Symfonie nr. 10 (Mahler)

De Tiende Symfonie in Fis van Gustav Mahler is het laatste werk waaraan hij is begonnen (1910).

Symfonie nr. 10
ComponistGustav Mahler
Soort compositieSymfonie
ToonsoortFis majeur
Compositiedatum1910
Première12 oktober 1924 (Ernst Krenek)
27 november 1924 (Mengelberg)
Duurca. 80 - 85 minuten
Vorige werkSymfonie nr. 9
OeuvreLijst van werken
Portaal    Klassieke muziek

Mahler had een schets gemaakt van de totale symfonie. Doordat hij echter nog delen van zijn 9e symfonie wilde reviseren, stopte hij met het werk aan de 10e. Mahler stierf op 18 mei 1911 voordat hij het werk kon afmaken.

Mahler heeft het eerste deel, het Adagio vrijwel geheel kunnen orkestreren, evenals het grootste gedeelte van het tweede deel en de eerste 30 maten van het korte centrale deel Purgatorio. De rest stond al wel op papier, maar globaal genoteerd (slechts melodielijnen), met nog lang niet voldoende aanwijzingen om door een symfonieorkest te kunnen worden uitgevoerd. Het eerste deel is een tijd lang als los muziekstuk uitgevoerd. Alma Mahler, zijn weduwe, heeft de uitvoering van de afgeronde gedeelten lang tegengehouden.

Uitvoeringsversies

De Britse musicoloog Deryck Cooke heeft aan de hand van de notities van Mahler, samen met dirigent en componist Berthold Goldschmidt, een versie met alle delen gemaakt die geschikt is voor uitvoering. De eerste uitvoering van deze versie vond plaats op 13 augustus 1964 tijdens een concert van de Londense Proms door het London Symphony Orchestra onder leiding van Berthold Goldschmidt. Daarna heeft Cooke het werk nog gereviseerd met Colin Matthews en diens broer David Matthews, beide Britse componisten. De eerste publicatie en uitvoering hiervan vond plaats in 1972.

Ook anderen hebben een poging gewaagd het werk geschikt te maken voor uitvoering. Een voorbeeld van een andere reconstructie is die van de Russisch-Zwitserse Rudolf Barschai. De versie van Cooke, die zelf altijd benadrukt heeft dat het slechts gaat om een "performing version" van de nagelaten schetsen en uitdrukkelijk geen "voltooiing" van de symfonie, wordt door sommigen als definitief beschouwd. De symfonie in deze bewerking werd voor het eerst opgenomen in 1965 door Eugene Ormandy en het Philadelphia Orchestra, en werd later uitgevoerd door vele dirigenten, onder wie Simon Rattle met zowel het Bournemouth Symphony Orchestra als de Berliner Philharmoniker, en Riccardo Chailly met het Radio Symphonie Orchester Berlin. Een uitvoering door het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Rattle werd door critici niet als volledig geslaagd beschouwd: dirigent (nog zeer jong) en orkest (behoudend) waren onvoldoende op elkaar ingespeeld. Sommige dirigenten, onder wie Mahler-specialist Bernard Haitink, willen niets te maken hebben met de uitvoeringsversies van de Tiende symfonie. Haitink heeft alleen het openingsdeel willen dirigeren. De andere delen zijn hem te speculatief en het is volgens hem maar de vraag hoe het eindresultaat geworden zou zijn als Mahler in staat was geweest het werk te voltooien.

Op 22 september 2001 ging in Perugia een nieuwe uitvoeringsversie van de Italiaanse musicologen Giuseppe Mazzuca en Nicola Samale in première door de Wiener Symphoniker onder leiding van Martin Sieghart. Deze uitvoeringsversie is gespeeld door Het Gelders Orkest onder leiding van Martin Sieghart, in december 2007 en opnieuw in februari 2010.

Delen

  1. Adagio - 275 maten, geheel georkestreerd
  2. Scherzo. Schnelle Viertel (Snelle kwarten) - 522 maten, gedeeltelijk georkestreerd
  3. Purgatorio. Allegretto moderato - 170 maten, waarvan de eerste 30 georkestreerd
  4. Scherzo. Allegro pesante. Nicht zu schnell Niet te snel - 579 maten, niet georkestreerd
  5. Finale. Langsam, schwer. Langzaam, zwaar. 400 maten, niet georkestreerd
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.