Sichem

Sichem of Shechem (Hebreeuws: שְׁכֶם / שְׁכָם, schechem, aanduiding van het deel van de nek tussen de schouders) was een stad die genoemd wordt in de Hebreeuwse Bijbel. Ook buiten de Bijbel wordt Sichem veelvuldig vermeld. De stad was volgens de Amarna-brieven het centrum van een Kanaänitische stadstaat. Archeologische overblijfselen gaan terug tot ca. 2000 v.Chr.. Tijdens de Tweede Joodse Opstand (132 en 136 na Chr.) werd de stad vernietigd.

De ligging van Sichem in het Koninkrijk Israël tijdens de 9e eeuw v.Chr.

Jeruzalem
Sichem
Ligging van Sichem

Traditioneel werd Sichem geassocieerd met de huidige stad Nablus op de Westelijke Jordaanoever. Recenter werd de site van Tell Balata in Balata al-Balad op de Westelijke Jordaanoever geïdentificeerd als de plaats van de oude stad Sichem. Deze ruïnes van de stad liggen twee kilometer ten oosten van Nablus.

Hebreeuwse Bijbel

Sichem was de eerste plaats waar Abraham stopte nadat hij vanuit Charan Kanaän was binnengetrokken en hij richtte er een altaar voor JHWH op.[1] De dochter van Jakob, Dina, werd door de kroonprins van Sichem verkracht. Hierop namen twee van Jakobs zonen, Levi en Simeon, wraak door alle mannelijke inwoners te doden.

Nadat de Israëlieten Kanaän hadden veroverd, riep Jozua de stammen van Israël bijeen in Sichem, richtte een steen op bij de heilige eik en liet de stammen trouw zweren aan God. Ook werd Kanaän onder de verschillende Israëlitische stammen verdeeld. Sichem werd aan de stam van Efraïm toegewezen. De stad werd belangrijk binnen Israël omdat ze dicht bij Bethel en Silo, twee heilige plaatsen, lag.

Abimelech, de zoon van rechter Gideon, riep zichzelf tot koning uit in Sichem.[2]

Na de dood van Salomo verzamelden de stammen van Israël zich in Sichem om Rechabeam tot koning te zalven. De noordelijke stammen eisten echter dat Rechabeam de dwangarbeid afschafte en de belastingen verlaagde. Toen de nieuwe koning de eisen weigerde in te willigen, scheidden de tien noordelijke stammen zich af en richtten o.l.v. Jerobeam het noordrijk Israël op. Sichem werd de eerste hoofdstad van dit nieuwe koninkrijk. Toen koning Omri Samaria tot zijn hoofdstad maakte, boette Sichem aan belang in. Toen Israël in 722 v.Chr. in handen van de Assyriërs viel, deelde de stad het lot van Samaria.

Na de Babylonische ballingschap werd Sichem het centrum van de Samaritanen, een aan de joden verwante sekte.

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament wordt (ten onrechte) vermeld dat het graf van de patriarchen in Sichem was.[3] Deze opvatting werd gedeeld door de kerkvader Hiëronymus van Stridon.[4]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.