Ole Einar Bjørndalen

Ole Einar Bjørndalen (Modum, 27 januari 1974) is een Noors biatleet en langlaufer. Hij is de meest succesvolle biatleet en was sinds de Olympische Winterspelen 2014 de succesvolste winterolympiër ooit, tot zijn landgenote Marit Bjørgen hem in 2018 voorbijging.

Ole Einar Bjørndalen
Persoonlijke informatie
Volledige naamOle Einar Bjørndalen
Geboortedatum27 januari 1974
Geboorteplaats Modum, Noorwegen
Sportieve informatie
DisciplineBiatlon, Langlaufen
Olympische Spelen1994 / 1998 / 2002 / 2006 / 2010 / 2014
Carrière-einde2018
Medailleoverzicht
Medailles
Portaal    Sport

Biografie

Bjørndalen maakte in 1994 zijn debuut in het biatlon en behoorde meteen tot de wereldtop. In 1995 won hij al het wereldbekerklassement op de sprint en de jaren erna volgden nog vele wereldbekerzeges en wereldtitels. Hij verzamelde tot nog toe dertien olympische medailles, waarvan acht goud, vier zilver en een bronzen medaille. Verder won hij 36 medailles op wereldkampioenschappen, waarvan zestien goud, elf zilver en negen brons. Daarmee heeft hij bij alle mogelijke onderdelen bij de wereldkampioenschappen ten minste eenmaal gewonnen. Ook won hij tot nog toe 9s wereldbekerwedstrijden biatlon en een wereldbekerwedstrijd langlaufen. Met in totaal 95 wereldbekeroverwinningen is hij de Zweedse alpineskiër Ingemar Stenmark als succesvolste wintersporter ooit voorbijgestreefd. Ten slotte won Bjørndalen zesmaal de wereldbeker biatlon (prijs voor de beste biatleet van een seizoen). Ook daarmee is hij recordhouder, voor de Duitser Frank Ullrich en de Fransman Raphaël Poiree, die elk viermaal deze prijs wonnen.

Om alle mogelijke gouden medailles in de biatlonsport ten minste eenmaal te hebben gewonnen, moet Bjørndalen alleen nog een gouden medaille winnen op het onderdeel massastart bij de Olympische Spelen. Maar tijdens de wereldbekerwedstrijd biatlon in Ruhpolding eindigde Bjørndalen als 42ste, waarmee zijn zevende Winterspelen in Pyeongchang nu afhangen van een aanwijsplek.

Tactiek

In het biatlon is Bjørndalen een van de snelste langlaufers en maakt hij juist op dat onderdeel vaak het verschil. Bjørndalens tactiek is meestal om zo hard mogelijk te skiën om zodoende een voorsprong op te bouwen. Hierdoor kan hij het zich veroorloven om af en toe te missen bij het schieten. In de statistieken voor het schieten is Bjørndalen een middenmoter, maar hij weet dit door zijn snelheid te compenseren. In 2005 verbeterde zijn schiettechniek en met name zijn schietsnelheid, waardoor zijn grootste rivaal Raphaël Poirée het nog lastiger kreeg. Vanaf 2006 bouwt Bjørndalen zijn race geleidelijker op, door in de eerste ronde wat in te houden en gedurende race zijn snelheid op te bouwen. Hierdoor kan hij de wedstrijd beter lezen en wil hij minder fouten maken bij het schieten. Bjørndalen was de persoonlijke sponsor van de jonge Noorse biatleet Emil Hegle Svendsen. Svendsen werd vanaf 2008 één van zijn grootste concurrenten en wordt beschouwd als zijn opvolger.

Langlaufen

Alhoewel Bjørndalen vooral een biatleet is, doet hij ook regelmatig mee met wereldbekerwedstrijden langlaufen. Op 18 november 2006 won hij de 15 km langlaufen vrije stijl in het Zweedse Gällivare. Dit was zijn eerste en tot nog toe enige wereldbekerzege bij het langlaufen. Hij is de enige atleet die zowel bij het biatlon als bij het langlaufen wereldbekerwedstrijden won. In 2002 kreeg hij de Egebergs Ærespris, een Noorse prijs die wordt uitgereikt aan een sporter die in twee of meer verschillende sporten het topniveau haalt.

