Noorse broeders

De Noorse broeders zijn een christelijke geloofsgemeenschap waarvan de wortels liggen in Noorwegen. De internationale beweging heeft zo'n 40.000 leden in meer dan 50 landen,[1][2] waaronder België, Denemarken, Duitsland, Nederland en de Verenigde Staten. Andere bronnen noemen ruim 20.000 leden.[3]

Johan Oscar Smith

De Nederlandse afdeling wordt aangeduid als Christelijke Gemeente Nederland (CGN). De beweging wordt ook aangeduid als Smiths Vrienden (Smiths Freunde in het Duits, Smiths Venner of Den Kristelige Menighet (De Christelijke Gemeente) in het Noors), daar de groepering tot in de jaren negentig geen officiële naam had, of wilde hebben. Thans heeft de groep zich op het internationale gebied de naam Brunstad Christian Church (Brunstad Christelijke Gemeente) en vertaling in de landstaal van de betreffende gemeenschappen gegeven. De Noorse broeders behoren tot de heiligingsbeweging.[1]

De geloofsgemeenschap heeft een financiële bestuurlijke rol in de Stichting Hippo Mundo Charity. Deze Charity is aandeelhouder van bedrijven van de Noorse Broeders. Bedrijfskundige activiteiten van de Noorse Broeders in Nederland zijn onder andere DWN Services in Teuge, Projectservice in Almelo, uitgeverij De Weg in Stadskanaal en handelsonderneming Kolme Tack in Nieuw-Buinen.[2]. Wereldwijd gaat het om ruim 450 bedrijven en stichtingen, waarvan ruim 70 in Nederland.

Theologie

De kern van de verkondiging van de geloofsgemeenschap is de overwinning over alle bewuste zonde. De algemene christelijke leer dat Jezus "volkomen God en volkomen mens is" accepteert zij niet. Jezus wordt als mens gezien, met de natuur die de mensen na de zondeval kregen. Er wordt echter gezegd dat Jezus, door de lusten en zonden die hij in zijn aardse leven tegen kwam te bestrijden en te overwinnen, zijn goddelijkheid terugwon.

Als men tot geloof komt, worden de zonden vergeven. Het is echter niet de bedoeling dat men na de bekering doorgaat met zondigen. De leer is dat het mogelijk is om alles waarvan men weet dat het verkeerd is te overwinnen. Men moet echter actief hetzelfde proces doorgaan dat Jezus doorliep en in de kracht van de Heilige Geest "het lichaam der zonde tenietdoen".

De gemeente, het lichaam van Jezus, bestaat uit diegenen die hun leven in overwinning leven. Ze zijn "met Christus in zijn aardse lichaam" verenigd en lijden zoals hij leed, door de zonde in het vlees te kruisigen. Zodoende is het voor alle christenen mogelijk om hetzelfde offer te geven als Jezus gaf door de eigen wil op te geven, en bestaat het lichaam van Jezus niet exclusief uit leden van deze geloofsgemeenschap.

Waar het de doop betreft, is de leer van de geloofsgemeenschap verwant aan die van de baptisten. De leer omtrent Israël en de eindtijd vertoont overeenkomsten met hetgeen daaromtrent in pinkstergemeenten wordt geleerd. Daarnaast is de tongentaal binnen de geloofsgemeenschap net zo gewoon als in deze beide gemeenten.

Ethiek - levenswijze

Oslofjord Convention Center

De beweging is in de loop der jaren minder conservatief geworden, maar het is nog gewoon dat de vrouwen hun haar lang dragen, terwijl de mannen het kort houden. Zoals Paulus het ooit schreef in 1 Kor. 11:14-15 (NBV): Leert de natuur zelf u niet dat lang haar een man te schande maakt, terwijl het een vrouw tot eer strekt? Tot aan de liberalisering in de jaren 90 was het hebben van televisie taboe, evenals het dragen van broeken door vrouwen en het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Daardoor zijn gezinnen met tien of meer kinderen geen uitzondering. Tegenwoordig zijn ook digitale media in gebruik. De conferenties vanuit Noorwegen worden per satelliet over de hele wereld uitgezonden en er worden cd's uitgebracht met muziek en/of liederen.

De groep heeft weinig of geen contact met andere christelijke geloofsgemeenschappen. Deze laatste worden algemeen aangeduid als "de religieuze wereld", dit om een duidelijk onderscheid aan te brengen tussen de ware gelovigen en de overige gelovigen. Sommige andere geloofsgemeenschappen worden echter wel gezien als 'ware' gemeenschappen.

