Toshiba

In oktober 2006 kocht Toshiba voor US$ 5,4 miljard Westinghouse Electric Company.[3] Westinghouse had in 2005 een omzet van US$ 1,9 miljard en behaalde een marginale winst.[3] Na de overname werden de nucleaire activiteiten binnen Toshiba driemaal groter. Toshiba is vooral bekend met kokendwaterreactoren (BWR) en heeft een goede positie in Japan terwijl Westinghouse wereldwijd actief is met drukwaterreactoren (PWR).[4] De markt was eindelijk herstellende na de grote ongelukken met kerncentrales in Pennsylvania (1979) en Tsjernbyl (1986). De vooruitzichten waren zo gunstig dat er zelfs gesproken werd van een nucleaire renaissance.[3] De opleving kwam echter ten einde na de kernramp van Fukushima in 2011. In maart 2017 moest Westinghouse bescherming aanvragen tegen haar schuldeisers, waardoor het concern in staat van surseance is gekomen.

In 2015 nam Westinghouse het bedrijfsonderdeel Stone & Webster over van Chicago Bridge & Iron.[5] De overnamesom was US$ 230 miljoen.[5] Stone & Webster en Westinghouse werken samen aan twee nieuwe kerncentrales in de Verenigde Staten, de V.C. Summer centrale in South Carolina en de Alvin W. Vogtle centrale in Georgia.[5] Beide projecten lopen achter op de planning en de kosten zijn ook hoger dan verwacht. In december 2016 maakte Toshiba bekend dat hierdoor een grote voorziening noodzakelijk is. Na het grote verlies in 2016 is de solvabiliteit van Toshiba al gedaald naar een zorgwekkend niveau en kan door de problemen rond Stone & Webster verder verslechteren.[5] Op 14 februari 2017 schreef Toshiba € 5,9 miljard (ruim 700 miljard yen) af op de nucleaire divisie.[6] Toshiba zal mede hierdoor haar boekjaar 2016/17 afsluiten met een nettoverlies van ruim €3 miljard en een negatief eigen vermogen.[6]

In juli 2015 kwam een boekhoudschandaal naar boven. Vanaf 2008 had het bedrijf de winst met 152 miljard yen, circa US$ 1,2 miljard, te hoog vastgesteld.[7] Dit bedrag correspondeert met 30% van de winst voor belastingen in deze zeven jaar. Uit een onderzoek bleek dat de bedrijfsleiding onrealistische winstdoelen stelde die alleen gehaald konden worden als de inkomsten gunstiger en de kosten lager werden voorgesteld dan boekhoudkundige verantwoord was.[7] Toshiba overweegt bedrijfsonderdelen, financiële deelnemingen en vastgoed te verkopen om het gat in de financiën te dichten en ook zal tijdelijk geen dividend worden uitgekeerd.[7] Op 30 juli waren negen topbestuurders naar aanleiding van het schandaal opgestapt en de zittende bestuurders hebben een forse salarisverlaging gekregen.[8] Toshiba staat bekend op zijn goede corporate governance. Dit is het grootste Japanse boekhoudschandaal sinds 2011, toen moest Olympus Corporation US$ 1,7 miljard aan verliezen nemen nadat ook daar boekhoudfraude was geconstateerd.[7] Op 7 september 2015 rapporteerde Toshiba gecorrigeerde cijfers. In totaal werd de winst over de betreffende jaren met 110 miljard yen in totaal naar beneden bijgesteld.

In december 2015 meldde Toshiba het lopende boekjaar af te sluiten met een recordverlies van 550 miljard yen (circa € 4,2 miljard).[9] De helft van dit bedrag is een gevolg van een grote reorganisatie waarbij zo’n 10.600 banen verdwijnen.[9] Deels gaan deze banen over naar een nieuwe eigenaar wanneer er kopers voor de bedrijfsactiviteiten worden gevonden. Vooral bij de bedrijfsonderdelen voor televisie’s en Personal computer’s wordt flink gesaneerd. Toshiba zal de verkoop van consumentenlaptops in Europa staken en deze alleen nog verkopen in de Verenigde Staten en Japan.

In maart 2016 kocht Canon de medische divisie van Toshiba voor € 5,3 miljard.[10] Toshiba kwam in financiële problemen na het boekhoudschandaal en met de verkoop kan het bedrijf schulden aflossen en de solvabiliteit verbeteren.[10]

In juni 2017 werden de kopers van het bedrijfsonderdeel Electronic Devices & Components van Toshiba bekend gemaakt.[11] Toshiba is een van de grootste fabrikanten van flashgeheugenchips ter wereld. De verkoop was noodzakelijk vanwege grote financiële problemen bij het nucleaire bedrijfsonderdeel. Er waren diverse partijen geïnteresseerd, maar het plan van een consortium van Japanse en Koreaanse bedrijven en de Amerikaanse private equity investeerder Bain Capital was het meest aantrekkelijk.[11] Zij boden 2,1 biljoen yen (ongeveer € 17 miljard) voor de chipsactiviteiten.[11] De Amerikaanse partner van Toshiba, Western Digital, stapte naar de rechter om de verkoop te blokkeren. Toshiba heeft de verkoop aan Bain Capital en partners doorgezet en neemt hierbij het risico dat de rechter Western Digital uiteindelijk gelijk geeft.[12] Op 20 september 2017 werd de verkoop afgerond.[12]

Producten van Toshiba zijn: (digitale) kopieermachines, laptops, harde schijven, RAM-geheugen, elektronische onderdelen, televisies, videorecorders, medische apparatuur, cd- en dvd-spelers en beamers. De meeste producten worden geleverd aan andere bedrijven en slechts een zesde van de omzet wordt behaald door de directe verkoop aan particulieren.[13]

De ontwikkelingsafdelingen van Toshiba deden veel belangrijke uitvindingen, waaronder:

• 1921 Elektrische gloeilamp met dubbelgewikkelde gloeidraad
• 1954 Digitale computer TAC; de eerste Japanse radar
• 1959 Transistor-televisie, eerste videoleesapparaat (videorecorder)
• 1967 Eerste postcodeleesmachine
• 1970 Eerste kleurenvideofoon
• 1985 Eerste laptopcomputer
• 1989 Eerste notebookcomputer
• 1995 Eerste dvd-speler
• 1996 Eerste subnotebookcomputer
• 2002 Eerste flexibele 8,4-inch-lcd-kleurendisplay
• 2004 Kleinste harde schijf: 2,16 cm
• 2007 Eerste dynamische volume CT-scanner