Prestaties

Olympische Winterspelen

Bij de Olympische Winterspelen van 1998 in Nagano won de destijds 24-jarige Bjørndalen zijn eerste olympische titel. Hij won goud op de sprint, maar op de estafette moest hij genoegen nemen met zilver. Op de twintig kilometer individueel kwam hij niet verder dan de zevende plaats. Vier jaar later was hij de absolute top. In Salt Lake City won Bjørndalen alle biatlon wedstrijden waar hij aan meedeed en greep in totaal viermaal goud op de sprint, de achtervolging, de 20 kilometer individueel en de estafette.

Op de Olympische Winterspelen van 2006 in Turijn wilde hij zijn prestatie van Salt Lake City overtreffen. Bjørndalen kon in Turijn vijf maal olympisch kampioen worden, door naast de onderdelen van Salt Lake City ook uit te komen op de vijftien kilometer massastart. Na de eerste afstand op de openingsdag werd echter al duidelijk dat hij zijn prestatie niet zou overtreffen. Op de 20 kilometer moest hij de Duitser Michael Greis voor laten gaan. Bjørndalen was wel goed genoeg om zilver te winnen. Ook in de achtervolging moest hij vrede nemen met de zilveren medaille, toen hij de eindsprint van de Fransman Vincent Defrasne, die in de laatste ronde zelfs nog viel, niet kon beantwoorden. Op de massastart lag hij lange tijd aan de leiding en leek hij toch nog een gouden medaille in de wacht te slepen. Hij faalde echter in de laatste schietronde en kwam niet verder dan brons.

Vier jaar later op de winterspelen van Vancouver behaalde Bjørndalen zijn vierde olympische zilveren medaille en zijn zesde gouden medaille. Nadat hij bij de sprint en de achtervolging niet in de prijzen was gevallen, moest hij wel een goed resultaat behalen in de individuele wedstrijd. Hij schoot twee keer fout, net een te veel om goud te halen en won het zilver. Emil Hegle Svendsen had maar één fout en won goud. Svendsen zei achteraf dat hij zijn grote voorbeeld zeer dankbaar was. Als slotloper op de 4 x 7,5 km estafette stelde hij voor Noorwegen het goud zeker door bij het staand schieten foutloos te blijven.

Op de Spelen van Sotsji in 2014 won Bjørndalen, op 40-jarige leeftijd, direct het eerste onderdeel, de 10 km spint. Het was zijn twaalfde olympische medaille en hij werd hiermee op dat moment, samen met zijn landgenoot Bjørn Dæhlie, recordhouder wat betreft het aantal olympische medailles (12) op de Winterspelen. Door het winnen van de gouden medaille op het onderdeel gemengde estafette te winnen, brak hij dat record en is nu alleen recordhouder met 13 medailles.

JaarLocatieResultaten
1994 Lillehammer28e 10 km sprint
36e 20 km individueel
7e 4x7,5 km estafette
1998 Nagano 10 km sprint
7e 20 km individueel
4x7,5 km individueel
2002 Salt Lake City 10 km sprint
12,5 km achtervolging
20 km individueel
4x7,5 km estafette
2006 Turijn11e 10 km sprint
12,5 km achtervolging
20 km individueel
15 km massastart
5e 4x7,5 km estafette
2010 Vancouver17e 10 km sprint
7e 12,5 km achtervolging
20 km individueel
27e 15 km massastart
4x7,5 km estafette
2014 Sochi 10 km sprint
4e 12,5 km achtervolging
34e 20 km individueel
22e 15 km massastart
4e 4x7,5 km estafette
gemengde estafette

