Stadion

In de oudheid werden al soortgelijke bouwwerken gemaakt, Oud-Griekse stadions bijvoorbeeld. In Olympia is een stadion bewaard met startplaatsen voor twintig lopers. Aan weerszijden zijn verhogingen aangelegd waarop ongeveer 50.000 toeschouwers konden staan. Ook de Romeinen bouwden stadions.

Later, vanaf het einde van de 19e eeuw zijn er weer stadions gebouwd voor verschillende sporten. Eerst waren de stadions slechts een handvol tribunes van hout, maar gaandeweg werden de stadions steeds groter en complexer. Eerst waren er in de stadions nog meer staanplaatsen, maar later zijn veel stadions omgebouwd zodat er alleen nog maar zitplaatsen waren. Deze ontwikkeling vond plaats om het comfort en de veiligheid te verhogen. Daardoor is de capaciteit van veel stadions ook lager geworden.

Allianz Arena

Verreweg het meest bekende soort stadion is het voetbalstadion. In deze stadions wordt voetbal beoefend, maar in sommige gevallen wordt het ook voor andere doeleinden gebruikt, zoals voor concerten en soms is er rondom het veld een atletiekbaan te vinden.

Atletiekstadions komen in mindere mate voor dan voetbalstadions, maar ze worden meestal voor meerdere sporten gebruikt. Voorbeelden van sporten die in een atletiekstadion beoefend worden, zijn: sprint, speerwerpen en discuswerpen. Een atletiekstadion bestaat meestal uit een atletiekbaan aan de buitenkant en in het midden is een grasveld voor de andere sporten.

Stadions voor schaatsen komen niet veel voor, er zijn er wel enkele zoals in Nederland Thialf in Heerenveen. Vroeger waren de stadions niet overdekt, maar omdat daardoor de evenementen te veel afhankelijk van het weer waren, zijn ze later overdekt.

Basketbalstadions komen vooral voor in de Verenigde Staten. Het zijn grote zalen met tribunes waar basketbal wordt gespeeld. Een bekend ritueel in het stadion is dat het Amerikaanse volkslied er wordt gezongen voorafgaand aan de wedstrijd.