Syndroom van Rett

Het syndroom van Rett, ook wel stoornis van Rett, rettsyndroom of kortweg rett, is een aangeboren aandoening die vrijwel alleen bij meisjes voorkomt[1] en leidt tot ernstige geestelijke en lichamelijke invaliditeit. De stoornis is vrij zeldzaam, met circa tien nieuwe gevallen per jaar in Nederland, een incidentie van 1 meisje per 12 000 tot 1 per 18 000.

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Syndroom van Rett
Coderingen
ICD-10F84.2
ICD-9330.8
OMIM312750
DiseasesDB29908
eMedicinemed/3202
MeSHC10.574.500.775
Portaal    Geneeskunde

In termen van klassieke genetica gaat het om een X-gebonden dominante stoornis die bij jongetjes letaal is, dat wil zeggen: al voor de geboorte dodelijk. In DSM-IV werd het syndroom gezien als een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Sinds in mei 2013 DSM-5 ingevoerd is, bestaat het syndroom van Rett niet meer als losse diagnose maar wordt het tot de categorie van de autismespectrumstoornissen[2] gerekend.

Kenmerken

Het syndroom bestaat uit een aantal neurologische stoornissen en wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het ontbreken (uitblijven) van een bepaalde normale ontwikkelingsfase, dat waarschijnlijk wordt veroorzaakt door een niet goed functionerend gen. De diagnose wordt in eerste instantie gesteld op basis van dit kenmerkende ontwikkelingsverloop, maar wordt bevestigd door genetisch onderzoek. Bij ongeveer 80% wordt een stoornis aan het betreffende gen aangetroffen.

Fase I

Na een normale prenatale ontwikkeling, een geboorte op of rond het verwachte tijdstip en een normale ontwikkeling tot de 6e à 18e levensmaand, stagneert de ontwikkeling. De ontwikkeling van de hersenen vertraagt, de ontwikkeling van sociale vaardigheden en spelontwikkeling komen tot stilstand. Dit beschouwt men als de knik in de ontwikkeling en is vaak het eerste en enige symptoom dat duidt op deze afwijking.

Het hoofd is vaak kleiner dan dat van leeftijdsgenootjes en meestal blijft dit zo gedurende het hele leven van de patiënt.

Fase II

De ontwikkeling van het kind komt tijdelijk tot stilstand, gevolgd door achteruitgang. Verworven vaardigheden zoals spraak en lopen gaan achteruit en het doelbewust gebruik van de handen gaat langzamerhand verloren. Er is vrijwel altijd sprake van mentale retardatie, een ernstige vermindering van de intelligentie. Het kind keert ook in zichzelf en vertoont autistisch gedrag, waar het voorheen nog sociaal was en contact legde met de omgeving.

Er ontstaan stereotiepe handbewegingen: typisch voor kinderen met het syndroom van Rett is het handen wringen, vaak op borsthoogte in de middellijn. Wat later in deze fase treedt vaak epilepsie op, die na een aantal jaren vaak weer vermindert. Dikwijls is ook het ademhalingspatroon ongewoon. Ernstige obstipatie komt veel voor.

Het kind wordt in deze fase vaak moeilijk handelbaar. Het heeft ontroostbare huil- en/of gilbuien, en/of (vaak onverklaarbare) lachbuien en raakt snel geïrriteerd. Misschien komt dit doordat het kind zich moeilijk kan uiten vanwege de dysfasie en dyspraxie, maar het kan ook te maken hebben met de kenmerken die aan autisme doen denken: kinderen met autisme hebben deze 'buien' vaak ook. De oorzaken in dat geval kunnen zijn: dwangmatigheid, overprikkeling of overgevoeligheid voor geluiden. Ook kan een huilbui een gevolg zijn van een epileptische aanval.

Fase III

Ongeveer tussen het tweede en tiende levensjaar verbetert het gedrag van het kind en is het minder in zichzelf gekeerd. Er is weer vooruitgang en het meisje voelt zich kennelijk wat beter. Veel van de kinderen met het syndroom van Rett blijven hun leven lang in deze fase.

Fase IV

Na het tiende levensjaar treedt de vierde fase op, maar soms bereikt een persoon deze fase veel later of zelfs helemaal niet. Ze kenmerkt zich door een nieuwe achteruitgang, meestal uitsluitend op motorisch vlak. Veel meisjes met rett ontwikkelen een scoliose, sommige meisjes die konden lopen, kunnen dit dan niet meer. Op andere vlakken blijft de toestand stabiel of kan er een verbetering optreden. De epilepsie neemt vaak af of is beter instelbaar op medicatie. Het (oog)contact met mensen om de persoon heen kan verbeteren.

