Musculus occipitofrontalis
De musculus occipitofrontalis[2] of fronsspier is een spier die boven op de schedel ligt.[3] De musculus occipitofrontalis bestaat uit twee delen,[2] namelijk de venter frontalis en de venter occiptalis. De venter frontalis zit vast aan de huid van de wenkbrauwen en van de neusrug[4] en is onderdeel van een gezamenlijk spiervlechtwerk met de musculi procerus, corrugator supercilii, depressor supercilii et orbicularis oculi.[3] De aanhechting van de venter frontalis is de galea aponeurotica,[3] een stevige bindweefsellaag op het midden van het schedeldak.[4] De venter occipitalis kent zijn oorsprong bij de linea nuchalis suprema op het achterhoofdsbeen.[3] De twee delen van de spier trekken de schedel respectievelijk naar voren en naar achteren en bewegen zo de hoofdhuid.[3] Als alleen de venter frontalis wordt aangespannen ontstaan er dwarse plooien in de huid van het voorhoofd, het zogenaamde fronsen.[4] Deze spier wordt overeenkomstig ook de fronsspier[1] genoemd. De musculus occipitofrontalis wordt geïnnerveerd door de nervus facialis.[3]
Literatuurverwijzingen
|
fronsspier[1]
| ||||
Musculus occipitofrontalis | ||||
Spier | ||||
Indeling | ||||
Functie | trekt wenkbrauwen op, fronst voorhoofd | |||
Gegevens | ||||
Zenuw | nervus facialis | |||
Naslagwerken | ||||
Gray's Anatomy | 105,378 | |||
Dorlands/Elsevier | m_22/12549942 | |||
|