
Anas crecca
Linnaeus, 1758
Verspreidingsgebied van de wintertaling
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Wintertaling op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Kenmerken

Een volwassen wintertaling is ca. 35 cm groot en 350 gram zwaar. Het is daarmee de kleinste eend die in Europa voorkomt. Deze eend wordt ook wel de Euraziatische wintertaling genoemd omdat in Amerika een sterk gelijkende soort voorkomt, de Amerikaanse wintertaling (Anas carolinensis) die vroeger (en soms nog) beschouwd werd (wordt) tot een ondersoort (A. crecca carolinensis).
Het mannetje van de wintertaling is overwegend grijs en heeft een kastanjebruine kop met daarop rond het oog een glazend groene vlek, omzoomd door dunne gele lijntjes. Andere opvallende kenmerken zijn een horizontale witte streep op beide flanken en een helder, okergele vlek op de anaalstreek. Vrouwtjes zijn bruin, met uitzondering van een kleine groene spiegel (achterkant van de vleugel), een kenmerk dat beide seksen hebben en waardoor zij zich onderscheidt van het vrouwtje van de zomertaling.

Leefwijze

Hun voedsel bestaat voornamelijk uit plantenkost (zaden), maar ook kreeftachtigen en insecten staan op het menu. Het mannetje maakt een hoog fluitend geluid, terwijl het vrouwtje kwaakt.

Broedgedrag

Deze vogels broeden op de toendra, in graslanden en bosachtige streken, soms in zeer kleine watertjes. Het legsel bestaat uit acht tot elf lichtgele of lichtgroene eieren, die door het vrouwtje gedurende 23 dagen worden bebroed.

Verspreiding en leefgebied

De soort telt 2 ondersoorten:

Status in Europa (Nederland en Vlaanderen)

In Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, Denemarken en in delen van Duitsland, Zwitserland en Italië komt de wintertaling het hele jaar voor. In het noordoosten van Europa komt het dier alleen in de zomer voor, terwijl in het Middellandse Zeegebied wintertalingen alleen 's winters te vinden zijn.
In 1990 was er in de meeste gebieden in Nederland een sterke afname van rond de 50% ten opzichte van de periode 1968-1977.[2] Volgens SOVON is er sindsdien nog steeds sprake van een verder gaande en significante afname. Rond 2007 broedden er nog ongeveer 2250 paar in Nederland.[3] De wintertaling is in 2004 als kwetsbaar op de Nederlandse Rode Lijst gezet. Deze eendensoort staat niet op de Vlaamse Rode Lijst en staat veilig op de internationale Rode Lijst van de IUCN,[1] maar valt wel onder het AEWA-verdrag.
Tijdens de vogeltrek en in de winter komt de wintertaling in vrij grote aantallen voor. In deze aantallen zit eerder een positieve dan een negatieve trend.[3]

Galerij

Zie ook

  • SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluidje
  • Kaarten met waarnemingen:
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.