Zoals veel conservatieve christelijke groepen, is deze gemeente ook tegen homoseksualiteit en abortus. De levenswijze van de geloofsgemeenschap bracht in het verleden een zekere isolatie van de rest van de samenleving met zich mee. Kinderen moesten afgescheiden van "de wereld" opgroeien. Voor veel kinderen betekende dit bijvoorbeeld dat ze niet bij schoolkameraadjes thuis mochten spelen.

Geschiedenis

De beweging werd begin 20e eeuw gegrondvest door Johan Oscar Smith (11 oktober 1871 – 1 mei 1943), een onderofficier in de Noorse marine, en zijn broer Aksel Smith (1880–1919) wiens beroep tandarts was. Johan Oscar Smith werd geboren in Fredrikstad, maar verhuisde later naar Horten in de provincie Vestfold (Noorwegen). Elias Aslaksen (1888–1976) speelde ook een belangrijke rol binnen de gemeente. Hij had, net zoals Johan Oscar Smith, ook een verleden in de Noorse marine.

In 1897 werd de eerste gemeente gestart door Johan Oscar Smith en onder meer zijn broer Aksel Smith en Elias Aslaksen. Oorspronkelijk was de gemeente een vriendengroep die zich rondom de broeders Smith vormde. J.O. Smith werkte jarenlang bij de Noorse kustwacht en kreeg hierdoor contacten langs de kust vanaf de Oslofjord tot aan Mehamn in Finnmark. Dat de gemeente op deze manier ontstond kan de reden zijn dat ze in Noorwegen bekendstaan als Smiths Venner. De groepen groeiden langzaam, rond 1950 bestond de beweging nog uit ruim 1000 mensen verdeeld over Noorwegen en Denemarken.

Aan het eind van de jaren vijftig werd het evangeliseren uitgebreid naar o.a. Duitsland en Nederland. In het begin van de jaren 1960 ontstonden er in Nederland gemeentes in verschillende steden. Medio 2017 zijn er — volgens eigen opgave van de Noorse broeders — gemeenten in 10 plaatsen in Nederland. De groepering telt in Nederland naar schatting 2000 leden.[4]

Na het overlijden van Johan Oscar Smith in 1943 werd Elias Aslaksen leider van de gemeente. Hij werd opgevolgd door Aksel Johan Smith (de zoon van J.O. Smith) en de schoonzoon Sigurd Bratlie (1905–1995). In de loop van deze tijd kreeg de gemeente internationale vertakkingen. In 1992 en 1993 vond een strijd met betrekking tot de leiding plaats, waarna de kleinzoon van J.O. Smith, Kåre Johan Smith (*1944) voorganger werd. Tijdens zijn leiderschap zijn er ingrijpende veranderingen doorgevoerd, onder andere wat betreft een liberalisering van de levenswijze. Verder heeft de gemeente een grote ontwikkeling meegemaakt wat betreft vastgoed en commerciële activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn de grote verbouwing en uitbreiding aan het begin van de 21e eeuw van de hoofdzetel van de gemeente, Oslofjord Convention Center[5] te Melsomvik en het verhuren van de conferentiezaal voor o.a. popconcerten.

De geloofsgemeenschap houdt ledenaantallen niet nauwkeurig bij, iets wat het schatten van hun uitbreiding moeilijk maakt. Een schatting heeft een ledenaantal opgeleverd van zo'n 40.000 leden, die over meer dan 50 landen verdeeld zijn.[1] Ze groeien voornamelijk door organische groei, dat wil zeggen dat de meerderheid van de huidige leden in de gemeente geboren is.[1]

De beweging is actief in andere landen, met name vanuit het conferentiecentrum Brunstad in Noorwegen. In Nederland was het conferentiecentrum de "De Kroeze Danne" in Ambt Delden, maar in 2004 werd een nieuw conferentiecentrum gekocht: Pagedal, een bungalowpark in Stadskanaal.

Kritiek

DWN Service / Projectservice

De Noorse Broeders hebben volgens eigen zeggen het uitzendbureau DWN Service opgezet als middel om fondsen te werven. Om wat voor fondsen het hier gaat is echter niet duidelijk. De uitzendkrachten die voor dit uitzendbureau werken zijn vrijwilligers. Zij ontvangen geen salaris zodat DWN Service ook geen loonheffingen verschuldigd is, aldus de visie van de Noorse Broeders. De opbrengsten van deze werkzaamheden zouden sinds 2009 voornamelijk terecht zijn gekomen in het conferentiecentrum Pagedal in Stadskanaal. Van 2005-2008 zou het meeste geld naar het conferentiecentrum Brunstad in Noorwegen zijn gegaan.

