Steppeklimaat
Een steppeklimaat of halfwoestijn is een overgangsklimaat tussen het subtropisch klimaat en het woestijnklimaat (tussen de evenaar en de keerkringen) en beslaat 14% van het aardoppervlak. Het kan een steppe zijn, maar is vaak dorder.
Er zijn een aantal halfwoestijnen op de aarde, onder andere in Kazachstan, Iran, Mexico, de Verenigde Staten, Australië. De grootste halfwoestijn van de wereld is de Sahel, een landstrook tussen de Sahara-woestijn en de Afrikaanse savanne. Een van de bekendste is de Kalahari in Zuidelijk Afrika.
Klimaat
Er valt per jaar tussen de 200 en 400 millimeter neerslag.[1] De neerslag valt voornamelijk in de zomer. Omdat het er zo droog is groeien er geen bomen, alleen maar grassen met hier en daar wat struiken. Er is in dit klimaat meer begroeiing dan in het woestijnklimaat.
De ariditeitsindex is minstens 3. Sommige halfwoestijnen, zoals in het noordoosten van Brazilië, kennen cycli van droge en natte jaren.
Plantengroei
Een halfwoestijn kent een schaarse begroeiing, waaronder garrigue en maquis. Er komen ook braamachtige lage struiken voor.
Klimaatclassificatie van Köppen
Volgens de klimaatclassificatie van Köppen is het steppeklimaat een BS-klimaat. Het is daarom een droog klimaat (B-klimaat). Het verschil tussen een steppeklimaat, woestijnklimaat en de andere hoofdklimaten wordt door Köppen bepaald aan de hand van de droogte-index.
Verdere onderverdeling volgens Köppen:
- BSh: warm steppeklimaat; de gemiddelde jaartemperatuur is hoger dan 18°C
- BSk: koud steppeklimaat; de gemiddelde jaartemperatuur is lager dan 18°C
Bronnen, noten en/of referenties |