Nederlandsche Seintoestellen Fabriek

De Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF) in Hilversum was tot 1960 de grootste radio- en zenderfabriek van Nederland. Tevens vond vanuit dit bedrijf op 21 juli 1923 de eerste reguliere Hilversumse radio-uitzending plaats gepresenteerd door Willem Vogt[1], wat leidde tot de oprichting van de publieke omroepverenigingen en hun vestiging in Hilversum.

Groepsportret voor het paviljoen van de Nederlandsche Seintoestellenfabriek op de Jaarbeurs in Bandoeng in de jaren twintig

Oprichting

De onderneming werd in Amsterdam opgericht op 27 februari 1918 en vestigde zich aan de Groest 106-108 in Hilversum als een joint venture van Marconi U.K. (40%), Philips (40%) en Radio Holland (20%). In eerste instantie produceerde de NSF professionele radiozenders voor de Nederlandse Marine, Luchtmacht en overzeese gebiedsdelen. In maart 1919 breidde de onderneming uit met een montageafdeling in het voormalige tentoonstellingsgebouw 'Trianon' aan de Naarderstraat 8, waar langdurig een bioscoop gehuisvest is geweest. Sinds 2017 is het een foodhal annex bierbrouwerij. In mei 1920 werd het perceel Groest 76 gehuurd, waarin de exploitatieafdeling werd gevestigd. Aan de Jan van der Heijdenstraat werd terrein gekocht. Op 8 oktober 1920 werd begonnen met de bouw van het eerste gedeelte van het fabriekscomplex, dat in dertig jaar tijd uit zou groeien van 1300 m² in 1919 tot 41.000 m² vloeroppervlak in 1948. De fabriek werd nieuw en geheel vrijstaand gevestigd op de hei aan de oostzijde van Hilversum. De hele onderneming verhuisde hier op 1 juli 1921 naartoe.

Later produceerde de onderneming ook zenders en ontvangers voor de koopvaardij en radiotoestellen voor het publiek, en verrichtte daarnaast assemblage van Marconi-zenders en Philips-radiotoestellen voor consumenten. Vanwege de Eerste Wereldoorlog was de levering van zenders uit Engeland onregelmatig geworden, wat een extra aanzet voor de oprichting van de fabriek was. In het nabijgelegen Huizen richtte het bedrijf al snel een proefstation met twee grote en unieke draaibare houten torenantennes op, bekend onder de naam PHOHI. Daarvan is een schaalmodel als monument opgericht op een rotonde in Huizen. Vlak achter de fabriek in Hilversum werd ook een forse zendmast gebouwd.

Vanaf 21 juli 1923 werden er tevens proefuitzendingen voor enkele omroepen verricht. De fabriek verhuurde ook studioruimte aan diverse omroepen en verzorgde de technische aspecten van de radio-uitzendingen in Nederland en later naar Nederlands-Indië. In 1925 nam Philips de aandelen in de NSF over. In deze periode groeide het bedrijf fors: van 250 werknemers in 1920 tot circa 1000 in 1928-'29. De fabriek had last van de economische inzinking van 1929 en ging onder meer fietsen en Meccano-achtige bouwdozen produceren. Later in de jaren 1930 leefde de Nederlandse economie weer op en groeide de onderneming weer, ook omdat de vraag naar radio's en zenders steeg. Vlak voor de Duitse bezetting telde de NSF 1100 arbeid(st)ers.

Oorlog

De zendmast bij de fabriek werd bij het begin van de Duitse inval (10-14 mei 1940) opgeblazen en kwam daarbij op een nabijgelegen huis terecht. De Duitsers namen snel de fabriek over, die daarna vooral voor hen ging werken.

De werknemers van de NSF hadden een leidende rol bij het uitbreken van de Februaristaking in Hilversum in 1941. Tijdens de oorlog werd het bedrijf door de Duitse bezetters verplicht om oorlogsproducten te maken, als gevolg waarvan er binnen het bedrijf sabotage- en andere verzetsplannen werden gemaakt en uitgevoerd.

Dat leidde in 1941 tot een inval van de Duitsers, waarbij zij diverse mensen gevangennamen en er één doodden toen hij trachtte te vluchten. Dit was René Paul Wirix (1902-1941); naar hem is een straat vernoemd in Hilversum-Noord. De verzetsgroep bouwde onder meer zenders en radio's in koffers voor de Nederlandse agenten die vanuit Engeland gezonden werden - bekend uit het boek en de film Soldaat van Oranje. Zoals bij zoveel verzetswerk in Nederland was ook hier de zaak verraden (het zogenaamde 'Englandspiel').