In 2009 was er in de landelijke media aandacht voor DWN Service. De FNV stelde dat het werk concurrentievervalsing in de hand zou kunnen werken. De FNV en verschillende politieke partijen hebben stappen ondernomen om deze kwestie op te helderen. Het tv-programma Netwerk van de NCRV besteedde in een uitzending aandacht aan dit onderwerp. DWN Service was het niet eens met de beschuldigingen en spande een kort geding aan tegen Netwerk en FNV Bondgenoten. DWN Service eiste een schadevergoeding wegens smaad, en een rectificatie van FNV en de NCRV (die Netwerk uitzendt). Dit kort geding werd door Netwerk en FNV gewonnen,[6][7] omdat de uitspraken in de uitzending van Netwerk onder de persvrijheid vallen.

DWN Service blijft doorgaan met werken op deze manier, zolang het volgens hen om een legale situatie gaat.[8] De FNV en verschillende politieke partijen willen een wetswijziging waardoor dit soort 'concurrentievervalsing' illegaal wordt. In april 2010 werd bekend dat verschillende grote bedrijven (zoals Gamma, Media Markt en Hema) die gebruik maakten van de diensten van DWN Service die samenwerking beëindigen.[9]

Nadat de inspectie SZW (naar later blijkt onterecht) uitging van een overtreding van de Wet op het minimumloon, legde de mininster DWN Service in 2012 een boete op voor de vermeende overtreding, alsook een last onder dwangsom tot betaling van achterstallig loon. De bezwaren die DWN Service daartegen aantekende verklaarde de minister ongegrond, waarna DWN Service in beroep ging bij de rechtbank. Deze verklaarde het beroep gegrond en vernietigde en herriep de besluiten van de minister, waarop de minister hoger beroep instelde bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze oordeelde op 16 juli 2014 "dat de minister ten onrechte een bestuurlijke boete heeft opgelegd wegens overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wmm en dat er geen grondslag bestond voor het opleggen van een last onder dwangsom."[10]

Behalve DWN Service zijn de Noorse Broeders nog een uitzendbureau begonnen: Projectservice. Volgens berichtgeving van NRC Handelsblad in 2016 waren opdrachtgevers van Projectservice niet op de hoogte van het feit dat ook dit uitzendbureau deel uitmaakt van de Noorse Broeders, en hebben die bedrijven mede daardoor ook met Projectservice hun zakelijke verbintenis verbroken.

WEW

De Belastingdienst grijpt in 2019 opnieuw in bij een stichting van de Noorse Broeders, dit meldt het NRC [11]. Het gaat om Stichting Wereldwijd Evangeliewerk (WEW), die volgens de Belastingdienst jarenlang misbruik heeft gemaakt van de status Algemeen Nut Beogende Instelling . Die zgn. ANBI-status wordt dan ook met terugwerkende kracht t/m 2008 ingetrokken. Stichting WEW gaat bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de Belastingdienst.

Ex-leden

Ook ex-leden hebben kritiek op de gang van zaken binnen de geloofsgemeenschap. Aan deze kritiek besteedde het programma Netwerk in januari 2010 aandacht.[12]
Auteur Ellen Heijmerikx heeft twee boeken geschreven die geïnspireerd zijn door haar jeugd bij de Noorse Broeders.

In 2014 verscheen het boek 'In het huis Mijns Vaders'[13] met een uitgebreide beschrijving van o.a. de Noorse broeders. Hierin wordt de geschiedenis van deze geloofsgemeenschap uit de doeken gedaan, samen met een beschrijving van de grondleggers en de leiders. Er wordt ook uitgebreide aandacht gegeven aan de leer, het leven in deze geloofsgemeenschap en vooral aan de ontwikkeling de laatste jaren. Er worden zowel positieve lessen beschreven als kritische kanttekeningen. De structuur van bedrijven die direct of indirect met de Noorse broeders verbonden zijn wordt uitvoerig beschreven.

