Şanlıurfa (stad)

Şanlıurfa of Urfa (ook los geschreven als Şanlı Urfa, Turks: şanlı = "glorierijk", Koerdisch: Riha; in de oudheid Edessa of Antiochië aan de Callirrhoë) is een stad in Zuidoost-Turkije, met een geschatte bevolking van 2.035.809 inwoners (2018). Ze ligt op een vruchtbare vlakte, aan drie kanten omringd door bergen. Ze vormt de hoofdplaats van de provincie Şanlıurfa, met een bevolking van ongeveer anderhalf miljoen mensen (2004). Het dialect dat er gesproken wordt, wordt ook Urfa genoemd.

Şanlıurfa
Plaats in Turkije

Situering
RegioZuidoost-Anatolië
ProvincieŞanlıurfa
DistrictŞanlıurfa
Coördinaten37° 9 NB, 38° 48 OL
Algemeen
Inwoners (2018)2.035.809
Hoogte477 m
BurgemeesterZeynel Abidin Beyazgül (AKP)
Foto's
Uitzicht over Şanlıurfa vanaf het fort in de oude stad
Vijver met heilige (onaanraakbare) karpers bij de Halil Rahmanmoskee. De moskee staat op de plek waar volgens de legende aartsvader Abraham gewoond heeft.
Portaal    Turkije

De stad is via grote verkeerswegen verbonden met Gaziantep 150 km naar het westen, met Mardin 250 km naar het oosten, met Diyarbakır 250 km naar het noorden en met Syrië 75 km naar het zuiden.

Er zijn twee luchthavens: het oude Şanlıurfa Airport dat 9 km naar het zuiden ligt, deze oude luchthaven is sinds 17 juni 2007 gesloten, en de nieuwe huidige luchthaven Şanlıurfa GAP Airport dat 33,9 km naar het noordoosten ligt. Şanlıurfa GAP Airport werd op 17 juni 2007 geopend als een onderdeel van het Project Zuidoost-Anatolië, ook wel bekend als GAP. Şanlıurfa GAP Airport heeft de langste startbaan in Turkije, de startbaanlengte wordt geschat op 3988 m of 4000 m.

De economie berust vooral op de landbouw en de veeteelt van de omringende regio; de voornaamste exportproducten zijn boter en katoen.

Algemeen

De voornaamste bezienswaardigheid van Urfa is zijn oude citadel, gelegen op een van de heuvels boven de stad. Daarnaast zijn ook delen van de oude stadsmuren bewaard, naast fragmenten van de waterbeheersingswerken die hier in de 6e eeuw werden opgetrokken. Islamitische monumenten zijn de 17e-eeuwse madrassa en de moskee van Abd ar-Rahman.

Urfa's eeuwenoud belang ligt bij zijn strategische positie op de pas die de handelsweg tussen Anatolië (Centraal-Turkije) en Noord-Mesopotamië (Noord-Irak) beheerst.

Geschiedenis

De plaats is al sinds duizenden jaren bewoond; ze werd voor het eerst in het Aramees opgetekend als Urhai. In de plaatselijke overlevering wordt de stad in verband gebracht met aartsvader Abraham. Dat komt doordat zich in de buurt van Balikligöl een grot bevindt waarvan men aanneemt dat hij daar zou zijn geboren. Moslims geloven dat Abraham een profeet was.

In de 3e eeuw v.Chr. verovert Alexander de Grote de stad en sticht er een militaire nederzetting en vernoemt haar naar Edessa, de hoofdstad van zijn vaderland Macedonië.

In de 2e eeuw v. Chr. ontstond hier het koninkrijk Osroene. Toen koning Abgar in de 1e eeuw christen werd en veel inwoners van het land zijn voorbeeld volgden verrezen overal kerken en kloosters. Omstreeks 150 zou hier een van de belangrijkste bisschopszetels van de Syrisch-Orthodoxe Kerk van Antiochië zijn gevestigd. Edessa ontwikkelde zich reeds vroeg tot een centrum van christelijke godgeleerdheid. Een belangrijke stimulans werd gevormd door de Syrische christenen met hun beroemde theologische school met vele vermaarde leraren, waaronder Efrem de Syriër.

Aangenomen wordt dat de oudste christenen van Edessa nazaten waren van de oergemeente te Jeruzalem. Edessa wordt tevens de stad van de apostel Thomas genoemd. Volgens de overlevering zou Thomas opdracht gegeven hebben om er het evangelie te verkondigen. Volgens dezelfde overlevering zou hij hier ook begraven zijn. Omstreeks 380 bezocht de pelgrim Egeria er het graf van Sint-Thomas.[1]

In de 7e eeuw kwam de stad in handen van het Arabische Rijk maar in 1030-1031 werd Edessa veroverd door de Byzantijnen onder leiding van generaal Georgios Maniakes, ze zou ruim 50 jaar Byzantijns blijven tot 1086-1087.

In 1098 wordt de stad ingenomen door de kruisvaarders gedurende de Eerste Kruistocht. In 1147 werden ze weer verdreven door de Turkse Seltsjoeken. Daarna zouden verschillende heersers komen en gaan. In 1637 lijfden de Ottomanen de stad bij hun rijk in en kreeg de stad haar huidige naam.

In 1830 komt de stad korte tijd onder de controle van de Egyptische onderkoning Mohammed Ali Pasja. De vervolging van de Arameestalige christenen in 1916 zorgde ervoor dat de christelijke bevolking van Şanlıurfa nu zo goed als verdwenen is.

Twee Romeinse zuilen binnen de citadel steken uit boven de stad.
Zie de categorie Şanlıurfa van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.