Roze spreeuw
De roze spreeuw (Pastor roseus vaak ook nog Sturnus roseus) is een zangvogel uit de spreeuwenfamilie. Uit diverse studies bleek dat de roze spreeuw niet binnen het geslacht Sturnus thuishoorde.[2][3]
Roze spreeuw IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012) | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Groep roze spreeuwen gefotografeerd in Haiderabad, India. | ||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||
| ||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Pastor roseus (Linnaeus, 1758) | ||||||||||||
eieren | ||||||||||||
Afbeeldingen Roze spreeuw op | ||||||||||||
Roze spreeuw op | ||||||||||||
|
Kenmerken
De volwassen roze spreeuw is een opvallende vogel: roze op de buik, borst en op de rug en verder donker gekleurd met bleekroze snavel en poten. Mannetjes hebben in de broedtijd glanzend zwarte verlengde sierveren op de kop. Het vrouwtje is wat valer van kleur met minder markante overgangen tussen het roze en het zwart. Jonge roze spreeuwen lijken erg op de gewone spreeuw (Sturnus vulgaris), maar zijn herkenbaar omdat zij wat valer van kleur zijn met een korte, stompe, gele snavel.
Verspreiding en leefgebied
De roze spreeuw komt als broedvogel voor in Zuidoost-Europa en in de gematigde klimaatzone van Azië tot in Noord-India. Daar broedt de roze spreeuw in kolonies in landbouwgebieden en steppen. Het voorkomen heeft een invasie-achtig karakter, vaak samenhangend met het voorkomen van sprinkhanen.[4] Verder is het een uitgesproken trekvogel die overwintert in zuidelijk India en andere delen van tropisch Azië.
Status
De roze spreeuw heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) uiterst gering. De grootte van de Europese populatie wordt geschat op 174 tot 630 duizend individuen, de wereldpopulatie op 355.000-2.520.000 vogels. Over trends in aantal is niets bekend. Om al deze redenen staat deze spreeuw als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Voorkomen in Nederland
In Nederland is het een zeldzame doortrekker in de maanden april tot december, vooral in juli, september en oktober. Tussen 1800 en 1996 zijn er 48 bevestigde waarnemingen, waarvan 27 tussen 1980 en 1996.[5] En ook na 1996 zijn er bijna jaarlijks waarnemingen, vooral aan de kust.[6]
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie de categorie Pastor roseus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |