Tuimelaar

De tuimelaar (Tursiops truncatus) is een dolfijnensoort.

Tuimelaar
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2019)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Cetacea (Walvissen)
Onderorde:Odontoceti (Tandwalvissen)
Familie:Delphinidae (Dolfijnen)
Geslacht:Tursiops
Soort
Tursiops truncatus
(Montagu, 1821)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Tuimelaar op Wikispecies
Portaal    Biologie
Zoogdieren

Kenmerken

Deze robuuste, maar gestroomlijnde, grijze dolfijn heeft een duidelijke snuit. De lichtkleurige onderkaak is net iets langer dan de bovenkaak. De tuimelaar heeft een sigaarvormig lichaam met een slank staartstuk, spitse vinnen, grijze bovendelen en een witte buik. Wereldwijd is het een veelvoorkomende dolfijnensoort. Tuimelaars die langs de Nederlandse en Belgische kust gevonden werden, varieerden in lengte van 110 cm tot 380 cm. Hun gemiddelde lengte bedroeg 270 cm. De kleinste exemplaren, zogenaamde neonaten (pasgeboren individuen van minder dan 140 cm), spoelden tussen mei en september aan. De tuimelaars uit de Noordzee zijn in het algemeen nogal zwaargebouwde dieren en veel robuuster dan soortgenoten uit de tropen.

Leefwijze

De tuimelaar is een sociale dolfijn die meestal in groepen wordt gezien. De normale groepsgrootte schommelt tussen de 5 en 20 exemplaren, maar tijdens de trek of bij drijfjachten worden soms aanmerkelijk grotere samenscholingen gezien. Voor onderlinge communicatie heeft de tuimelaar weliswaar een heel scala aan geluiden ontwikkeld, maar of men van een taal mag spreken is nog onduidelijk. Met behulp van sonar, hun onderwaterradar, kan de tuimelaar zich ook in troebel water uitstekend oriënteren en zijn prooi, voornamelijk vis, opsporen.

De tuimelaar slaapt met één hersenhelft tegelijk. Zo kan de ene hersenhelft rusten, terwijl de andere bij bewustzijn blijft. Zo zorgt hij dat hij niet verdrinkt in zijn slaap, hij moet immers aan de oppervlakte komen om adem te halen. Deze manier van slapen is ook een bescherming tegen vijanden onder water.

Dolfijnen worden onder water geboren. De staart komt het eerst (=stuitligging), waardoor het kalf niet tijdens de geboorte verdrinkt.

Intelligentie

De tuimelaar scoort ongetwijfeld hoog in discussies over intelligente dieren, bijvoorbeeld op basis van zijn prestaties in het dolfinarium, de inzet bij verschillende marines en de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Zo is bekend dat tuimelaars een eigen fluittoon hebben die vergelijkbaar is met menselijke namen: zij zelf en anderen gebruiken die 'naam' in communicatie. Tuimelaars kunnen deze tonen jarenlang onthouden, wat wijst op een sterk ontwikkeld geheugen.[2][3] De televisiedolfijn Flipper was ook een tuimelaar.

Voorkomen

In Nederland was de tuimelaar tot in de eerste helft van de 20e eeuw een inheemse soort. In het voorjaar joegen troepen tuimelaars in de westelijke Waddenzee op Zuiderzeeharing. Na het afsluiten van de Zuiderzee rond 1960 verdween de tuimelaar echter uit de Nederlandse wateren. Hij staat momenteel op de Nederlandse Rode Lijst voor zoogdieren vermeld als ernstig bedreigd.[4]

Tand van een tuimelaar in een halsketting

Omdat tuimelaars zeldzaam zijn in de kustwateren van de Lage Landen, is het zaak om dolfijnen niet overhaast op naam te brengen. De naam 'tuimelaar' ligt bij velen nog voor op de tong, terwijl de witsnuitdolfijn in onze omgeving de laatste jaren veel talrijker is. Het voorkomen van de tuimelaar in Nederland en België is sporadisch en onvoorspelbaar, maar vooral tamelijk zeldzaam. Solitaire dolfijnen kunnen zo goed als overal opduiken, maar het meest recente geval was de tuimelaar die in augustus 2007 langdurig bij de Brouwersdam verbleef. In 2004 trokken enkele groepen tuimelaars volkomen onverwacht het Marsdiep bij Texel in, om vervolgens ook weer uit deze omgeving te verdwijnen.

In de Noordzee komen tegenwoordig op twee plaatsen tuimelaars voor: langs de Schotse oostkust tussen Inverness en St. Andrews en in Het Kanaal. In Schotland huist bij St. Andrews een standvastige, goed onderzochte, maar vooral tamelijk kleine populatie. Bij North Kessock (Inverness) kunnen in de riviermonding dagelijks tuimelaars waargenomen worden, maar ook langs de boulevard van Aberdeen en in de drukke havenmonding zijn meldingen van tuimelaars gewoon. Ten zuiden van Aberdeen is een waarneming vanuit de trein zelfs verre van denkbeeldig. De populatie telt ongeveer 110-175 individuen, maar de laatste jaren lijkt de populatie zowel kleiner te worden, als een steeds groter kustgebied te betrekken. Tot aan Newcastle in Noordoost-Engeland worden nu geregeld tuimelaars gezien.

In Het Kanaal zijn de Normandische en Bretonse kustwateren een goede plek om naar tuimelaars uit te kijken. In het zuidoosten van Engeland worden de meeste tuimelaars in mei en van augustus tot september gezien.

Externe links, beelden en bronnen

  • Meij S.E.T. van der & C.J. Camphuysen 2006. Distribution and diversity of whales and dolphins (Cetacea) in the southern North Sea: 1970-2005. Lutra 49(1): 3-28.
  • Ham N.F. van der, Platteeuw M., & Camphuysen C.J. 1992. Tuimelaar Tursiops truncatus bij Camperduin. Sula 6(3): 106-108.
  • Kleef H.L. 1993. Tuimelaars Tursiops truncatus in de Dollard. Lutra 36: 94-96.
  • Verwey J. 1975. The cetaceans Phocoena phocoena and Tursiops truncatus in the Marsdiep area (Dutch Wadden Sea) in the years 1931-1973, part 1. Publ. & Versl. Nederl. Inst. Onderz. Zee, 17a: 1-98.
  • walvisstrandingen.nl
  • Hele site over tuimelaars
  • SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen
  • Kaarten met waarnemingen:
Zie de categorie Tursiops truncatus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.