Stichting Proefdiervrij

De Stichting Proefdiervrij is een Nederlandse stichting die streeft naar de vervanging van proefdieren. Daarbij ligt de nadruk op het stimuleren van proefdiervrije technieken en onderzoeksmethoden.[1][2] De stichting kent verscheidene voorlopers waarvan de oudste in 1890 is opgericht.

Proefdiervrij
Vereniging AVS Proefdiervrij
Opgericht1994
Personen
DirecteurDebby Weijers (2017 -heden)
SleutelfigurenAntoinette Hertsenberg
Website

Oprichting en geschiedenis

Nederlandse Bond tot Bestrijding van de Vivisectie

De opstellers van een maandelijks vlugschrift (waaronder filosoof Felix Ortt) met de naam Androcles, dat 'opkwam voor de belangen der dieren', vormden in 1890 een groep met de naam 'Nederlandschen Bond tot Bestrijding der Vivisectie' (NBBV). Omdat de hoeveelheid werk met zo'n 600 leden hen te veel werd, werd in 1897 een vergadering gehouden, waar de statuten werden vastgesteld voor de officiële oprichting van de rechtspersoon vereeniging Nederlandschen Bond ter Bestrijding der Vivisectie, later Nederlandse Bond tot Bestrijding van de Vivisectie genoemd. Deze streefde naar “de volledige afschaffing van alle dierproeven”. De bond werkte vooral met artsen en publiceerde artikelen over de medische wereld en dierproeven.[2][3][4]

Anti Vivisectie Stichting

In 1929 ontstond binnen het bestuur onenigheid over de wijze van het bestrijden van dierproeven. De Haagse huisarts Pieter Pijl verliet de NBBV en richtte in 1931 de Stichting Anti Vivisectie Bond op, later Anti Vivisectie Stichting (AVS) genaamd. Dit deed hij om, in zijn hoedanigheid als arts, niet met slechts ethische maar ook met wetenschappelijke argumenten tegen dierproeven te strijden. Onder meer werden vlugbladen en boeken gepubliceerd om de juistheid van deze manier van onderzoek ter discussie te stellen, zoals Jenner en de vaccinatie en Vivisectie op menschen?. Ook werd de Dr. Pieter Pijl Stichting voor Vivisectie-vrije Leerstoelen opgericht, specifiek gericht op dierproeven in het onderwijs. Naar aanleiding van de laatstgenoemde werd door Commissie Prof. Aldershoff in 1932 een rapport uitgebracht. In de jaren 1960 was Z.D.H. Reinier III van Monaco beschermheer van de AVS.[5][6][7][8][9][10]

In de jaren 1980 werden enkele kleinere organisaties aan het secretariaat van de NBBV toegevoegd: Stichting Schoonheid Zonder Wreedheid (SSZW), Stichting Bevordering Alternatieven voor Dierproeven (BAVD), Stichting Proefdier & Wetenschap en het Inter Universitair Overleg Diergebruik (IUOD). Dit leidde tot de installeren als 'lid' van NBBV- en DierenBeschermings-beleidsmedewerker Bert van Dijk bij het 'Platform Alternatieven voor Dierproeven', een platform met vertegenwoordigers van de overheid, farmaceutische industrie (en dus NBBV en de DierenBescherming). NBBV-beleidsmedewerker Van Dijk sprak daarbij uit dat hij “geen direct totaalverbod op dierproeven wilde invoeren” (het is niet slim om je als vereniging te profileren met een doel dat je niet kan concretiseren) en dat hij “niet verwachtte dat zo'n commissie een bedrijf zou doen afzien van dierproeven”.[11][12]

Henk Smid, destijds ambtenaar bij het voor dierproeven verantwoordelijke ministerie, poogde in de jaren 1980 reeds richting een fusie te komen waarbij onder meer de NBBV, SSZW en de AVS zouden opgaan in De Dierenbescherming.[13]

