U 211 (Kriegsmarine)

De U-211 was een VIIC-type onderzeeër van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze stond onder bevel van korvettenkapitein Karl Hause. De U-211 was weer een van de zovele slachtoffers die in de bloedige maand november 1943 ten offer viel door geallieerde dieptebommen. U-211 was een van de eerste van een reeks U-boten die verloren zou gaan in deze novembermaand.

Vlag
U-211
Vlag
Overzicht
NaamseinU 211
Geschiedenis
Kiellegging29 maart 1941
Tewaterlating15 januari 1942
In dienst gesteld7 maart 1942
Uit dienst gesteld19 november 1943
Algemene kenmerken
Waterverplaatsingboven water
769 ton
onder water
871 ton
Afmetingen67,1 x 6,2 x 4,74 meter
Bemanning44 - 52 koppen
Techniek en uitrusting
Snelheidboven water
17,7 knopen
onder water
7,6 knopen
Portaal    Marine

Geschiedenis

7 november 1943 - Duitse Focke-Wulf Fw 190's rapporteerden weer een konvooi dat naar het noorden stoomde, maar toen de U-boten contact maakten, was het enige resultaat dat ze één van hun onderzeeërs verloren, zonder dat één enkel vijandelijk schip gekelderd werd, laat staan beschadigd. Het leek er op, dat het U-bootwapen in november weer zware klappen ging krijgen.

16 november - De waarde van verkenningsvliegtuigen werd duidelijk bewezen, toen weer een konvooi, dit keer van 66 schepen, gerapporteerd werd. Het waren de schepen van konvooi MKS-30 uit Gibraltar, die onder een gemeenschappelijk escorte voeren. Admiraal Dönitz gaf aan 26 U-boten bevel een onderscheppingslinie te vormen. Hij bleef het maar proberen...

18 november - Konvooi MKS-30 werd verkend door de 'wolfsbende' en besloot deze te volgen. Om 00.11 u., op 19 november, vond het treffen plaats. Het Britse fregat HMS Exe ramde de U-333, zodat de Duitser met zware schade naar zijn basis moest terugkeren. Maar toen had een van de onderzeeboten eindelijk succes: de Cantecleer, die door een akoestische torpedo in de achtersteven werd geraakt, moest weggesleept worden. Daarna verzadigden de Britten het gebied rondom het konvooi met escorteschepen. Hudsons, Vliegende Forten en Catalina's zwermden overdag boven het konvooi, en toen het donker werd verschenen Vickers Wellingtons met Leigh Light-zoeklichten die elke U-boot dreigden te verlichten die zo onverstandig was een periscoop boven water uit te steken.

19 november - Korvettenkapitein Karl Hause van de U-211, hoorde op de ruispeiler de langzaam draaiende scheepsschroeven van de vrachtschepen, en bijna geen sneljagende scheepsschroeven van de escorteurs. Het was nacht en hij besloot om toch maar te kijken met zijn periscoop. Het rood-licht werd aangestoken zodat zijn ogen, zich konden aanpassen aan de duisternis buiten. Juist op dit moment vloog een Vickers Wellington met zijn sterke zoeklicht constant aan, boven de zee en juist boven de plaats waar de U-211 zich bevond. Het verlichte schuimzog van de snellopende periscoop, verraadde de positie van de U-211, die prompt met dieptebommen werd aangevallen en bestookt. De U-211 was een van de onvoorzichtigen die onmiddellijk zonk. Hij had nog geen schot gelost.

19 november - Er arriveerden nog eens 9 escorteschepen, zodat het konvooi MKS-30 in totaal door 19 escorteurs bewaakt werd. Die nacht lanceerde Dönitz opnieuw een vastberaden aanval, maar het waren de escorteschepen die het eerst een slachtoffer maakten. De U-536 werd door dieptebommen gedwongen aan de oppervlakte te komen. De U-536 werd daarna met kanonvuur voorgoed onder de golven geschoten.

20 november - De volgende dag speelde de strijd zich in de lucht af. Escorterende vliegtuigen vielen Duitse verkenningsvliegtuigen aan en schoten er 2 neer. Aan beide zijden vielen slagen, en de U-618 wist een Sunderland-watervliegtuig neer te halen. Toen het donker begon te worden, woedde de strijd nog steeds voort met onverminderde hevigheid. De U-684 schoot een B-24 Liberator neer die brandend in zee stortte.

