Enkhuizer doodslag
Het arrest Enkhuizer doodslag (HR 23 januari 2001, NJ 2001/327) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op doodslag in het verkeer, gebaseerd op de kwalificatie voorwaardelijk opzet.
Enkhuizer doodslag
| ||
Datum | 23 januari 2001 | |
Instantie | Hoge Raad der Nederlanden | |
Rechters | W.J.M. Davids, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst | |
Adv.-gen. | A.J. Machielse | |
Soort zaak | strafkamer | |
Procedure | cassatie | |
Wetgeving | 287 Sr, 359 Sv | |
Onderwerp | doodslag in het verkeer, voorwaardelijk opzet | |
Vindplaats | NJ 2001/327 | |
ECLI | ECLI:NL:HR:2001:AA9594 |
Casus en procesgang
Om aan de politie te ontkomen rijdt een dronken bestuurder 's nachts zonder verlichting met hoge snelheid in de bebouwde kom van Enkhuizen, waarbij achtereenvolgens twee fietsers worden doodgereden, terwijl een derde fietser de aanrijding overleeft.
De man is in hoger beroep door het hof veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf wegens doodslag meermalen gepleegd, en poging tot doodslag. Het cassatieberoep is verworpen.
Hof
Het hof overwoog:
![]() |
Bewijsoverwegingen |
![]() |
Hoge Raad
Eerste middel
Het eerste cassatiemiddel betreft het feit dat de auto van verdachte voortijdig is vernietigd, zodat deze in hoger beroep niet meer beschikbaar was voor een reconstructie van de aanrijdingen. Het hof heeft hieraan de consequentie verbonden dat de resultaten uit de reconstructie voor de bewijsvoering buiten beschouwing zijn gelaten. De stelling dat het hof dit vormverzuim had moeten compenseren met strafvermindering wijst de Hoge Raad van de hand:
![]() |
omdat het berust op de onjuiste opvatting dat de strekking van art. 359a Sv[1] meebrengt dat de verdachte van een vormverzuim, zoals te dezen door het Hof is vastgesteld, ‘enig profijt moet hebben’. |
![]() |
Vijfde middel
Het vijfde middel betreft de kwalificatie voorwaardelijk opzet (willens en wetens het risico nemen dat ...). De Hoge Raad overwoog:
![]() |
3.3 Het oordeel van het Hof dat de verdachte onder de omstandigheden als vermeld in de gebezigde bewijsmiddelen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij door zijn rijgedrag de dood van de in de bewezenverklaring genoemde fietsers zou veroorzaken, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting. Dit oordeel is toereikend gemotiveerd. |
![]() |
Tot besluit
Een dodelijke aanrijding in het verkeer werd in dit arrest vervolgd als doodslag ex art. 287 Sr, op basis van de kwalificatie voorwaardelijk opzet. Zodoende is een zwaardere sanctie mogelijk in vergelijking met dood door schuld (art. 307 Sr en art. 6 WVW).
Zie ook
- (1996) Porsche-arrest (geen voorwaardelijk opzet)
- (2006) Spookrijder
- Rijden onder invloed (alcohol)
Bronnen, noten en/of referenties |