Fusie AVS en NBBV

In 1994 veranderde de naam van de NBBV uiteindelijk in 'Proefdiervrij'. Januari 2000 werd een fusie (van 1 oktober 1999) tussen de Vereniging NBBV en de Anti Vivisectie Stichting bekendgemaakt, en vanaf dan heette de organisatie officieel Vereniging AVS Proefdiervrij, maar bleef voortaan communiceren onder de naam 'Proefdiervrij'.[2][14][15] In 2000 werd Proefdiervrij de Nederlandse vertegenwoordiger van de European Coalition to End Animal Experiments (ECEAE). Na interne onenigheid over het tot het internationale Leaping Bunny keurmerk van de Europese coalitie ECEAE toelaten van bedrijven die niet voldeden aan de eisen van dit keurmerk werd de Nederlandse stichting Een Dier Een Vriend vertegenwoordiger van de coalitie en het dierproefvrije keurmerk.[16]

Van vereniging naar stichting

In het voorjaar van 2010 werd de vorm van de rechtspersoon veranderd van Vereniging (met stemrecht hebbende leden) in de 'Stichting AVS Proefdiervrij', waardoor de organisatie sindsdien geen leden meer kent. De reden voor deze omzetting was een praktische. De vereniging was statutair verplicht om elk jaar twee ledenvergaderingen uit te schrijven, wat veel tijd en geld kostte, terwijl de vergaderingen nauwelijks werden bezocht. Niet iedereen bleek het ermee eens; in enkele blogs werd gesteld dat Proefdiervrij zo haar interne democratie verloor. 'Actieve leden' zouden nu geen invloed meer kunnen uitoefenen op de organisatie(structuur) en mogelijk "uiteindelijk zelfs alleen maar als lastig ervaren” worden, aldus deze blogschrijver.[17][18]

Andere aanpak sinds 2012

In januari 2012 maakte Proefdiervrij haar “nieuwe gedachtegoed” bekend: het dilemma 'mens versus dier' is passé. “Het gaat niet meer over het stoppen met dierproeven. Dat wekt alleen maar weerstand op.” aldus Marja Zuidgeest, directeur van Proefdiervrij. De organisatie concentreert zich sindsdien, samen met dierproefnemende instellingen, op de ontwikkeling van alternatieve testmethoden. Door zich te concentreren op het belangrijkste middel om proefdieren overbodig te maken werkt de stichting direct en concreter aan de oorspronkelijke doelstellingen van de NBBV en AVS: 'volledige afschaffing van alle dierproeven'.[1][3][19]

Orgaan

Het eerste blad van de NBBV verscheen met de naam Androcles (daarna Androkles), vernoemd naar het verhaal uit de Romeinse literatuur over de slaaf Androclus die een leeuw van een splinter bevrijdde. De eerste die 'Androcles' publiceerde, vanaf 1869, was de 'Haagse Vereniging tot Bescherming van Dieren', de voorloper van de Ned. Vereniging tot Bescherming van Dieren, ofwel de Dierenbescherming. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef het blad, dan met de naam De dierenvriend, nog verschijnen tot 1943, doch door papiergebrek in kleine oplage. Na 1945 werd het een tijd Onze strijd genoemd, waarna het met een nieuw bestuur vanaf 1970 toch weer Androkles en ook even Androkles Bulletin heette. In 1976 veranderde de naam van het blad in NBBV-berichten, als tegenhanger van het blad AVS Mededelingen van de Anti Vivisectie Stichting (dat in de jaren 1980 De Nieuwsbrief heette). Vanaf de jaren 1990 veranderde de naam in Proefkonijn, (Proefkoneen was in die periode de naam van de campagne tegen dierproeven voor cosmetica) en uiteindelijk heet het nu 'Proefdiervrij', net als de 'vernieuwde' organisatie.[2][10][20][21]

