Van Braam

Het geslacht van Braam is een patricisch geslacht dat bestuurders en militairen in Nederland voortbracht; één tak werd in 1816 (1821) in de adelstand verheven maar stierf in 1939 uit als adellijk geslacht. Van deze tak bestaan wel niet adellijke nazaten.

Familiewapen van Van Braam

Geschiedenis

Het geslacht heeft als stamvader Jacob Christiaensz. (van Braem), vermeld als poorter van ‘s-Gravenzande 1595, lakenverkoper aldaar, overleden aldaar 28 maart 1611.

  • Jacob Christiaensz. (van Braem) (-1611)
    • Abraham Jacobsz van Braam(en) (1594/1595-1656), onder andere burgemeester van Brielle
      • Gillis van Braemen (1630-1719)
        • Abraham van Braam (1664-1705), wiens achterkleinzoon Aegidius van Braam stamvader werd van de adellijke tak (zie hieronder)
        • Jacobus van Braam (1668-1703), luitenant in statendienst, trouwt 1698 Cornelia Houckgeest (1665-1716)
          • François Thomas van Braam (1700-1791), schout van Werkhoven, huwde eerst in 1722 Maria Helena van Rijssel (1691-1734) en later in 1735 Everhardina Catharina van Nimwegen

Aegidius van Braam (1758-1822) had erkenning aangevraagd om als gesproten uit een der oudste en aanzienlijkste geslachten, dat den zelfden oorspronk heeft als de graven Vilain XIV in de Nederlandse adel te worden toegelaten. Daar hiervoor het bewijs ontbrak adviseerde de Hoge Raad van Adel verheffing hetgeen bij KB van 8 juli 1816 werd verleend. Hij verzuimde jarenlang zijn adelsdiploma te lichten (betalen) waardoor zijn nobilitatie niet tot stand kwam. Een verzoek om vrijstelling van taxa werd afgewezen. Bij KB van 20 maart 1821 werd Van Braam opnieuw in de gelegenheid gesteld zijn adelsdiploma alsnog te lichten.

Jacob Andreas van Braam (1771-1820), neef (oomzegger) van Aegidius, had eveneens een adelsverzoek ingediend. Dit werd afgewezen omdat zijn oom niet was erkend vanwege oude adeldom, maar verheven bij de gratie van de koning.

Bekende telgen

Adellijke tak

  • Jhr. Aegidius van Braam (1758-1822), vice-admiraal en Ridder Militaire Willemsorde werd in 1816 verheven in de Nederlandse adel[1]
    • Jhr. Johannes Marius van Braam (1799-1864), onder andere 1e luitenant en kapitein inf. O.I.L.; trouwde in 1855 in Soerakarta met de Javaanse vrouw Pantes (Pentras), dochter van Kertodjojo en Nimi (Nini) Lemoe, waarbij het adeldom overging op hun kinderen. Johannes Marius van Braam was een begenadigd tekenaar. Er bevinden zich circa 20 tekeningen van hem in het Museum voor Volkenkunde in Leiden ("Afbeeldingen der Zeven Tempels van het Oengaransche Gebergte op het eiland Java.").[2]
      • Jhr. Johannes Marius van Braam (1850-1924), onder andere kapitein O.I.L
      • Jhr. George Marinus van Braam (1852-1921), onder andere officier O.I.L., boekhouder suikerfabriek Karang-Anom; uit hem spruit een niet adellijke tak van Braam voort via zijn erkende kinderen met de Javaanse vrouw Renggowati
      • Jkvr. Sophia van Braam (1854-1939); zij was de laatste van deze van Braam tak die van adel was[3]

Patricische tak Van Braam Houckgeest

  • Andreas Everardus van Braam Houckgeest (1739-1801)
    • Andreas Charles van Braam Houckgeest (1800-1873), lid van de Raad van State
      • Floris Adriaan van Braam Houckgeest (1837-1922), generaal-majoor
      • prof. dr. Jakob Pieter van Braam Houckgeest (1838-1889), hoogleraar (1877) ontleedkunde en embryologie te Groningen
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.