Respiratoir syncytieel virus

Het respiratoir syncytieel virus (RSV) is een virus dat gezien wordt als een van de belangrijkste veroorzakers van verkoudheid. Voor volwassenen blijft het dan bij deze verkoudheid, maar vooral bij zeer jonge kinderen kan de verkoudheid overslaan op de lagere luchtwegen. Het virus wijkt af van de meeste virussen in het feit dat het gedurende het leven verschillende ziekte-episoden kan veroorzaken: immuniteit is niet levenslang.

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Respiratoir syncytieel virus
Taxonomische indeling
Groep:Groep V ((−)ssRNA)
Orde:Mononegavirales
Familie:Paramyxoviridae
Geslacht:Pneumovirus
Soort
Human respiratory syncytial virus
Respiratoir syncytieel virus op Wikispecies
Portaal    Biologie

Het RS-virus komt zoveel voor, dat ieder kind er wel een keer mee wordt besmet in de eerste levensjaren. Voor kinderen in ontwikkelingslanden is het RS-virus, na malaria, de grootste doodsoorzaak. Kinderen die op een kinderdagverblijf verblijven, krijgen het RS-virus vaak al in hun eerste levensjaar. Het virus wordt overgedragen door direct contact (handcontact, knuffelen, inademen van uitgehoeste lucht). Baby's raken vaak besmet door contact met een volwassene die gewoon verkouden lijkt. De symptomen zijn dan vaak hoesten, moeilijker ademhalen en soms lichte koorts. Bij ernstige vormen moet soms tijdelijk (enige dagen) wat extra zuurstof worden gegeven waarvoor dan opname noodzakelijk is. Dit treedt op bij ongeveer 1 op de 100 gevallen. In de meeste gevallen is het RS-virus niet ernstig en zijn de klachten met een week of twee verdwenen.[1]

Borstvoeding

Bij kinderen jonger dan 100 dagen die borstvoeding krijgen, heeft de ziekte vaker een milder beloop.[2]

Verschijnselen

De simpele neusverkoudheid kan omslaan in een RSV-bronchiolitis of RSV-pneumonie (longontsteking). Dit gebeurt eigenlijk alleen bij jonge kinderen. Bij bronchiolitis doen de symptomen sterk denken aan peuterastma: een belemmerde en piepende uitademing en hoest. Bij pneumonie ontstaat soms ernstige benauwdheid, en er klinkt een gekraak over de longen. Het kind ziet er dan grauw uit, gaat slecht eten en drinken, en is erg snel moe. Het virus is meestal onschuldig en gaat na enige weken vanzelf over, hoewel de hoest soms lang aanwezig blijft (1-2 maanden). Bij zeer jonge baby's, met name premature zuigelingen, kan de infectie echter ernstig tot zeer ernstig verlopen.

Tot de risicogroepen behoren:

Medicijn

Voor de risicogroepen is er een preventief medicijn beschikbaar, bestaande uit monoclonale specifieke antistoffen: palivizumab (Synagis)[3]. Dit wordt gedurende het RS-seizoen dan iedere maand gegeven, zo mogelijk al een maand voor het begin van het RS-seizoen. Bij kinderen die de infectie al hebben is de werkzaamheid niet bewezen.[4] Omdat het een erg duur medicijn is (2006: 600 à 1000 € per dosis, afhankelijk van het gewicht) worden alleen kinderen uit de risicogroepen ermee behandeld, en alleen op voorschrift van een kinderarts. Het is nog niet gelukt een vaccin te maken voor het RS-virus, hoewel verscheidene teams aan een vaccin werken. Er zijn aanwijzingen dat een RS-vaccin ook zou helpen bij het voorkomen van middenoorinfecties.[5]

Er is onderzoek gedaan naar behandeling met ribavirine, (merknaam Rebetol). Echter uit onderzoek is gebleken dat het middel in de praktijk niet voor deze indicatie werkzaam is.[6][7] Het wordt voor niet-ernstige gevallen nooit gegeven en het betreft overigens off-label gebruik, in de vigerende goedgekeurde productinformatie zoals goedgekeurd door de EMA staat de indicatie RS-virus niet geregistreerd (2009).[8]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.