Brug 360

Brug 360 is een stalen ophaalbrug in Amsterdam-Zuid, ze is alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers.

Brug 360
Brug 360 (oktober 2012)
Algemene gegevens
LocatieAmsterdam-Zuid
Coördinaten52° 21 NB, 4° 51 OL
OverspantSchinkel
Lengte totaal37 m
Breedte9 m
Doorvaarthoogte2,10 +NAP m
Doorvaartbreedte(midden) 12 m
BeheerderDIVV
Ook bekend alsThéophile de Bockbrug
De Theophile
Bouw
Bouwperiode1973-1975
Gebruik
Huidig gebruikvoetgangers, fietsers
Architectuur
Typeophaalbrug
Architect(en)Publieke Werken
Dirk Sterenberg
Materiaalstaal
Bijzonderhedenbrugwachtershuis, kubus

Portaal    Verkeer & Vervoer

Ze ligt in een doorgaande fietsroute vanuit het Vondelpark via de Schinkelhavenstraat richting Amsterdam Nieuw-West naar de Théophile de Bockstraat. Ze overspant de Schinkel, hier onderdeel van de Staande mastroute, met haar kades Sloterkade en Schinkelhavenkade. De brug ligt in de omgeving waar vroeger de overhaal Overtoomse sluis lag. De brug is echter van aanmerkelijk jongere datum.

De plannen voor een eerste brug hier dateren van rond 1950, maar er was geen haast bij. De Amstelveenseweg met de bruggen Overtoomse Sluis en Zeilstraatbrug hadden voldoende capaciteit om het verkeer af te voeren. Voetgangers en fietsers moesten flink omwandelen/rijden. Ook koningin Wilhelmina der Nederlanden moest met haar gevolg in 1931 hier omrijden op een rit naar Schiphol.[1] In 1971 kwam de afdeling Stadsontwikkeling met een plan het langzaam en snel verkeer meer van elkaar te scheiden, met name op de doorgaande routes oost-west en noord-zuid. Er werd toen gedacht aan de brug over de Schinkel hier.[2] In november 1972 was er echter nog geen beslissing genomen. De situatie werd nijpend, vanwege het almaar toenemende autoverkeer en het feit dat de routes (Overtoomse sluis en Zeilstraatbrug) vaak werd gebruikt door fietsende schoolgaande kinderen. Dat toenemende verkeer werd mede veroorzaakt vanwege een bouwstop aan de Rondweg Amsterdam, die daardoor bij de Cornelis Lelylaan (de uitvalweg naar Nieuw-West) ophield. Op vragen, wanneer de brug dan wel zou komen, antwoordde de gemeente dat als ze nu (november 1972) gingen bouwen, de brug pas over drie jaar klaar zou zijn.[3] In juli 1974 kwam het bericht dat er eindelijk gebouwd ging worden, een stalen ophaalbrug met drie doorvaarten van 4,78, 12,10 en 6,55 meter. Bouwwerken moesten plaatsvinden in een krappe omgeving. Men had toen het optimisme dat de brug binnen een jaar klaar zou zijn.[4] In 1975 kon de brug inderdaad geopend worden.[5] Vanaf toen kon men vanaf dit punt rechtstreeks doorfietsen naar Slotervaart, Osdorp en Badhoevedorp.

De brug is een ontwerp van de Dienst der Publieke Werken. De architecten Dirk Sterenberg (vormgeving) en Ir. J. Dirksen (techniek) kwamen met het ontwerp naar buiten in het blad Werk in Uitvoering. Er moest nog wel geld gevonden worden; uiteindelijk werd de brug aangelegd met geld van het Ministerie van Sociale Zaken, potje "Aanvullende werkgelegenheid". Sterenberg kwam met een opmerkelijk uiterlijk; het is een van de eerste ophaalbruggen waarbij de twee balanspriemen niet met elkaar verbonden zijn. Ook de bouwmethode was uitzonderlijk. De betonnen bekisting voor de kelders werd namelijk boven de waterlijn gebouwd. In die kelders waren uitsparingen gelaten voor de heipalen waarop de hameipalen zouden gezet. Zodra dat klaar was liet men de kelders over die palen zakken en werden vervolgens de kelders dichtgemetseld. De brug is uitgevoerd in de kleuren geel en zwart met rode accenten; deze kleuren zijn tevens zichtbaar aan de onderkant van de overspanning. Wat de brug ook bijzonder maakte was dat in het ontwerp ook een brugwachtershuisje, staand boven het water, was meebegrepen en te bereiken via een trap. Het aluminium geheel staat op een betonnen paal met een dragende betonplaat. Dit kubusachtige huisje werd al snel nutteloos, want de brug werd niet veel later door personeel vanuit de twee eerdergenoemde bruggen bediend. De brug werd daarbij via het bedieningspaneel in een hokje bediend. Het brugwachtershuisje diende enige tijd tot meditatieruimte (een mini-klooster), ingericht door kunstenaar Emmeline de Mooij. In 2018 kon het huisje geboekt worden als hotelkamer(tje) (Sweets Hotels). Het uiterlijk kreeg een kleurvlakindeling mee, die doet denken aan werk van Piet Mondriaan. Voorts is aan de stadzijde een kunstwerk geïntegreerd in het uiterlijk. Het bestaat uit een gekantelde witte kubus met inkepingen, die rust op een ribbe gesteund door een V-vormige uitsnit in twee betonnen platen. Officieel is de kunstenaar onbekend, maar vermoed wordt dat Sterenberg het ontworpen heeft; het is sinds de opening van de brug al aanwezig.[6][7]

In 2017 werd de brug enige tijd uit dienst genomen vanwege groot onderhoud.

De brug stond in de omgeving bekend als Théophile de Bockbrug, bij brugpersoneel De Theophile, net als de straat vernoemd naar kunstenaar Théophile de Bock. In 2016 schrapte de gemeente Amsterdam alle officieuze benamingen voor bruggen etc. Sindsdien gaat zij naamloos door het leven, alleen aangeduid met haar nummer.

Kleurrijke val (juni 2019)

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.