Veldegem

Veldegem ontstond eeuwen later dan de omliggende dorpen als 'het veld van Zedelgem'. Het grondgebied was vroeger immers een bosgebied en oude kaarten vermelden landduinen, moerassen en vijvers. Men vermoedt dat deze onvruchtbare grond daarom "'t Veld" genoemd werd. In de omgeving van het latere station is er al eeuwen bewoning: de oudste vermelding van de Lepetmolen, ook Veldmolen of Rommelsmolen genoemd, dateert van 1645. Hij werd opgeblazen in 1918. Langs de Torhoutsesteenweg, nabij de grens met Torhout, was er ook nog de Kronemolen.

In de 18de eeuw, werden onder Napoleon inspanningen gedaan om het gebied uit te baten. De Franse regering schonk geld voor het aanplanten van zeesparren, die hars en hout opleverden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de laatste bomen van dit bos gerooid.

Doorheen het sparrenbos liep een rechte dreef, tussen de weg Brugge-Torhout (die dateerde uit de Oostenrijkse tijd) en het Ruddervoordse kruispunt Sijslo. Langs deze dreef werd van 1863 tot 1865 een kerk gebouwd, met als patroonheilige de Heilige Maagd Maria Onbevlekt Ontvangen. De kerk werd ingewijd op 27 september 1865 als een hulpkerk van de parochie Zedelgem. Er rond verschenen een 30-tal werkmanshuizen, en later ook een pastorij en scholen. In 1896 werd Veldegem een volwaardige onafhankelijke parochie.

Op 8 februari 1920 werd Veldegem een zelfstandige gemeente ontstaan uit delen van Zedelgem (afstand van 768 ha met 2264 inwoners), Aartrijke (afstand van 43 ha met 57 inwoners), Ruddervoorde (afstand van 127 ha met 95 inwoners) en Torhout (afstand van 152 ha met 51 inwoners). De oppervlakte was 1090 ha en had dezelfde grenzen als de parochie reeds had. Er woonden op dat moment 2467 inwoners. De naam Veldegem is een negentiende-eeuwse constructie, die verwijst naar of gebaseerd is op typische naamgeving van Frankische oorsprong (achtervoegsel -gem = woonplaats), cf. Zedelgem, maar gaat geenszins terug op een Frankische oorsprong; en 'veld-' als de verwijzing naar de magere gronden met 'krakke' (= heidekruid).

Begin 1977 werd Veldegem echter opnieuw een deelgemeente van de fusiegemeente Zedelgem.

• De Onze-Lieve-Vrouwekerk is gebouwd in Veldegemse bakstenen. In de kerk hangt een gedenkplaat voor de familie Muscar die de grond schonk voor de bouw van de kerk en de gemeenteschool.
• Het kasteel Hoogveld, was vroeger eigendom van de baronnen van Zuylen van Nyevelt en is sinds 1982 eigendom van VKSJ West-Vlaanderen. Het domein met kasteel, hoeve, paviljoen en schuur is tegenwoordig een jeugdverblijfcentrum.

Veldegem ligt in Zandig Vlaanderen op een kleine zandrug met een hoogte van 18 à 20 meter. Enkele beken zijn betrekkelijk diep ingesneden. Veldegem ligt op voormalig heidegebied.

• Bron: NIS 1920 t/m 1970=volkstellingen op 31 december;1919 en 1976= bevolking op 31 december
• Bron: Gemeente Zedelgem 2006=bevolking op 1 januari
• Bron: Lepemolen
• Bron: Evolutie bevolking

De Leeuw, Aartrijke, Ruddervoorde, Torhout