Petrus Datheen

Petrus Datheen, ook wel Pieter Datheen, Pieter Dathen of Petrus Dathenus, (Kassel in Vlaanderen, ca 1531 - Elbing in West-Pruisen, 17 maart 1588) was een persoon die een belangrijke rol speelde bij de calvinistische Reformatie in de Zuidelijke Nederlanden. Hij werd, na omzwervingen in ballingschap, een van de leidende theologen van de officiële hervormde kerk in de Noordelijke Nederlanden, waarin hij de orthodoxe partij koos.

Portret van Petrus Datheen

Levensloop

Zijn jeugd bracht hij door in het karmelietenklooster in Ieper om daar tot priester te worden opgeleid. Toen Datheen meemaakte dat een negentienjarige jongen werd verbrand om zijn geloof, besloot hij uit te treden en zocht hij toenadering tot het calvinisme.

Vanwege de vervolging van protestanten in de Nederlanden vluchtte Datheen naar de Nederlandse gemeente in ballingschap in Engeland (Londen). Na de troonsbestijging door Maria Tudor en de gewelddadige rekatholicering van Engeland moest hij met zijn gemeente vluchten naar Emden in Oost-Friesland. Daarna vestigde hij zich in 1555 in de lutherse stad Frankfurt am Main. Na zeven jaar moest hij Frankfurt verlaten en mocht hij zich met zijn gemeente vestigen in het nabijgelegen Frankenthal in het keurvorstendom van de Palts. De Paltsgraaf was het calvinisme toegedaan en van 1567 tot 1578 bekleedde Datheen de functie van hofpredikant.

Datheen werd in 1578 voorzitter van de Synode van Dordrecht. Van 1578 tot 1584 was hij stadspredikant van het toen radicaal calvinistische Gent.

In deze stad was hij met Herman Moded leider van de orthodoxe partij, en zodoende kreeg hij onenigheid met de tolerante Willem van Oranje. Oranje was van mening dat iedereen gewetensvrijheid had, maar Datheen stelde dat de overheid partij moest kiezen voor de ware godsdienst en dat dientengevolge een protestantse overheid geen rooms-katholieke kerken hoefde te tolereren.

Uiteindelijk leidde dit conflict ertoe dat Datheen in 1584 na een korte periode van gevangenschap de Nederlanden moest verlaten. Na een verblijf in verschillende Noord-Duitse steden kwam hij in 1587 in het West-Pruisische Elbing waar hij stadsgeneesheer werd. In deze stad overleed hij een jaar later op 57-jarige leeftijd. Hij werd er ook begraven.

Psalmberijming

Datheen werd vooral bekend door zijn in Frankenthal in het Nederlands gemaakte vertalingen van de Heidelbergse Catechismus en de berijmingen van de Psalmen. De laatste berustten op de Geneefse melodieën, die in het Frans berijmd waren door Clément Marot en Théodore de Bèze. Datheens psalmen werden reeds bij de grote hagenpreek van 23 juli 1566 bij Gent gezongen en verwierven sindsdien een snel groeiende populariteit.

Van 1566 tot 1773 vormde de psalmberijming van Datheen de belangrijkste liedbundel van de Nederduits Gereformeerde Kerk, later genoemd de Nederlandse Hervormde Kerk. Vanwege de stijl en niet-melodieuze vorm stond Datheens berijming al vanaf het begin onder kritiek. Lange tijd kreeg geen enkele nieuwe berijming voldoende draagvlak om de zijne te vervangen. Daarom duurde het tot 1773 voordat er een nieuwe berijming ingevoerd werd. Tegenwoordig wordt de psalmberijming van Datheen nog in zo'n dertig kerkelijke gemeenten van zeer orthodoxe signatuur gezongen, met name in (oud-)gereformeerde gemeenten en in Zeeland.

Boekverkoper Petrus Dathenus, die beweerde een nazaat van Datheen te zijn, kwam in 1745 in aanvaring met de Middelburgse predikant Andreas Andriessen, die de Datheense psalmberijming als ongeschikt bestempelde. Deze hernieuwing van de discussie over Datheens psalmberijming was een van de impulsen voor de totstandkoming van een nieuwe psalmberijming, de Berijming van 1773.[1]

Gemeenten waar nog volgens de psalmberijming van Datheen wordt gezongen

Hieronder volgt een overzicht van kerkelijke gemeenten waar in de eredienst uit de psalmberijming van Petrus Datheen wordt gezongen.

  • Zelfstandige Oud Gereformeerde Gemeenten
    • Goes

Wilhelmus

Petrus Datheen wordt genoemd als een mogelijke auteur van de tekst van het Nederlandse volkslied: het Wilhelmus.[2] Nederlandse en Vlaamse onderzoekers (Meertens Instituut, Universiteit Utrecht en Universiteit Antwerpen) kwamen er bij toeval achter dat de schrijfstijl van Datheen stilistisch opvallend veel gelijkenissen vertoont met het Wilhelmus.[3] Dit onderzoeksresultaat werd gepresenteerd tijdens de eerste Louis Pieter Grijp-lezing op 10 mei 2016, gehouden door Mike Kestemont.[4]

Literatuur

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.