Slag bij Seneffe
De Slag bij Seneffe is een veldslag die op 11 augustus 1674 nabij Seneffe werd geleverd tussen een Frans leger onder maarschalk Condé en een Nederlands-Spaans-Oostenrijks-Duits leger onder stadhouder Willem III.
Slag bij Seneffe
| ||||
Onderdeel van de Hollandse Oorlog | ||||
Datum | 11 augustus 1674 | |||
Locatie | Seneffe, Spaanse Nederlanden | |||
Resultaat | onbeslist | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
| ||||
Troepensterkte | ||||
| ||||
Verliezen | ||||
|
Gevechten in de Hollandse Oorlog |
Groenlo · Solebay · Schooneveld (1) · Tolhuis · Nijmegen · Doesburg · Bredevoort · Coevorden · Schooneveld (2) · Groningen · Kruipin · Charleroi · Maastricht (1) · Kijkduin · Trier · Naarden · Bonn · Sinsheim · Seneffe · Entzheim · Mulhouse · Truckheim · Fehrbellin · Sasbach · Konzer Brücke · Stromboli · Agosta · Bornholm · Öland · Palermo · Maastricht (2) · Halmstad · Lund · Valencijn · Tobago (1) · Kamerijk · Kassel · Møn · Baai van Køge · Malmö · Landskrona · Tobago (2) · Kochersberg · Offenburg · Ieper · Rheinfelden · Gengenbach · Saint-Dennis |
Gedurende de Franse oorlog trok Willem III met het Staatse leger naar de Zuidelijke Nederlanden om de oorlog die in de Republiek werd gevoerd naar de vijand te brengen. Nadat het Staatse Leger in Brussel was aangekomen, wilde de stadhouder zijn leger verenigen met de Spaanse troepen en die uit Duitsland. Het Franse leger stond onder leiding van Lodewijk II van Bourbon-Condé.
De samenwerking met de Spaanse opperbevelhebber en de keizerlijke opperbevelhebber verliep uitermate slecht. Uiteindelijk werd overeengekomen dat Willem III opperbevelhebber zou worden, maar Willem III wist niet dat de keizerlijke bevelhebber orders had zich niet met de gevechten te bemoeien.
Gedurende vijf weken manoeuvreerden de twee legers zonder slaags te raken. Op 10 augustus besloot Willem direct richting Parijs te marcheren, om op deze wijze een veldslag af te dwingen. Hij marcheerde met het gehele leger in slagorde langs de gefortificeerde Franse linie. Condé zag zijn kans: hij viel met zijn ruiterij de achterhoede van het geallieerde leger aan. Dit had als gevolg dat de bagage verloren ging en dat het geallieerde leger terug moest vallen op Seneffe. In samenwerking met de infanterie drukte Condé het geallieerde leger weg uit dit dorp. Vervolgens viel hij de door Willem III opgezette verdedigingslinie bij het dorpje Fayt aan. Na een bloedig en langdurig gevecht lukte het de Fransen echter niet de linies te doorbreken.
Na een tien uur durende veldslag waren aan beide zijden minimaal 8000 doden gevallen. Het Franse leger trok zich toen terug. Beide partijen claimden de overwinning: de Fransen door het aantal vaandels dat zij veroverden en de Geallieerden door het behouden van het slagveld. Zeer waarschijnlijk waren de verliezen ongeveer even groot.
Rol van de mariniers
Na eerder primair op zee en bij amfibische operaties te zijn ingezet, werden de mariniers nu voor het eerst op land ingezet.[1] De twee mariniersregimenten onder leiding van de kolonels François Palm en George Van Weede, samen zo’n 3000 man sterk, behoorden tot de keurtroepen van het Staatse leger. Tijdens de slag bij Seneffe sneuvelde kolonel François Palm. Hij kreeg een staatsbegrafenis in Dordrecht. Later werd een mariniersregiment naar hem vernoemd.[2]
- Joseph Parrocel: Slag bij Seneffe
- B.Gagneraux: Slag bij Seneffe