Glimwormen

Glimwormen (Lampyridae) vormen een familie binnen de kevers. Ze staan ook wel bekend onder de namen vuurvliegjes of gloeiwormen. Ze zijn vooral bekend door hun lichtgeven (bioluminescentie). Over de hele wereld komen ca. 2000 soorten[1] voor en er wordt regelmatig een nieuwe ontdekt. Minder bekend is dat deze insecten in feite kevers zijn en geen wormen of vliegen.

Glimwormen
Een vrouwtje van de inheemse soort Lampyris noctiluca.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Coleoptera (Kevers)
Familie
Lampyridae
Latreille, 1817
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Glimwormen op Wikispecies
Portaal    Biologie
Insecten

Glimwormen (vleugelloze adulten of larven) of vuurvliegen (vliegende vormen) zijn gegroepeerd binnen de familie Lampyridae, die zelf deel uitmaakt van de superfamilie Elateroidea. Hierin zitten een aantal kleinere kevergroepen met lichtgevende soorten geklasseerd (Omalisidae, Phengodidae, Rhagophtalmidae), maar ook weekschildkevers en kniptorren (sommige kniptorsoorten kunnen ook licht produceren, bijvoorbeeld Pyrophorini).

Beschrijving

De vrouwtjes zijn dikwijls dekschild- en vleugelloos en hebben in vele gevallen een larve-achtig uiterlijk. Het is echter niet zo dat vrouwtjes niet helemaal doorontwikkelen zoals bij sommige salamanders het geval is (neotenie). Beide seksen kennen een larvaal stadium en verpopping, en de poten en kop van vrouwtjes zijn gelijk aan die van mannetjes. Wel worden larve-achtige vrouwtjes, die bij wel meer soorten kevers voorkomen, gezien als een aparte ontwikkelingsvorm.

Luminescentie

Glimwormen hebben de opmerkelijke eigenschap om zelfstandig licht te produceren, een proces dat bioluminescentie wordt genoemd. In speciale organen in het achterlijf wordt in een biochemische reactie het pigment luciferine geoxideerd door het enzym luciferase waarbij licht ontstaat. Onder de laag lichtproducerende cellen zit een laag cellen met kleine kristallen die het licht naar buiten reflecteren. Bij de meeste soorten is het licht geelgroen van kleur, maar soorten uit de verwante familie Phengodidae ("glow-worms" genoemd in Amerika) kunnen van aparte lichtorganen zowel groen als rood licht uitstralen (geslacht Phrixothrix).

Adulten gebruiken lichtsignalen om elkaar op te sporen tijdens de voortplanting. Bij sommige soorten lokken de vleugelloze wijfjes de vliegende mannetjes met een constant schijnsel. Om het schijnsel van de vrouwtjes goed te kunnen lokaliseren, hebben mannetjes veel beter ontwikkelde ogen dan vrouwtjes. Bij andere soorten maken mannetjes hun aanwezigheid bekend met een soortspecifieke flitscode. De wijfjes antwoorden hierop met een soortspecifiek flitssignaal. Mannetjes synchroniseren onderling hun codes om zo gemakkelijker op te vallen, hoewel het vrouwtje maar met enkele van hen zal paren.[2] Een groot aantal, meestal dagactieve soorten, gebruikt geen lichtsignalen maar geursignalen (feromonen) en er is een overgangsgroep die zowel geur- als lichtcommunicatie toepast. In Noord- en Centraal-Europa komen alleen soorten voor die het eerste signaalsysteem gebruiken (continu glimmende wijfjes) of feromonen.

Afhankelijk van de soort zijn niet alleen de volwassen dieren in staat tot licht geven, maar gloeien ook eieren, de larven en het popstadium. Larven gloeien gewoonlijk onder de vorm van trage lichtpulsen wanneer ze 's nachts rondkruipen op jacht naar hun prooien. Daarnaast gloeien ze, net als de poppen en eieren voor langere tijd op wanneer ze verstoord worden, bijvoorbeeld bij aanraking. Veel soorten zijn giftig of smaken erg vies. In deze levensstadia wordt het licht dan ook hoogstwaarschijnlijk voornamelijk gebruikt om predatoren af te weren, hetzij als waarschuwingssignaal voor oneetbaarheid (aposematisme) of louter als afschrikkingssignaal. Deze en andere hypothesen over de functie van het lichtgeven van de larven dienen nog verder onderzocht te worden.

Algemeen

Een mannetje van de soort Photuris pennsylvanicus (niet in Nederland en België)
Lamprohiza splendidula

In Europa voorkomende soorten eten als larve voornamelijk ongewervelden zoals (naakt)slakken en kunnen daarom erg nuttig zijn, bij de meeste soorten eten de volwassen kevers niet meer en leven slechts enkele weken als imago. Veel soorten leven in bossen, bosranden en dichte struiken. In de Benelux komen drie soorten voor:

Het is onbekend hoe de soorten er precies voorstaan, maar vroeger waren glimwormen plaatselijk vrij algemeen. Wereldwijd komen ze op alle continenten voor, met uitzondering van Antarctica.

Taxonomie

De volgende taxa zijn bij de familie ingedeeld:[3]

  • Onderfamilie Psilocladinae McDermott, 1964
  • Onderfamilie Amydetinae Olivier, 1907
    • Tribus Amydetini Olivier, 1907
    • Tribus Vestini McDermott, 1964
  • Onderfamilie Lampyrinae Rafinesque, 1815
    • Tribus Cratomorphini Green, 1948
    • Tribus Lamprocerini Olivier, 1907
    • Tribus Lamprohizini Kazantsev, 2010
    • Tribus Lampyrini Rafinesque, 1815
    • Tribus Lucidotini Lacordaire, 1857
      • Subtribus Dadophorina Olivier, 1907
      • Subtribus Lamprigerina McDermott, 1964
      • Subtribus Lucidotina Lacordaire, 1857
      • Subtribus Photinina LeConte, 1881
    • Tribus Pleotomini Summers, 1874
  • Onderfamilie Luciolinae Lacordaire, 1857
    • Tribus Curtosini McDermott, 1964
    • Tribus Luciolini Lacordaire, 1857
  • Onderfamilie Photurinae Lacordaire, 1857
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.