Niet-invasieve prenatale test

NIPT (niet-invasieve prenatale test) is een niet-invasieve prenatale diagnostiek bij het onderzoek naar chromosoomafwijkingen.

Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

NIPT is een test naar de aanwezigheid van het downsyndroom, het edwardssyndroom en het patausyndroom bij de foetus. Het onderzoek wordt uitgevoerd op het bloed van de moeder bij het moment dat het reeds DNA bevat van het kind, meestal vanaf de tiende week van de zwangerschap.[1]

De uitslag van de NIPT kan afwijkend of niet-afwijkend zijn. Bij een afwijkende uitslag kan het voorkomen dat het kind toch geen down-, edwards- of patausyndroom heeft. Dit komt omdat met NIPT gekeken wordt naar het erfelijk materiaal (DNA) van de moederkoek. Soms is dit DNA anders dan van het kind. Ter bevestiging van de NIPT uitslag kan daarom bij een afwijkende uitslag, om zekerheid te krijgen, een vlokkentest of vruchtwaterpunctie worden uitgevoerd.[2] Bovendien kent de test veel minder foutpositieve en foutnegatieve uitslagen in vergelijking met de combinatietest.[3]

België

Sinds 1 juli 2017 wordt de NIPT test in België grotendeels terugbetaald (vergoed) indien de patient aangesloten is bij een Belgisch ziekenfonds.[4] Het remgeld bedraagt 8,68€ met ziekenfondsverzekering en 260€ als de patient niet verzekerd is.[5]

Nederland

In Nederland startte in maart 2016 een testonderzoek via het OLVG (Amsterdam).[6] Vanaf 1 april 2017 kan iedere zwangere vrouw bij acht universitaire medische centra terecht om de NIPT-test te laten uitvoeren. De test heeft een betrouwbaarheid van 96% voor detectie van downsyndroom. Voor de test wordt een eigen bijdrage gevraagd van 175 euro. De centra krijgen 26 miljoen euro subsidie voor het uitvoeren van de test.[7][8]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.