Oksywie-cultuur

De Oksywie-cultuur (Pools: Kultura oksywska, Duits: Oxhöft-Kultur) is een archeologische cultuur van de ijzertijd waarvan de meest typerende vondsten zijn gedateerd van de 2e eeuw v.Chr. tot de 1e eeuw AD.

De Oksywie-cultuur is in haar materiële cultuur verwant aan de Jastorf-cultuur en de Noordse ijzertijd.

Als gevolg van veranderingen in de materiële cultuur en waarschijnlijk door aankomst van de Goten veranderde begrafenisgewoonten ontstond uit de Oksywie-cultuur de Wielbark-cultuur.

Archeologisch onderzoek

De aanwezigheid van de Oksywie-cultuur wordt bepaald op basis van haar karakteristieke metalen voorwerpen en vormen van aardewerk. De naam komt van Oksywie, toentertijd het dorp Oxhöft, tegenwoordig een wijk van Gdynia, waar in het midden van de 19e eeuw de eerste vondsten (grafveld) van deze cultuur ontdekt zijn. De resultaten en studies van deze oorspronkelijke vondst zijn nooit gepubliceerd, en het historisch materiaal verdwenen.

Met name aan het einde van de 20e eeuw vond hernieuwd onderzoek plaats.

Ontstaan

Recent archeologisch onderzoek suggereert dat de overgang van de lokale bevolking van de Pommerse gezichtsurnencultuur naar de Oksywie-cultuur in de 2e eeuw voor Christus plaatsvond.

Er zijn twee belangrijkste theorieën over de oorsprong van deze cultuur. Een ervan gaat uit van een evolutie uit de Pommerse gezichtsurnencultuur op basis van de gelijkenis van bepaalde vormen van aardewerk en metalen voorwerpen, het zelden voorkomen van aardewerk onder de grafvondsten en het tegelijkertijd voorkomen van de twee culturen.[1] Andere onderzoekers merken op dat vergelijkbare kenmerken van materiële cultuur ook gezien werden in de Jastorf-cultuur en de Noordse bronstijd, inclusief het weinig voorkomen van aardewerken grafgiften.[2] Een plaatselijke ontwikkeling wordt ook onwaarschijnlijk geacht wegens haar voorkomen in een smalle strook aan de benedenloop van de Wisła en de kust van Słowiński tot het merengebied van Drawski, terwijl de vondsten van de Pommerse gezichtsurnencultuur zich min of meer gelijkmatig over Pommeren verdeeld bevinden.[3]

Hiernaast blijft het einde van de Pommerse gezichtsurnencultuur een open vraag. De meeste geleerden tenderen naar de opvatting dat deze tot in de jongere pre-Romeinse tijd voortduurde, zodat de Oksywie-cultuur en de Pommerse gezichtsurnencultuur voor een ruime periode gelijktijdig in Pommeren voorkwamen.

In het licht van al dit moet een oorsprong analoog aan het ontstaan van de latere Wielbark-cultuur worden verondersteld, namelijk de aankomst in deze gebieden van een nieuwe groep mensen uit Scandinavië.

De Oksywie-cultuur verdween aan het einde van de late Pre-Romeinse periode, hoewel sommige graven uit de Romeinse tijd nog steeds enkele van haar kenmerken vertonen. In haar plaats verscheen de Wielbarkcultuur, geïdentificeerd met de stam der Goten. Dit ging samen met duidelijke veranderingen in de begrafenisrituelen en materiële cultuur.

Verspreiding en cultuur

Vondsten met karakteristieken van de Oksywie-cultuur komen voor in Midden- en Oost-Pommeren, de beneden-Wisła, de Powiat Chełmiński, en de kustgebieden van Kasjoebië en Słowiński. In het westelijke deel zijn er duidelijke Jastorf en Oost-Keltische invloeden, niet verwonderlijk gezien de toenemend aangetoonde Keltische invloed in Koejavië. In de metaalproductie en begrafenisrituelen zijn invloeden van de Jastorf en Przeworsk-culturen zichtbaar.

Metaalbewerking

De meest kenmerkende producten van de Oksywie-cultuur zijn metalen voorwerpen, zoals de vaak voorkomende eenzijdige zwaarden, speerpunten met weerhaken en karakteristieke aardewerken vaten waarbij de grootste omvang van de buik meest hooggeplaatst was, meestal ei-vormig, tonvormig of emmervormig.

De mensen van de Oksywie-cultuur produceerden metalen objecten op basis van lokale ertsen met een hoog fosforgehalte. De metalen voorwerpen zijn vaak geïnspireerd door de producten van de Jastorfcultuur, zoals gespen. Kenmerkend in de Oksywie-cultuur was de beschikbaarheid van drie soorten metalen die specifiek voor de vervaardiging van bepaalde producten gebruikt werden.

Nederzettingen

De bevolking geïdentificeerd met de Oksywie-cultuur bewoonde nederzetting met een open karakter. Hierin bevonden zich hoofdzakelijk woningen met een palenstructuur en nutsgebouwen. Er zijn ook restanten gevonden van tijdelijke constructies van lichte deels-ondergrondse huizen zowel als hutachtige gebouwen.

Begrafenisrituelen

In de Oksywie-cultuur vond crematie plaats met een dominante rol van kuilgraven. Er waren ook urnengraven, bedekt met een puinstapel of onbedekt. Het kwam ook voor dat in plaats van de klassieke begrafenisurn houders van organisch materiaal werden gebruikt. Een typisch kenmerk van de Oksywie-begrafeniscultuur was de plaatsing op de graven van stenen steles of keien.

In het eindstadium van de cultuur verschenen skeletgraven. De doden werden op dezelfde wijze toegerust als bij de Przeworsk-cultuur en de grafgiften werden op dezelfde wijze vernietigd en verbrand.

Economie

De economie van de Oksywie-cultuur was gebaseerd op landbouw, de teelt van gerst en tarwe en het houden van runderen en schapen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.