Willem Julius

Willem Henri Julius (Zutphen, 4 augustus 1860 - Utrecht, 15 april 1925) was een Nederlandse natuurkundige en een van de grondleggers van het moderne onderzoek naar de zon.

Willem Julius
portret van Julius door Antonie Lewin
Persoonlijke gegevens
Volledige naamWillem Henri Julius
Geboortedatum4 augustus 1860
GeboorteplaatsZutphen
Datum van overlijden15 april 1925
Plaats van overlijdenUtrecht
Wetenschappelijk werk
Vakgebiednatuurkundige

Opleiding

Julius volgde de hogereburgerschool aan de Rijks-HBS te Gouda en moest voor toelating tot de universiteit toelatingsexamen doen in de klassieke talen. In 1875 begon hij de studie natuurkunde aan de Universiteit Utrecht. In 1882 werd hij assistent van zijn hoogleraar Buys Ballot en zijn oom, de natuurkundige V.A. Julius. Bij Buys Ballot promoveerde hij op 10 februari 1888 op het proefschrift Het warmtespectrum en de trillingsperioden der moleculen van eenige gassen.

Loopbaan

Na een tweejarig leraarschap aan de Burgeravondschool te Utrecht in natuur- en scheikunde werd hij in 1890 buitengewoon hoogleraar in de natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Op 2 februari 1891 hield hij zijn intreerede De methoden van onderzoek in de natuurkunde. In 1896 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar in natuurkunde, fysische aardrijkskunde en meteorologie aan de Universiteit Utrecht. Zijn oratie (17 oktober 1896) ging over de Kritiek in de natuurkunde. In 1897 werd hij tot lid gekozen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Tot 1920 was hij directeur van het natuurkundelaboratorium (Fysisch Lab) in Utrecht. Vanwege zijn ziekte werd hij opgevolgd door L.S. Ornstein.

Werk

Experimenten

Julius was een uitstekend experimentator. Voor zijn proefschrift deed hij pionierende metingen aan infraroodstraling. In zijn laboratorium zorgde hij voor een trillingsvrije ophanging van de opstelling. In Utrecht begon hij met het observatorium voor zonnefysica (natuurkunde van de zon), waar opvolgers als onder meer Marcel Minnaert, Kees Zwaan (Cornelis Zwaan, 1928-1999) en Kees de Jager op voortbouwden. Julius gebruikte in zijn zonnelab de radiomicrometer, bolometer en thermozuil.

Waarnemingen aan de zon

Hij werkte aan onder meer straalbreking van licht in de zonneatmosfeer en ongelijke verschuiving van de spectraallijnen van de zon en nam deel aan eclips-expedities voor het waarnemen van zonsverduisteringen (Sumatra, 1901; Burgos, 1905; Maastricht, 1912). In 1907 werkte hij op het Mount Wilson Observatory in Californië.

Theorie van de zon

Volgens Julius ondervond het zonlicht verstrooiing en breking in de buitenste lagen van de zon. In 1909 kwam hij met een verklaring van het verschijnsel dat de roodverschuiving toeneemt van het middelpunt van de zon naar de rand. Dit effect was belangrijk bij het experimenteel toetsen van de roodverschuiving in Einsteins algemene relativiteitstheorie. In 1911 probeerde Julius Einstein als opvolger van de hoogleraar Cornelis Harm Wind (1867-1911) naar Utrecht te halen. De briefwisseling, ook over zonnefysica, ligt in het Universiteitsmuseum Utrecht. Julius' leerling en medewerker Marcel Minnaert vatte diens zonnetheorie na zijn dood samen in Leerboek der zonnephysica.

Einstein over Julius

Albert Einstein noemde Julius "one of the most original exponents of solar physics" (Astrophysical Journal 63, 1926, 196).

Publicaties

  • 1888 - Het warmtespectrum en de trillingsperioden der moleculen van eenige gassen (dissertatie Universiteit Utrecht)
  • 1891 - De methoden van onderzoek in de natuurkunde (oratie Universiteit van Amsterdam)
  • 1896 - Kritiek in de natuurkunde (oratie Universiteit Utrecht)
  • 1928 - Leerboek der zonnephysica (Groningen, uitgegeven door Minnaert, bevat biografie van Julius)

Bron

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.