Ter Hunnepe

Ter Hunnepe is de naam van een voormalig klooster direct ten zuidoosten van de stad Deventer op de grens van de Nederlandse provincies Overijssel en Gelderland.

Geschiedenis

In 1225 gaf de generaal-abt van de Cisterciënzer kloosterorde, Konrad von Urach, toestemming tot het stichten van o.a. een zusterklooster in Horst, nabij Deventer. Dit werd bevolkt met nonnen uit het klooster Hönnepol in Hönnepel bij Kalkar. Dit verklaart de naam Ter Hunnepe. Dit eerste klooster ging bij een brand in 1253 geheel verloren. In 1266 werd een Cisterciënzer vrouwenklooster gesticht aan de zuidoostrand van de stad Deventer , op de grens van Overijssel en Gelderland. Het stond onder het gezag van het klooster Altencamp bij Keulen. De zusters waren afkomstig uit de Overijsselse en Gelderse adel. In 1280 waren er ca. 30 geprofeste nonnen in het klooster aanwezig. Ze bezaten ca. 50 boerderijen, twee watermolens en een windmolen. De kloosterdiscipline liet herhaaldelijk te wensen over; uit bewaard gebleven documenten uit 1548 en 1570 blijkt, dat het moederklooster soms rigoureus ingreep om het kloosterleven weer in overeenstemming met de kloosterregel te brengen. Tevergeefs. In 1578 werd het klooster verwoest bij een beleg van Deventer. De soldaten van Rennenberg staken het in brand. Het klooster beschikte in ieder geval sinds 1434, doch volgens enkele bronnen al sinds 1368, aan de Menstraat in de binnenstad van Deventer over een refugiehuis ( huidig adres Menstraat 22). Veel zusters waren rond 1570 hervormd geworden en tijdig naar dit refugiehuis uitgeweken. Het klooster werd een wereldlijk stift; de abdis en de jufferen ( die bij intreding aan de hand van een kwartierstaat moesten aantonen, van adel te zijn) waren soms protestant, anderen bleven, in de traditie van hun familie, katholiek. Zij bleven in het bezit van hun goederen tot 1813; toen werd het totale bezit geveild.

Overblijfselen

Het poortgebouw van Klooster Ter Hunnepe, na de sloop van het klooster het enige overblijfsel ervan, viel in 1919 aan de slopershamer ten offer. Diverse 18e- en 19e-eeuwse schilders en tekenaars, onder wie Jan de Beijer, hebben daar afbeeldingen van gemaakt, die in diverse musea in de regio te zien zijn.

Op oude kaarten, o.a. van Tramezzini, anno 1558, werd Ter Hunnepe steeds duidelijk aangegeven. Tot begin 1900 was het oorspronkelijke poortgebouw nog duidelijk aanwezig in het landschap. Ook de boerderij Somervaart, direct naast de kloosterruïne gelegen, was tot 1970 aanwezig. In 2000 is daarvan niets meer te zien. Wel is er een straat in Deventer naar genoemd. De autoweg A1 vormt de zuidgrens en de spoorlijn Deventer-Zutphen de oostgrens van de plaats. Voorafgaande aan de aanleg van deze autosnelweg werd begonnen met systematisch archeologisch onderzoek; dit was pas in 1995 afgerond.

Het stiftsarchief , dat de periode 1581- 1813 beslaat, is bewaard gebleven en bevindt zich in het archief van het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle. Ook een belangrijk deel van het kloosterarchief, dat de periode 1225- 1580 beslaat, wordt in dat archief bewaard. Daar bevinden zich ook twee boeken uit het bezit van dit klooster: een martyrologium, een boek met de levensbeschrijvingen van martelaren, gemaakt tussen 1224 en 1237, en ook een gedrukt missaal, gedateerd 1512. Het Rijksmuseum Amsterdam bezit uit de kloosterschat o.a. een kokosnootbeker met zilveren vatting en een beker van serpentijn (uitgeleend aan het Stedelijk Museum Zwolle).

De website www.deventertoenennu.nl toont een afbeelding van het poortgebouw van rond 1900; op deze site zelf staat ten onrechte, dat dit een afbeelding van de kloosterkerk is.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.