Porsche-arrest
Het Porsche-arrest (HR 15 oktober 1996, NJ 1997/199) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op een dodelijke aanrijding en de kwalificatie voorwaardelijk opzet.
Porsche
| ||
Datum | 15 oktober 1996 | |
Instantie | Hoge Raad der Nederlanden | |
Rechters | Ch.Th. Hermans, N. Keijzer, C.J.G. Bleichrodt, N.A.M. Schipper, G.J.M. Corstens | |
Adv.-gen. | L.C.M. Meijers | |
Soort zaak | strafkamer | |
Procedure | cassatie | |
Wetgeving | 287 Sr; 36 WVW (oud) | |
Onderwerp | doodslag in het verkeer, voorwaardelijk opzet | |
Vindplaats | NJ 1997/199, m.nt. A.C. 't Hart; VR 1997/160 (noot Dijkstra) | |
ECLI | ECLI:NL:HR:1996:ZD0139 |
Rechtsvraag
Kan uit de gedraging van de verdachte voorwaardelijk opzet op de dood van de slachtoffers worden afgeleid, nu hij voor het fatale ongeluk, de inhaalmanoeuvre een aantal keer heeft afgebroken?
Casus
Verdachte heeft in verschillende café’s meerdere glazen bier gedronken en is daarna als bestuurder met een kameraad in de Porsche 928 van die kameraad gestapt. Zijn rijgedrag is onverantwoord. Hij rijdt met hoge snelheid –120 à 130 km/u, terwijl 80 km/u is toegestaan– negeert tweemaal een rood licht en doet een paar gevaarlijke inhaalmanoeuvres. Bij een volgende inhaalmanoeuvre gaat het na een paar pogingen mis: op een drukke provinciale weg botst de Porsche frontaal op een tegenligger. Hierbij komen vijf personen om het leven: vier personen in een Volvo 340 en de kameraad in de Porsche.
Procesgang
De bestuurder werd primair vervolgd wegens doodslag (art. 287 Sr) en pas subsidiair op basis van art. 36 WVW (oud) – thans art. 6 WVW 1994[1] (dood door schuld in het verkeer).
De Porsche-bestuurder wordt in hoger beroep door het hof veroordeeld wegens doodslag, gebaseerd op voorwaardelijk opzet. In cassatie is dit arrest vernietigd, terwijl de strafzaak is doorverwezen naar een ander hof.
Hof
Het hof oordeelde dat sprake was van voorwaardelijke opzet en veroordeelde dan ook wegens doodslag. Het hof overwoog:
Door de raadsman van verdachte is, kort samengevat, betoogd dat de bestuurder van de Porsche niet het opzet, ook niet in de zin van voorwaardelijk opzet, heeft gehad de slachtoffers te doden. |
Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog:
5.4 |
Tot besluit
- In het arrest Enkhuizer doodslag wordt de bestuurder wél veroordeeld wegens doodslag op basis van voorwaardelijk opzet. Het verschil met het Porsche-arrest is dat het hier een aanrijding betrof met fietsers zodat verdachte veel minder de kans liep zelf het leven te verliezen.
Zie ook
- (1911) Hoornse taart
- (1954) Toneelvereniging Cicero
- (2001) Enkhuizer doodslag
Bronnen, noten en/of referenties |