In het verleden is de geloofsgemeenschap diverse keren in het nieuws gekomen vanwege beschuldigingen van onder andere seksueel misbruik[14] en kindermishandeling.[15] De Noorse Broeders erkennen dat binnen hun gemeenschap lijfstraffen op kinderen, waarvoor zij de term tuchtiging gebruiken, zijn toegepast.[16] Volgens een van de voorgangers van de gemeenschap "is er vanuit Noorwegen ingegrepen en zijn de 'rotte appelen' uit de organisatie verwijderd".[16]

Geldstromen

In maart 2016 werd bekend dat een voormalig directeur van DWN Service -en tevens voormalig financieel topman van de Noorse Broeders, en ex-rechercheur van de FIOD- acht miljoen euro zou hebben weggesluisd van o.a. Stichting Hippo Mundo Charity (een stichting die wordt bestuurd door leden van de Noorse Broeders). Het Openbaar Ministerie verdenkt de voormalig directeur van oplichting, verduistering en witwassen.[17]
Mede naar aanleiding hiervan deed NRC Handelsblad meer onderzoek, en legde de hand op interne documenten en 200.000 e-mails van de CGN, en de 50 stichtingen en 23 bedrijven van de CGN. Het NRC concludeerde in het najaar van 2016 dat er bij de CGN en/of bedrijven en stichtingen van de CGN sprake is van onder meer doelbewuste en langdurige belastingontduiking, kinderarbeid, overtreding van de Arbeidstijdenwet, misbruik van de ANBI-status en zelfverrijking door de leiding (met name in Noorwegen)[18][19][20]. De CGN ontkent dat er sprake is van kinderarbeid, DWN Service heeft naar eigen zeggen spijt dat er in dit verband "overtredingen zijn gebeurd".
NRC meldt ook dat twee broeders van de CGN (beiden ook lid van het "fiscale adviesteam" aldaar) een dubbelrol spelen. In het dagelijks leven zijn zij ambtenaren, de een bij de Belastingdienst en de ander bij het Ministerie van Financiën, en betrokken bij "het op grote schaal omzeilen van de fiscus" aldus het NRC.
Verder toont NRC aan dat de leiding van CGN/BCC geld van hun leden investeert in zichzelf en hun naaste familie; dit via belastingparadijzen als Cyprus, Bermuda, Dubai en de Britse Maagdeneilanden.
Ook is er volgens NRC sprake van dat bedrijven en/of stichtingen van de CGN ten koste van derden worden beëindigd, en vervolgens een exact gelijksoortig bedrijf of stichting onder een andere naam wordt gestart. Tevens werd bekend dat CGN leider en voorganger Jan Hein Staal al zijn bestuurlijke taken heeft neergelegd, maar volgens CGN heeft dit op geen enkele manier te maken met de recente berichtgeving.
Naar aanleiding van de recente gebeurtenissen hebben diverse bedrijven en overheden (onder meer de Gemeente Enschede, Mediamarkt en Hema) besloten geen zaken meer te doen met de CGN, en/of bedrijven en stichtingen van de CGN.
Volgens NRC is er tevens sprake van verborgen banden en geldstromen tussen de CGN en een brancheorganisatie voor voetdeskundigen: Stichting Landelijk Overkoepelend Orgaan voor de Podologie (LOOP). Stichting LOOP neemt stellig afstand van de suggestie dat de "organisatie of zelfs een hele beroepsgroep in handen is van deze geloofsovertuiging".
Eind 2016 werd bekend dat de Belastingdienst de ANBI-status heeft ingetrokken van Hippo Mundo Charity (een van de stichtingen van de Noorse broeders), dit met terugwerkende kracht tot en met 2010.
Ook is er volgens NRC sprake van uitbuiting van kinderen en jongeren van de CGN bij onder meer Finn-Tack/Horze, een bedrijf van de CGN. Zij worden geacht 48 uur per week te werken, voor 60 euro per maand (omgerekend ca. 30 cent per uur). De krant vergelijkt dit met "malafide uitzendbureaus". Volgens een bestuurder van de CGN is de situatie 'rechtmatig' en 'conform de Arbeidstijdenwet'. In mei 2017 meldt het NRC dat de RABObank de medewerking met de Noorse Broeders stopt. Ook staakt de bank het betalingsverkeer van bedrijven, stichtingen en (oud-)bestuurders van de kerk. Al in 2008 wilde ING in Nederland wegens „compliance problemen” geen zaken doen met de broeders. In Zwitserland sloten UBS (2010) en Credit Suisse (2013) rekeningen van de broeders. In 2014 deed de Bank of Cyprus dat ook. In 2015 volgde de Noorse bank Nordea, en hielden Piraeus Bank, Russian Commercial Bank en Butterfield Bank (Bermuda) de broeders buiten de deur, blijkt uit stukken die NRC heeft.

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Smith's Friends op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.