Van Swieten (geslacht)

Van Swieten (soms met de spelling Van Zwieten) was een van oorsprong hollands riddermatig geslacht, later ook Leids patriciërsgeslacht dat een grote en invloedrijke rol vervulde in de 15e en 16e eeuw in Leiden en omstreken. Later streken de Van Swietens in meerdere delen van het land neer. Familieleden waren Kabeljauwse voorstanders tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten (1350-1490) en oranjegezind tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1566-1640).

hofstede van Zwieten.
Memorietafel van het geslacht Van Swieten.

Geschiedenis

In 1424 kocht Boudijn van Zwieten de hofstede Zwieten, wat de kiem legde voor de eerste schrede op weg naar macht binnen Leiden. Na succesvolle jaren in de bestuursraad kwamen al gauw nieuwe hoeves, buitenplaatsen en hofsteden aan de familie. Zoals Binkhorst, Voorburg, Hodenpijl, Endegeest, Loenerveld en Rijnegom.[1] Later werden ze ook nog heren van Maarssenbroek, De Lier, Zouteveen, Zoeterwoude, Opmeer, Loenersloot en Amerongen. Het klooster Mariënpoel werd gesticht door de familie en velen vonden daar tevens hun laatste rustplaats.

Boudijn die in het stadsbestuur maar ook in het grafelijk bestuur zat, wist voor zijn familie het schoutambt te verwerven. Zijn oudste zoon Dirk van Zwieten was schout van 1433-34, later dat jaar nam zijn jongere broer Gijsbracht het schoutambt over. In 1453 wordt een andere zoon van Boudijn, Jan van Swieten, burgemeester van Leiden (1453-1455). Daarna wordt hij tot schout benoemd.[2] In 1458 wordt een andere broer, Pieter van Swieten, burgemeester.

Vanaf 1465-66 werd Adriaen van Swieten diverse keren burgemeester van Leiden. In 1474, 1476 en 1479 wordt hij ook nog als burgemeester vermeld. Zijn broer Huge Van Swieten wordt genoemd onder de vier burgemeesters van 1475, maar men is niet zeker of de mannen echt dienstgedaan hebben, vanwege strubbelingen binnen de stad.[3] Daarna nam de macht wat af, maar de familie wist altijd wel een belangrijke post te kopen als bijvoorbeeld schout, schepen, rentmeester of in het raad van bestuur.

In 1573 werd de nazaat Claes Lambertszn van Swieten als burgemeester van Leiden genoemd. Hij bekleedde deze functie met de later befaamde Pieter Adriaansz. van der Werff. Een ander familielid Adriaen van Swieten werd een belangrijke geuzenleider. Na de 17e eeuw nam de macht en rijkdom van de familie flink af, maar ze speelden tot in de 20e eeuw op lagere schaal hun rol in de samenleving.

Bekende telgen

  • Claes van Swieten (1310-1350), genaamd Drakenburg, zoon van Dirk van Swieten en IJsenbeel van Borsselen, wordt genoemd in een verklaring voor de schepenen van Geertruidenberg van 2 september 1349 waarin hij samen met Jan van Egmond, Gerard van Heemskerk, Jan van Wateringe en de stad Delft zich verbond om den hertoghe van Beyeren heren vanden lande te maken, werd op 23 augustus 1350 met 18 anderen in Delft doodgeslagen.
  • Boudewijn van Swieten (1371-1454), stamvader van het patriciërsgeslacht Van Swieten in Leiden.
  • Adriaen van Swieten (1532-1584), Geuzenleider tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
  • Gerard van Swieten (1700-1752), lijfarts van de keizerin van Oostenrijk
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.