Prins van Oranje

Prins van Oranje is een Nederlandse dynastieke titel, oorspronkelijk verbonden aan het soevereine prinsdom Orange (historisch Nederlands: Prince van Oranghien > 'prins van Oranje') in het zuiden van Frankrijk. Het prinsdom was geen deel van Frankrijk. De prins was geen vazal van de koning van Frankrijk. De titel wordt tevens door het hoofd van de voormalige koningsfamilie van Pruisen gedragen. De huidige dragers van de titel uit deze huizen zijn respectievelijk prinses Catharina-Amalia en prins Georg Friedrich van Pruisen. Vanwege het dynastieke karakter van de prinsentitel in Nederland komt hij vóór alle andere titels. Ook de leden van het Franse geslacht van de Mailly, markiezen de Nesle voeren sinds 1706 de titel prins van Oranje.

Geschiedenis van de titel

Vier generaties Prinsen van Oranje: Willem I, Maurits en Frederik Hendrik, Willem II, Willem III. (Willem van Honthorst, 1662)

De titel Prins van Oranje kwam na het overlijden van René van Chalon in 1544 in handen van Willem van Oranje en diens nakomelingen. Na de dood van Willem van Oranje erfde zijn zoon Filips Willem de titel. Nadat deze in 1618 kinderloos kwam te overlijden erfde zijn halfbroer Maurits de titel. Maurits overleed in 1625 zonder wettige nakomelingen en nu erfde een andere halfbroer, Frederik Hendrik, op zijn beurt de titel.

Frederik Hendrik gaf de titel door aan zijn zoon Willem II, en die op zijn beurt aan diens zoon, koning-stadhouder Willem III.

Toen koning-stadhouder Willem III in 1702 kinderloos overleed, ontstond over de erfenis een verschil van mening. De Friese stadhouder Johan Willem Friso (een achterneef van Willem III via zijn voorvader Jan van Nassau die een broer was van Willem van Oranje, de overgrootvader van Willem III en bovendien de kleinzoon van Albertine Agnes van Nassau, een kleindochter van Willem van Oranje) baseerde zijn aanspraken op het testament van de stadhouder-koning, dat van Maurits en dat van René van Chalon. Koning Frederik I van Pruisen (een zoon van keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg en Louise Henriëtte van Nassau) maakte aanspraak op de titel Prins van Oranje en de daaraan verbonden goederen op basis van het testament van Frederik Hendrik, de vader van Louise Henriëtte en halfbroer van prins Maurits, waarin stond dat als er geen mannelijke nakomelingen waren, de nakomelingen van Louise Henriëtte zouden erven.

Omdat de Staten, als executeurs, op dat moment liever een verzwakte Nassau-erfgenaam zagen, werd de erfstrijd een slepend conflict. Dat conflict werd pas opgelost in 1732 met het Traktaat van Partage. De koning van Pruisen had al bij de Vrede van Utrecht in 1713 afstand gedaan van zijn rechten op het prinsdom Orange. Nu deden ook de Nassaus afstand, waardoor het geannexeerd kon worden door de Franse koning Lodewijk XIV, die het bij Frankrijk voegde. Zowel de prins als de koning behield zich echter het recht voor op de titel Prins van Oranje.

Lodewijk XIV verleende vervolgens de titel, die in zijn ogen vacant was, omdat er geen directe mannelijke erfgenamen waren, aan Louis de Mailly. De (niet-soevereine) titel Prins van Oranje wordt tot op de dag van vandaag dan ook gebruikt door de nazaten van Louis de Mailly, hetgeen betekent dat er drie prinsen van Oranje zijn. De overlijdensadvertentie van "Jean Arnoult Auguste Marquis de Mailly-Nesle, Prince d'Orange" verscheen in het dagblad Le Figaro op 14 oktober 2001.

Drager van de titel in het Koninkrijk der Nederlanden

Wapen van Prins van Oranje (1815-1884)

Bij Proclamatie van 16 maart 1815 werd de titel door koning Willem I der Nederlanden behouden, en reeds onmiddellijk aan zijn oudste zoon gegeven. Tot de grondwetswijziging van 1983 voerde de "oudste zoon des Konings" automatisch die titel. De wet op het koninklijk huis bepaalt sinds 2002 dat de titel Prins(es) van Oranje toekomt aan de vermoedelijke opvolger van de koning. Sinds 30 april 2013 is prinses Catharina-Amalia derhalve: Prinses van Oranje, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau.[1]

Aan het hof en in alle officiële documenten wordt steeds de titel "Prins(es) van Oranje" gebruikt. In de 19e eeuw, tot aan het overlijden van de laatste der zonen van koning Willem III was het begrip "Prins van Oranje" in Nederland overal gebruikelijk. Bij de troonsbestijging van koningin Beatrix bleek dat de schrijvende pers de titel niet meer kende en per abuis zelfs over "de prinsen van Oranje" schreef wanneer de zonen van koningin Beatrix werden bedoeld. Het begrip kroonprins is een insluipsel uit Duitsland.

Van Tot Naam Opmerking
1815 1840 Willem de latere Willem II, zoon van Willem I
1840 1849 Willem de latere Willem III, zoon van Willem II
1849 1879 Willem zoon van Willem III, stierf als kroonprins
1879 1884 Alexander zoon van Willem III, stierf als kroonprins
1884 1980 geen titel tot 1983 voorbehouden aan een mannelijke telg
1980 2013 Willem-Alexander zoon van Beatrix
2013 Catharina-Amalia dochter van Willem-Alexander, eerste Prinses van Oranje

Vóór de grondwetswijziging van 1983 kwam de titel, als gezegd, alleen toe aan directe erfgenamen in de mannelijke lijn. De laatste drager van de titel Prins van Oranje uit het Huis van Oranje-Nassau was de in 1884 overleden kroonprins Alexander, een zoon van koning Willem III en koningin Sophie. Toen kroonprins Willem-Alexander in 1980 door de troonsbestijging van zijn moeder Prins van Oranje werd, was de titel dus bijna een eeuw niet gebruikt. In 2013 mocht Amalia zich als eerste vrouwelijke erfgenaam Prinses van Oranje noemen.

De titel "Prins van Oranje" moet niet verward worden met de titel "Prins(es) van Oranje-Nassau". De laatstgenoemde titel is minder exclusief en geldt voor alle leden van het Nederlandse Koninklijk Huis, met uitzondering van Pieter van Vollenhoven, prinses Laurentien en haar kinderen. De titel Prins van Oranje slaat op het vorstendom Oranje in Frankrijk en de titel Prins(es) van Oranje-Nassau op het vorstendom Nassau-Oranje in Duitsland.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.