Activiteiten

  • In 1898 hield de NBBV een enquête onder 2000 Nederlandse medici over het nut van vivisectie.
  • In 1906 verzocht de NBBV de minister van Binnenlandse Zaken om de vivisectie, onder meer in het onderwijs, direct te beperken.
  • Vanaf 1928 werd vanuit Felix Ortt samen met de 'Vereniging voor Natuurgeneeswijzen' het blad 'Uitkomst' gepubliceerd.
  • Gedurende de jaren 1930 werden door zowel NBBV als AVS diverse publicaties en vlugschriften tegen dierproeven in samenwerking met artsen uitgegeven.
  • In 1940 werd op initiatief van de NBBV de 'Stichting Leerstoel Vivisectie Vrije Geneeskunde' opgericht.
  • Vanaf 1945 (tot in de jaren 1980) werd door de NBBV de 'Waarschuwingscampagne' gevoerd, waarbij waarschuwingsfolders per post werden verstuurd naar particulieren die in kranten nestjes honden en katten per advertentie aanboden – in deze tijd werden veel huisdieren verhandeld om in laboratoria als proefdier te eindigen.
  • In de jaren 1950 protesteerde de NBBV bij de ambassades van de VS en Rusland tegen het gebruik van proefdieren in de eerste ruimtevaart-experimenten.
  • Gedurende de jaren 1980 werd intensief campagne gevoerd onder leiding van campagne-coördinator Geoffrey Deckers, die vanuit de interne 'Activiteiten-Werkgroep' in die functie kwam – onder meer tegen een stijging van het aantal dierproeven terwijl een daling was beloofd door het toen voor dierproeven verantwoordelijke 'Ministerie van Welzijn Volksgezondheid en Sport' dat daarop werd bezet; maar ook 'professionaliseerde' hij de in het land voor de NBBV actieve regiogroepen door onder meer voor de actieve leden werkmappen, regiogroepenconferenties en cursussen te organiseren – de NBBV was die tijd een actieve organisatie.
  • Deckers organiseerde gedurende enkele jaren ook een grootse campagne tegen de vestiging van de Amerikaanse commerciële proefdierenfokker Harlan Sprague Dawley (HSD), het bedrijf dat de oorspronkelijke 'Sprague-Dawley rat' fokte, een rattensoort tegenwoordig typisch gebruikt in dierexperimenten. Er volgden informatieve en ludieke acties, demonstraties en bezettingen. Bij een van de bezettingen terwijl HSD eenmaal gevestigd was in Austerlitz, werden tientallen vreedzame actieve leden van de NBBV door het HSD-personeel in elkaar geslagen – er volgde een justitieel onderzoek waarna zelfs de verantwoordelijke hoofdagent werd geschorst wegens meineed en valsheid in geschrifte, en naar een andere gemeente werd overgeplaatst. Er werden zwartboeken gepubliceerd tegen het bedrijf en de verantwoordelijke Minister Deetman. Het commerciële HSD kreeg er 8,7 miljoen gulden subsidie van Deetman bij.
  • In 1985 meldden zich medewerkers van TNO Rijswijk (het huidige Biomedisch Primatencentrum BPRC) bij de NBBV over misstanden met de dieren binnen het centrum. Er werden acties georganiseerd en in 1986 werd een zwartboek uitgegeven.
  • In 1988 werd door mede de NBBV het 'EuroNiche netwerk' opgericht, voor studenten die dierproeven tijdens hun studie willen weigeren.
  • In april 1988 organiseerden Marion Bienes en Antoinette Hertsenberg samen met de Internationale 'Liga Ärzte für die Abschaffung der Tierversuche' bij de AVS het symposium Artsen tegen dierproeven in conferentiecentrum Woudschoten in Zeist.
  • In de jaren 1990 vertegenwoordigde de NBBV de European Coalition to End Animal Experiments in Nederland en voerden gezamenlijk onder meer de campagne 'Amnestie voor Apen', een Europese campagne tegen de herziening van de Europese Cosmetica Richtlijn 1976 waarbij het aantal dierproeven weer sterk zou toenemen, en vertegenwoordigde zij de internationale standaard voor dierproefvrije producten, de 'Leaping Bunny' van de ECEAE. Bij inhoudelijke onenigheid over de lijst gaat Proefdiervrij alleen verder in Nederland met haar eigen lijst.
  • In 2009 werd door Proefdiervrij het 'Fonds Proefdiervrije Technieken' in het leven geroepen. Met dit fonds wordt geld geïnvesteerd in de ontwikkeling van diervrije onderzoeksmethodes.
  • In 2010 lanceerde Proefdiervrij het Dierdonorcodicil, waarmee huisdiereigenaren hun overleden huisdier kunnen afstaan aan het onderwijs.
  • In januari 2012 meldde Proefdiervrij dat ze “geen acties voeren tegen” dierproeven, maar de nadruk leggen op het vervangen van proefdieren en vooral voor alternatieven zullen strijden, bijvoorbeeld door modern innovatief onderzoek te stimuleren.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.