Rupel
De Rupel is een korte, 12 km lange zijrivier van de Schelde die ter hoogte van Rumst ontstaat door de samenvloeiing van Nete en Dijle. De Rupel stroomt door de gemeenten Rumst, Willebroek, Boom, Bornem (Wintam, Hingene), Niel en Schelle, en mondt tegenover Rupelmonde op de grens tussen Hingene en Schelle van rechts in de Schelde uit. Hij is bevaarbaar voor schepen tot 2000 ton. De goederentrafiek bedroeg in 1992 8,8 miljoen ton.
Rupel
| ||||
De Rupel bij Wintam | ||||
Lengte | 12 km | |||
Bron | Dijle en Nete | |||
Monding | Schelde | |||
Stroomgebied van de | Schelde | |||
Afvloeiing via | Schelde - Westerschelde - Noordzee | |||
|
Tot 1997 vormde de Rupel van zijn monding tot de sluis van Wintam de toegang tot het Zeekanaal Brussel-Schelde. Ondertussen is de nieuwe sluis van Wintam in gebruik genomen die het kanaal direct verbindt met de Schelde waardoor het moeilijke want erg getijdegevoelige Rupeltraject vermeden wordt. Enkel binnenschepen die de Nete, Mechelen of Leuven via het Kanaal Leuven-Dijle willen bereiken, volgen nog de Rupel.
Even stroomopwaarts de Dijle bevindt zich het Zennegat waar de Zenne in de Dijle vloeit en waar zich ook de sluis bevindt naar het kanaal Leuven-Dijle, de "Leuvense vaart" genoemd. Het stukje Dijle tussen het Zennegat en de monding in de Rupel wordt in de volksmond de Koestaart genoemd.
De naam Rupel zou teruggaan op rim- (stromend) en -pel (moeras, poel, beide Keltisch-Germaans) of volgens andere bronnen een samenvoeging zijn van ruig of ruw met het Latijnse palus, 'moeras' (Ru-peel). Vergelijk met de Nederlandse plaatsnaam 'De Peel'[1]. De sterke getijden en/of de moerassen inspireerden tot deze naamkeuze. Nu een zoetwatergetijderivier met sterke getijdestromen, was ze in de vroege Middeleeuwen en Oudheid een brede ondiepe rivier met uitgestrekte veenrijke moerassen op de linkeroever. Ze gaf haar naam aan de Rupelstreek, het gebied op de rechteroever, waar al sinds de Middeleeuwen een uitgebreide steenbakkerijnijverheid bestaat. Het Rupeliaan is de geologische afzetting, waaruit deze industrie haar klei haalde en dat op de rechteroever een pseudo-cuesta tot 35 meter hoog vormt.
Zie ook
Referenties
- "Nederlandse Plaatsnamen", Moerman, 1956 voor 'Ru(w)-peel'
Zie de categorie Rupel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |