U 201 (Kriegsmarine)

De U-201 was een type VIIC onderzeeboot van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. de U-201 stond onder bevel van kapitein-luitenant-ter-Zee Günther Rosenberg. Hij viel voor de laatste maal een konvooi aan op 17 februari 1943.

U-201 (achtergrond) en U-123 (voorgrond)

Geschiedenis

Op 30 januari 1943 nam de voormalige groot-admiraal Raeder, ontslag en admiraal Dönitz werd in zijn plaats opperbevelhebber. Het belangrijkste aspect van die promotie was dat Dönitz zich niet liet verleiden er voordeel van te trekken. In plaats van zich te laten afleiden van het voornaamste centrum van de strijd en zich bezig te houden met abstracte politiekmakerij, bleef hij vlagofficier van de U-boten en zijn U-bootmannen.

Op 31 januari werd het weer uiteindelijk beter, en werd eind van deze maand het eerste zeeschip, van dat jaar op de Noord-Atlantische konvooiroute, tot zinken gebracht. Het snelle konvooi HX-224 werd aangevallen en drie koopvaardijschepen werden tot zinken gebracht. Tot de overlevenden die werden opgepikt, behoorde een Britse officier die de Duitsers inlichtte over een ander konvooi, dat twee dagen achter HX-224 aan kwam.

2 februari 1943 - Dat was voor de Duitsers een buitengewoon waardevolle inlichting. Twintig U-boten werden geconcentreerd en tot een linie gevormd; de informatie van de gevangene officier bleek juist te zijn. Het konvooi stevende recht op de U-bootmeute af. Aangezien het bestond uit 63 schepen met oorlogsmaterieel, was het escorte bijzonder sterk en bestond uit niet minder dan twaalf escorteschepen.

Er ontstond dan ook een hevige strijd en driekwart van de U-boten werd in een ander stadium van de strijd met dieptebommen aangevallen. Drie onderzeeërs werden gekelderd, en twee anderen werden beschadigd, maar de 'wolfsbende' bracht dertien koopvaardijschepen tot zinken met een totaal van 60.000 ton scheepsruimte. Bij die ontmoeting was het hoofdzaak aan gebrek aan ervaring van de konvooi-escortes te wijten, dat de balans in het voordeel van de Duitsers doorsloeg.

17 februari - Ervaring en oefening waren wel aanwezig, toen op die datum het volgende konvooi verkend werd. Tot de escorte behoorden de beide oude U-boot-vijanden, HMS Fame en HMS Viscount, die twee U-boten tot zinken gebracht hadden toen in oktober, het jaar ervoor, konvooi SC-104 aangevallen werd. Hierbij ging de U-661 en de U-353 voorgoed naar onder.

Als gevolg van uitzonderlijk slechte weersomstandigheden konden slechts twee Duitse onderzeeboten vernietigd worden. HMS Viscount bracht de U-201 tot zinken en HMS Fame de U-69. De U-201 moest onderduiken toen Rosenberg, de torpedojager op hem zag af komen stormen, via zijn periscoop, met hoge snelheid. De jager was veel sneller dan de onderzeeër en zat meteen boven hem. De U-201 kreeg van kortbij fatale dieptebomtreffers te incasseren. Opstijgen naar de oppervlakte, was helaas niet meer mogelijk, doordat de beide druktanks gescheurd waren door de kortbije explosies, rondom de ongelukkige boot. De U-201 dook verder, nu voorgoed naar de zeebodem.

Gebeurtenis U-201

13 december 1941 - Een explosie in de haven van Brest, in Frankrijk, doodde een man, machinenobergefreiter (machine-opper-korporaal) Jozef Zander.

Einde U-201

De U-201 werd tot zinken gebracht op 17 februari 1943, door dieptebommen van de Britse torpedobootjager HMS Viscount, op positie 50°50' N. en 40°50' W. Alle Duitse bemanningsleden, waaronder hun commandant Günther Rosenberg verloren hierbij het leven.

Commandanten

Voorafgaand geregistreerd feit

(Laatste herziening door FDS/NHB gedurende april 1997). - Gezonken op 17 februari 1943, ten oosten van Newfoundland, in positie 50°36' N. en 41°07' W., door dieptebommen van de Britse torpedobootjager HMS Fame. Deze aanval was verantwoordelijk van het tot zinken brengen van de U-69.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.