Wereldkampioenschappen

JaarLocatieResultaten
1994 Canmore4e team*
1995 Antholz4e 10 km sprint
12e 20 km individueel
5e 4x7,5 km estafette
1996 Ruhpolding6e 10 km sprint
19e 20 km individueel
4e team*
4e 4x7,5 km estafette
1997 Brezno-Osrblie9e 10 km sprint
12,5 km achtervolging
6e 20 km individueel
4e team*
4x7,5 km estafette
1998 Pokljuka 12,5 km estafette
team*
1999 Kontiolahti19e 10 km sprint
5e 12,5 km achtervolging
4e 20 km individueel
15 km massastart
4x7,5 km estafette
2000 Oslo5e 10 km sprint
4e 12,5 km achtervolging
20e 20 km individueel
15 km massastart
4x7,5 km estafette
2001 Pokljuka19e 1 km sprint
4e 12,5 km achtervolging
10e 20 km individueel
15 km massastart
4x7,5 km estafette
2002 Oslo7e 15 km massastart
2003 Chanty-Mansiejsk 10 km sprint
8e 12,5 km achtervolging
30e 20 km individueel
15 km massastart
4e 4x7,5 km estafette
2004 Oberhof 10 km sprint
12,5 km achtervolging
20 km individueel
7e 15 km massastart
4x7,5 km estafette
2005 Hochfilzen 10 km sprint
12,5 km achtervolging
6e 20 km individueel
15 km massastart
4x7,5 km estafette
2006 Pokljuka gemengde estafette
JaarLocatieResultaten
2007 Antholz 10 km sprint
12,5 km achtervolging
32e 20 km individueel
4e 15 km massastart
4x7,5 km estafette
2008 Östersund 10 km sprint
12,5 km achtervolging
20 km individueel
15 km massastart
4x7,5 km estafette
2009 Pyeongchang 10 km sprint
12,5 km achtervolging
20 km individueel
4e 15 km massastart
4x7,5 km estafette
4e gemengde estafette
2010 Chanty-Mansiejsk gemengde estafette
2011 Chanty-Mansiejsk22e 10 km sprint
24e 12,5 km achtervolging
6e 20 km individueel
6e 15 km massastart
4x7,5 km estafette
gemengde estafette
2012 Ruhpolding20e 10 km sprint
14e 12,5 km achtervolging
47e 20 km individueel
8e 15 km massastart
4x7,5 km estafette
gemengde estafette
2013 Nové Město4e 10 km sprint
10e 12,5 km achtervolging
25e 20 km individueel
24e 15 km massastart
4x7,5 km estafette
2015 Kontiolahti19e 10 km sprint
5e 12,5 km achtervolging
6e 20 km individueel
4e 15 km massastart
4x7,5 km estafette
2016 Oslo 10 km sprint
12,5 km achtervolging
17e 20 km individueel
15 km massastart
4x7,5 km estafette
2017 Hochfilzen8e 10 km sprint
12,5 km achtervolging
47e 20 km individueel
23e 15 km massastart
8e 4x7,5 km estafette

* Het onderdeel Team verdween na de wereldkampioenschappen 1998

Wereldbeker

  • 6x eindwinnaar van de wereldbeker biatlon (1997/98, 2002/03, 2004/05, 2005/06, 2007/08 en 2008/09)
  • 5x tweede in de eindstand (1998/99, 1999/00, 2000/01, 2003/04, 2006/07)
  • 94 overwinningen in wereldbekerwedstrijden biatlon (stand: 2 december 2015)
  • 1 overwinning in een wereldbekerwedstrijd langlaufen

Persoonlijk leven

Bjørndalen heeft twee broers en twee zussen, zijn oudere broer Dag Bjørndalen is eveneens biatleet. Na jarenlang samenzijn trad Ole Einar Bjørndalen op 27 mei 2006 in het huwelijk met de biatlete Nathalie Santer. Deze heeft een dubbele nationaliteit: Italiaanse en Belgische. Door problemen met de selectie binnen het Italiaanse team kwam Nathalie in het seizoen 2006-2007 uit voor België. In 2012 gingen de twee uit elkaar.

In juli 2016 huwde hij met biatlete Darja Domratsjeva. Het stel kreeg in oktober 2016 een dochter.

Bjørndalen woont in Toblach in Zuid-Tirol. In zijn geboorteplaats Modum werd op 13 september 2008 een bijna drie meter hoog bronzen beeld van Bjørndalen onthuld, gemaakt door kunstenares Kirsten Kokkin.

Zie de categorie Ole Einar Bjørndalen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.