Tijdens de bezettingsjaren (in ieder geval vanaf september 1943) had de NSF ook een kleine afdeling in het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort. Hier werkten in de speciale 'Barak V' gevangenen aan de vervaardiging van kleine onderdelen in ruil voor een klein extra rantsoen. Radiokastjes werden geassembleerd en verzendklaar gemaakt. De gevangenen die in dit 'Kommando' werkzaam waren konden worden herkend aan een stoffen NSF-embleem dat op het kampjasje gedragen werd. Mede vanwege de kleinschaligheid is er nooit veel over deze bijzondere afdeling bekend geworden. Na de capitulatie van Duitsland werd het NSF terrein gebruikt als verzamelpunt voor opgebrachte NSB'ers door de Binnenlandse Strijdkrachten.

Overname door Philips

Na de oorlog nam Philips de fabriek over en werd de zenderfabriek omgebouwd tot een telecommunicatiefabriek. Dit komt ook tot uiting in de naamswijziging - vooral ook met het oog op de buitenlandse markt - in 1947 in Philips Telecommunicatie Industrie (PTI). Er werd nog wel zendmateriaal gemaakt, klanten voor zenders waren er in de hele wereld, zoals Indonesië, Spanje en het Vaticaan. Daarnaast werd in de vestiging Huizen radarapparatuur en militaire communicatieapparatuur ontwikkeld. De belangrijkste groei zat in de telefonieproducten. Zo werd de lijntelefonie-afdeling vanuit Eindhoven overgeplaatst naar Hilversum. Er kwam een eigen laboratorium voor onderzoek naar automatische telefonie. Bij het 30jarig bestaan, begin 1948, telde de PTI circa 3000 werknemers, naast enkele honderden in het filiaal te Den Haag, begin 1952 waren er al ruim 5000 werknemers. Producten waren openbare en huis- en bedrijfscentrales (UR- en UV-systemen) en telexcentrales (DS-714). De eerste computergestuurde openbare centrale was de PRX-A, met een schakelnetwerk bestaande uit het reed-contact. Deze centrale werd een groot succes. Voor bedrijfstelefonie werden op basis van de PRX-techniek de EBX800-, en EBX8000-centrales ontwikkeld.

Radio Vaticana

Vanwege het katholieke Heilig Jaar 1950 boden de Nederlandse katholieken de paus een nieuwe radiozender aan voor Radio Vaticana. Het geld werd in een actie onder leiding van de journalist en schrijver mr. Jan Derks (die een band met de radio had door zijn werk voor de KRO) bijeengebracht en de 100 kW kortegolfzender werd enkele jaren later geïnstalleerd 18 kilometer benoorden Rome in Santa Maria di Galeria onder leiding van ingenieur Bart Graaff. De zender was in 1957 operationeel. De zender was in Nederland behoorlijk te ontvangen.

Neergang

In de jaren 70 ging het bergafwaarts met de fabriek, die intussen ook een grote nevenvestiging in Huizen had gekregen. De laboratoria ontwikkelden steeds meer complexe apparatuur. De onderzoeks- en ontwikkelingskosten werden echter steeds hoger waardoor Philips in 1983 een joint venture met AT&T aanging voor het ontwikkelen van volledig digitale centrales voor het openbare net en transmissieapparatuur, wat later de naam Lucent Technologies kreeg. De grote digitale telefooncentrale '5ESS' van AT&T werd de basis voor verdere ontwikkelingen.

Huis- en bedrijfstelefonie bleven in handen van Philips. In 2006 ging Philips voor dit onderdeel een joint venture aan met NEC. In 2010 heeft NEC het bedrijfsonderdeel volledig overgenomen.

De afbouw van PTI was mede het gevolg dat Philips zich wilde concentreren op kernactiviteiten; openbare telefonie, transmissie en grote zenders vielen daar niet onder.

De oude bakstenen fabriek in Hilversum met zijn karakteristieke schoorsteen werd afgebroken, en in de plaats ervan kwam een winkelcentrum met woningen. De fabriek in Huizen is in 2011 afgebroken.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.