René Guénon

Wegens zwakke gezondheid werd Guénon tot zijn twaalfde jaar thuis onderwezen. Vanaf 12 jaar ging hij school aan een openbare school, welke hij in 1903 beëindigde. Vervolgens studeerde hij wiskunde in Parijs, maar stapte later over op de filosofie.

In 1912 werd Guénon door Ivan Aguéli, alias Abdel Wahid, ingewijd in het soefisme en nam daarbij de soefinaam Abdel Wahid Yahia aan. In deze periode had Guénon ook al kennisgemaakt met de vrijmetselarij en verschillende occulte groeperingen. In hetzelfde jaar, 1912, trad hij in het katholiek ingezegende huwelijk met Berthe Loury. Na dit huwelijk begon hij met de publicatie van artikelen over christelijke symboliek, iconografie en Dante in een anti-vrijmetselaarstijdschrift. Zijn (afgewezen) dissertatie over leringen uit het Hindoeïsme en zijn eerste boek tegen de theosofie (Le Théosophisme: Histoire d'une pseudo-religion) voltooide hij in 1921.

In 1930 stierf zijn vrouw Loury, waarop Guénon naar Egypte trok. In Caïro hield hij zich bezig met de studie van het soefisme. In 1934 huwde hij hier, inmiddels de titel Sjeik dragende, de analfabete Fatma Hanem. Zij kregen twee dochters en een zoon, een vierde kind werd na Guénons dood geboren. In 1949 werd Guénon genaturaliseerd tot Egyptenaar.

Het werk van Guénon beïnvloedde met name de esoterische Julius Evola en Maximine Portaz alsmede de oriëntalist Frithjof Schuon. Guénons invloedrijkste werk is La crise du monde moderne. Guénon kan ook gezien worden als een van de voorlopers van de zogenaamde "Traditionalistische school".

• Introduction générale à l'étude des doctrines Hindoues. (1921)
• Le Théosophisme: Histoire d'une pseudo-religion. (1921)
• L'erreur spirite. (1923)
• Orient et Occident. (1924)
• L'homme et son devenir selon le Vêdânta. (1925)
• L'ésotérisme de Dante. (1925)
• Le Roi du Monde. (1927)
• La crise du monde moderne. (1927)
• Autorité Spirituelle et Pouvoir Temporel. (1929)
• Saint-Bernard. (1929)
• Le symbolisme de la croix. (1931)
• Les états multiples de l'Être. (1932)
• La metaphysique orientale. (1939)
• Le règne de la quantité et les signes des temps. (1945)
• Aperçus sur l'initiation. (1946)
• Les principes du calcul infinitésimal. (1946)
• La Grande Triade. (1946)

Postuum verschenen:

• Initiation et réalisation spirituelle. (1952)
• Aperçus sur l'ésotérisme chrétien. (1954)
• Symboles de la Science Sacrée. (1962)
• Études sur la Franc-Maçonnerie et le Compagnonnage. (1964)
• Études sur l'Hindouisme. (1966)
• Formes traditionelles et cycles cosmiques. (1970)
• Aperçus sur l'ésotérisme islamique et le Taoïsme. (1973)
• Comptes rendus. (1973)
• Mélanges. (1976)
• Écrits pour Regnabit. (1999)
• Articles et comptes rendus. Bd. 1. (2002)