Westelijke grondpapegaai

De westelijke grondpapegaai (Pezoporus flaviventris) is een papegaai uit het geslacht Pezoporus die voorkomt in Australië. De soort werd vroeger als een ondersoort beschouwd van de oostelijke grondpapegaai (P. wallicus flaviventris). Die soort werd na een analyse van het mitochondriaal DNA in 2010 opgesplitst in een oostelijke soort, de vroegere ondersoort P. w. wallicus, die de naam P. wallicus behield, en een westelijke soort, P. flaviventris. De twee soorten gingen zo'n 2 miljoen jaar geleden uiteen.[1]

Westelijke grondpapegaai
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Psittaciformes (Papegaaiachtigen)
Familie:Psittaculidae (Papegaaien van de Oude Wereld)
Geslacht:Pezoporus (Grondpapegaaien)
Soort
Pezoporus flaviventris
North, 1911
Huidig (groen) en vroeger (geel) leefgebied van Pezoporus flaviventris
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Portaal    Biologie
Vogels

Voorkomen en status

De westelijke grondpapegaai komt voor in kustgebieden in het zuidwesten van Australië. Ze leven bij voorkeur in moerassige en boomloze kustvlakten, grasvelden en rietvelden met laag struikgewas.

Bijna de hele populatie van 110 exemplaren leeft slechts in één nationaal park in het zuidwesten van Australië, wat de soort kwetsbaar maakt. De soort wordt bedreigd door verlies aan habitat en door uitheemse roofdieren zoals katten en vossen. Volgens Australische regelgeving (Environment Protection and Biodiversity Conservation Act) is de westelijke grondpapegaai een ernstig bedtreigde diersoort.[2]

Birdlife International erkent echter de opslitsing in twee soorten niet en daarom wordt de soort niet als zodanig geëvalueerd, maar valt samen met de oostelijke grondpapegaai onder de categorie niet bedreigd van de Rode Lijst van de IUCN.

Kenmerken

Uiterlijk

P. flaviventris heeft een lange staart. Zijn totale lengte bedraagt zo'n 30 cm. Hij is grasgroen met bruinzwarte strepen, wat een schutkleur is. Deze kleuren komen ook voor bij de kakapo, een geval van convergente evolutie. De veren op de buik en onder de dekveren van de staart zijn lichtgeel met zwart. Volwassen exemplaren hebben ook een oranjerode strook boven de bek. Jongen hebben dit niet, zij zijn ook iets doffer van kleur en hebben een kortere staart.

De papegaai is een solitair levende en schuwe vogel. Hij leeft voornamelijk op de grond, maar kan toch goed vliegen. Hij zal eerder weglopen dan wegvliegen om te vluchten. Zijn vliegen wordt gekenmerkt door luide, zoemende vleugelslagen, met daartussen periodes waarin de vogel zich laat glijden door de lucht.

Voeding

De soort leeft van zaden, bladeren en bloemen van planten in zijn leefgebied.

Geluid

Hoewel de soort meestal stil is heeft hij een opvallende roep, die hij gebruikt bij zonsopgang en -ondergang. De roep bestaat uit doordringende en opeenvolgende fluittonen die steeds hoger worden. Soortgenoten in de buurt beantwoorden de roep.

Voortplanting

De broedperiode van de soort strekt zich uit van september tot januari. Het nest bestaat uit een holte in de grond die is bekleed met fijne takken, bladeren, varen en gras. Het nest wordt meestal goed verstopt in het struikgewas.

Een legsel bestaat meestal uit 3 tot 4 eieren die na 21 dagen uitkomen. De kuikens hebben grijszwarte, dikke donsveren die hen camoufleren. Ze blijven twee tot drie weken in het nest. Ze worden drie keer per dag gevoed.

Het vrouwtje staat in voor het broeden, de mannetjes zorgen zolang voor het vrouwtje. Beide geslachten voeden de jongen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.