Random Island

De naam van het eiland komt van het Oudengelse woord randon, dat vertaald kan worden als "wanordelijk". De eerste permanente nederzetting op Random Island was Rider's Harbour, dat werd gesticht rond 1760. Die plaats bleef ongeveer een eeuw bestaan. Aan het eind van de 18e eeuw werden in het noordwesten van Random Island twee baksteenfabrieken opgericht (in Elliott's Cove en Snooks Harbour). Later sloten deze echter. In 1952 werd de Hefferton Causeway aangelegd, waardoor het eiland met het vasteland is verbonden. In de jaren 70 ontstonden de jongste twee nederzettingen, Robinson's Bight en Random Heights.

Kaart waarop Random Island in het rood wordt weergegeven

Random Island is gelegen in Trinity Bay en wordt van het vasteland gescheiden door Smith Sound in het noorden en door North West Arm en Random Sound in het zuidoosten. Het hoogste punt van het eiland is de in het noordoosten gelegen Ginpicker Hill met een hoogte van 257 meter.

Op Random Island komen een aantal diersoorten voor, waarvan een aantal in de 20e eeuw door mensen zijn geïntroduceerd. In de jaren 30 werden er bevers losgelaten in meertjes bij Deer Harbour, Hickman's Harbour en Lady Cove. Later vond het bestuur echter dat er te veel bevers waren en liet ze daarom vangen om ze vervolgens in andere gebieden uit te zetten. Andere dieren die op het eiland werden geïntroduceerd zijn regenboogforellen (namelijk in twee meertjes bij Britannia Cove in de jaren 30 en ook in een meertje in Deer Harbour in de jaren 40) en rendieren in 1964.

• Lijst van eilanden in Newfoundland en Labrador