Oorzaken

Bij tachtig procent van de mensen met klinische symptomen van het rettsyndroom is er een defect aantoonbaar in het MeCP2-gen, dat op het X-chromosoom ligt. Men vermoedt dat er in de overige gevallen een stoornis is in de stofwisselingsketen waarin MECP2 zijn functie uitoefent. Deze functie bestaat uit het in- en uitschakelen van een aantal andere genen; het rettsyndroom is het eerste syndroom bij mensen waarvan aangetoond is dat het mechanisme verloopt via de regulatie van de genexpressie door gemethyleerd DNA. De diagnose rettsyndroom wordt dus op dit moment nog gesteld op klinische gronden (dat wil zeggen de verschijnselen die bij de patiënte waarneembaar zijn), en is niet equivalent met het vinden van een afwijking in het desbetreffende gen, hoewel er een aanzienlijke overlap tussen die twee bestaat. Er is inmiddels door toepassing van genetische technieken een muis gecreëerd die een soortgelijk gendefect heeft en inderdaad soortgelijke symptomen vertoont. Recent is een ander gen ontdekt waarvan defecten tot rett-achtige symptomen kunnen leiden, genaamd CDKL5. Gevallen met een dergelijke mutatie hebben een iets andere presentatie, met al in een eerder stadium epileptische aanvallen. Het rettsyndroom is onderwerp van intensief onderzoek met tientallen medisch-wetenschappelijke publicaties per jaar.

Behandeling en vooruitzichten

Patiënten hebben bij goede verzorging een nagenoeg normale levensverwachting, maar zijn ernstig verstandelijk en lichamelijk gehandicapt. De kans op herhaling in het gezin bij een volgende geboorte is in bijna alle gevallen klein, aangezien het meestal om een toevallige, nieuwe mutatie gaat. Omdat de oorzaak nog niet aangepakt kan worden, spitst de behandeling van het rettsyndroom zich nog toe op de behandeling van symptomen. De aandacht moet vooral uitgaan naar het voorkomen of tijdig onderscheppen van veel voorkomende medische problemen, zoals epilepsie, scoliose en slikproblemen (van neurologische aard).

Een kind met het syndroom van Rett heeft intensieve begeleiding nodig van een logopedist, kinesitherapeut en/of ergotherapeut. Het kind communiceert moeilijk en voor elk kind afzonderlijk moet een vorm gezocht worden om zich te uiten. Vanwege de afasie en apraxie is dit zowel voor de patiënte als voor de mensen om haar heen een zware en moeilijke opdracht die ontmoedigend kan zijn als men de doelen te hoog stelt.

Erfelijkheid

Dat jongetjes het syndroom zelden hebben, betekent waarschijnlijk dat de mutatie bij hen dodelijk is in een vroeg stadium in de zwangerschap - jongens hebben immers maar één X-chromosoom en kunnen een fout daarin dus niet compenseren, zoals een meisje dat met haar andere X-chromosoom wel kan. Het rettsyndroom kan echter wel voorkomen bij jongetjes met het syndroom van Klinefelter. Een jongen met dit syndroom heeft een extra X-chromosoom en kan daardoor overleven.

Doordat er bij meisjes in een vroeg stadium van de embryonale ontwikkeling een van de twee X-chromosomen in iedere cel wordt gedeactiveerd, kan het syndroom van Rett zich waarschijnlijk op veel manieren uiten, waarbij de symptomen ernstiger zijn naarmate er minder normaal functionerende X-chromosomen zijn overgebleven. Omdat patiënten met syndroom van Rett zich normaliter niet voortplanten, is vrijwel ieder geval van de aandoening een sporadisch, niet overervend geval. De licht verhoogde kans op herhaling (minder dan één procent) in hetzelfde gezin berust waarschijnlijk op zeer lichte, niet herkende gevallen bij de moeder.

Ontdekking

De ziekte is al in de zestiger jaren van de 20e eeuw door de Oostenrijkse kinderarts Andreas Rett beschreven, maar kreeg pas in 1983 na een publicatie van Hagberg et al. in de Annals of Neurology in de Angelsaksische literatuur meer bekendheid. In 1999 werd het oorzakelijke gen ontdekt en dit werd gepubliceerd in Nature genetics door dr. Huda Zoghbi en haar onderzoeksteam van het Baylor College of Medicine, Houston, Texas.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.