Omstandereffect

Het omstandereffect is het uitblijven van het bieden van hulp door omstanders bij een noodsituatie of een misdrijf. Zo komt het voor dat een aantal mensen toekijkt bij zinloos geweld, een beroving, een verkeersongeval of pesterijen zonder hulp te bieden of het alarmnummer te bellen of pas heel laat in actie komt, bijvoorbeeld De theorie is: Hoe groter de groep omstanders, hoe kleiner de kans dat iemand ingrijpt.

Theorievorming

Het omstandereffect werd voor het eerst benoemd toen een vrouw, Catherine "Kitty" Genovese, in 1964 in New York werd doodgestoken. De steekpartij zou 35 minuten hebben geduurd en 38 mensen zouden mogelijk hebben toegekeken zonder in te grijpen of de politie te bellen.[1] Het hoge aantal passieve omstanders heeft geleid tot sociaal psychologisch onderzoek naar het waarom en heeft ervoor gezorgd dat het verhaal over Kitty Genovese een meermaals gebruikt voorbeeld van het omstandereffect is geworden. Volgens een onderzoek dat in 2007 in American Psychologist is gepubliceerd, zijn vele van de in de media verschenen feiten die tot het onderzoek hebben geresulteerd onjuist, maar blijft het verhaal bestaan, mede dankzij haar rol als voorbeeld binnen de sociale psychologie.[2]

Redenen voor het niet ingrijpen van omstanders

De reden waarom mensen niet ingrijpen is onderwerp van discussie. Mogelijke redenen zijn:

  • De omstander ziet dat anderen niet ingrijpen, en gaat er mede daarom van uit dat ingrijpen niet nodig is. Dit is een vorm van sociale invloed.
  • De omstander verwacht dat een ander wel zal ingrijpen, of verwacht dat een ander al wel een ambulance gebeld zal hebben.
  • De omstander verwacht dat andere omstanders waarschijnlijk beter in staat zijn tot hulp.
  • De omstander is bang zelf gewond te raken.
  • De omstander voelt zich anoniem binnen de groep van omstanders. Hulp bieden of het alarmnummer bellen neemt deze anonimiteit weg en kan achteraf tot kritiek leiden. "Waarom heb je niet meer gedaan?"
  • De omstander is bang om zichzelf voor schut te zetten, of achteraf kritiek te krijgen omdat de reddingspoging mislukt is.
  • In een noodsituatie is het door de stress moeilijk weldoordachte beslissingen te nemen. Hierdoor kan iemand besluiten dat het belangrijker is om op tijd op het werk te komen of dat deze geen vieze kleren mag krijgen. Een beslissing die zonder stress onbegrijpelijk lijkt.
  • De omstander interpreteert de situatie niet als gevaarlijk. Dit gebeurt eerder als een omstander haast heeft.
  • De omstander is bang en wil de situatie negeren en zo snel mogelijk vergeten.
  • De omstander is bang dat juist ingrijpen extra problemen met zich meebrengt. De omstander wordt opeens een getuige en moet mee naar het politiebureau of zelfs getuigen.

In de Verenigde Staten komt daar nog een reden bij. Iemand redden kan daar tot een rechtszaak leiden waarbij de geredde zijn of haar redder aanklaagt. Bijvoorbeeld omdat de geredde letsel heeft opgelopen. Om deze reden hebben een aantal staten zogenaamde Barmhartige Samaritaan-wetgeving aangenomen waarbij de redder beschermd wordt in de hoop dat omstanders eerder tot actie over zullen gaan.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.