21 november - Om 04.30 u. 's morgens spoorde een torpedojager met zijn ASDIC de U-538 op, en na een jacht die 6 uren duurde, wist hij zijn ongelukkige tegenstander ten slotte met dieptebommen te vernietigen. In totaal waren 31 U-boten bij de aanval op konvooi MKS-30 betrokken geweest; niettemin werd er geen enkel cargoschip vernietigd of zelfs beschadigd.

Van de geallieerden werd een escorteschip beschadigd en werden 2 vliegtuigen neergehaald. De Duitsers verloren 3 onderzeeërs, terwijl er één beschadigd werd. Niet alleen verloren ze 3 onderzeeboten maar, wat zeer belangrijker was, een massa jonge mensen ! Toen hij de aanval beëindigd had, handelde Dönitz met bewonderenswaardige vasthoudendheid, want hij vormde opnieuw een linie van 16 onderzeeboten tegen twee andere konvooien die gemeld waren door Sectie B en door de Luftwaffe verkend, namelijk konvooi OS-59 en KMS-30, die een soortgelijke koers volgden. Maar deze keer was al een escorte naar het konvooi onderweg.

22 november - De escortegroep en de U-boot-formatie raakten met elkaar slaags. In de nacht van 22 november, toen het konvooi ongehinderd voorbij voer, leverden zij een gevecht dat resulteerde in de vernietiging van de U-468. Op die drukke scheepvaartwegen waren er voldoende doelen voor de Duitsers, en ze verplaatsten hun aanval voortdurend van het ene naar het andere konvooi. Maar telkens ze zich verplaatsten, werden ze door dezelfde 4e Escortegroep gevolgd. Het werd een meedogenloze achtervolging.

26 november - De volgende dag werd de U-618 ernstig beschadigd door dezelfde fregatten.

27 november - Op die datum arriveerde de 2e Escortegroep onder bevel van kapitein-ter-Zee F. J. Walker. Diezelfde nacht wist een Wellington-vliegtuigbommenwerper, uitgerust met een Leigh Light-schijnwerper, de U-542 tot zinken te brengen.

29 november - Een vliegtuig van de escorte-carrier USS Bogue (CVE-9) maakte een einde aan de carrière van de U-86. Slechts één onderzeeër was erin geslaagd het scherm van de escorteschepen te passeren en een aanval op het konvooi te doen, maar de torpedo's van deze boot misten hun doel. Hij werd voor zijn stoutmoedigheid met dieptebommen voorgoed beloond. Na die zware verliezen maakte Dönitz een eind aan de campagne in die wateren. Vrijwel zonder risico's konden de konvooien, beschermd door een zo grote concentratie van lucht- en zeestrijdkrachten, door de onderscheppingslinies van de U-boten heen breken.

Conclusie

Aangezien de wateren van het gehele westelijk deel van de wereld voor zijn strijdkrachten gevaarlijk bleken te zijn, moest Dönitz zich weer opnieuw ernstig beraden over zijn toekomstige strategie. Intussen eindigde op de konvooiroutes een jaar dat bloedig en rampzalig was voor het U-bootwapen in een vrijwel volkomen stilte.

December 1943 - Wat moest groot-admiraal Dönitz nu doen, na de vernietigende nederlaag die zijn strijdkrachten in al die maanden geleden hadden ? Waar hij ze ook heen zond, overal werden ze bedreigd door escortes, en telkens als ze naar hun bases terugkeerden ontbraken onder de bemanningen velen die met moed en geestdrift tegen de vijand waren uitgevaren. Admiraal Dönitz besloot, terwijl hij enkele lange afstandsvaartuigen liet maken, het grootste deel van zijn strijdkrachten voor de grote strijd van het komende jaar op te stellen in de westelijke toegangswegen van de Britse eilanden. In december gebeurde niet veel. Hij liet zijn U-bootbemanningen deze maand met rust zodat ze na de uitputtende voorbije strijd, goed konden uitrusten voor het volgende jaar. Ook de boten moesten dringend hersteld en opnieuw uitgerust worden..., want het komende jaar beloofde niet veel goeds, naargelang de strijd in Europa, en... voor de Duitsers algemeen...

Einde U-221

Tot zinken gebracht op 19 november 1943 ten oosten van de Azoren in positie 40°15' N. en 19°18' W. door dieptebommen van een Britse Vickers Wellington-vliegtuig (Squadron 179/F). Commandant Karl Hause en zijn 54 bemanningsleden kwamen door zijn onvoorzichtigheid om het leven.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.