Musculus gracilis

De musculus gracilis[2] of slanke spier[1] is een spier in het bovenbeen. Hij is een van de "adductoren van het bovenbeen"; hij trekt, als de overige "’adductoren", de benen naar elkaar toe, verder draait de musculus gracilis het been naar binnen (endorotatie) en draagt de musculus gracilis bij aan de buiging van de heup en de knie.

slanke spier[1]
Musculus gracilis
Spier
musculus gracilis en omliggende spieren
musculus gracilis midden rechts.
Indeling
Functieadduceert de heup; flexie en endorotatie van heup; adductie en flexie in de knie.
Gegevens
Origoramus (inferior) ossis pubis.
Insertiemediale kant tibia, pes anserinus
Slagaderarteria femoralis circumflexa medialis
Zenuwramus anterior nervi obturatorii interni
Antagonistmusculi glutaei, musculus obturatorius, musculi gemelli, musculus piriformis, musculus quadratus femoris.
Naslagwerken
Gray's Anatomy128,471
Dorlands/Elsevierm_22/12549236
Portaal    Biologie

Beschrijving

De musculus gracilis is de spier die aan de binnenzijde (de "mediale" zijde) van het dijbeen het meest aan de oppervlakte ligt. Aan de bovenzijde is hij plat en breed; aan de onderzijde loopt hij taps toe. De oorsprong (origo) is een dunne peesplaat vanaf de voorkant van de onderste rand van de symfyse en de onderste boog van het schaambeen (ramus inferior ossis pubis). De spiervezels lopen verticaal naar beneden, en eindigen in een ronde pees, die achter de condylus medialis femoris (de binnenste knobbel van het dijbeen achter de knie) langs loopt en dan naar de condylus medialis tibiae, de bobbel op het scheenbeen ter plaatse van de knie, waar hij weer platter wordt, en aanhecht aan het mediale oppervlak (dus de binnenzijde) van de tibia, het scheenbeen, beneden de condyl. Hierdoor is de spier ook een adductor van het (onder)been. Bij zijn aanhechting bevindt de pees zich onmiddellijk boven de pezen van de musculus semitendineus (een van de hamstrings en zijn bovenrand wordt overlapt door de pees van de musculus sartorius met wie hij uiteindelijk de pes anserinus vormt. De pes anserinus wordt van het ligamentum collaterale mediale gescheiden door een slijmbeurs. Enkele vezels van het onderste gedeelte van de pees zetten zich voort in de diepe fascie (bindweefsel) van het been.

Functie

De spier adduceert (trekt naar het midden, in dit geval naar het andere been) en buigt de heup naar boven, en helpt ook bij het buigen van de knie.[3]

Aangrenzende structuren

Aan de mediale (oppervlakkige) zijde wordt de spier overdekt door de fascia lata en aan de onderzijde met de musculus sartorius , de nervus saphenus; de vena saphena magna kruist hem oppervlakkig van de fascia lata. Zijn laterale; diep gelegen zijde grenst aan de musculus adductor longus, brevis, en magnus, en aan het ligamentum collaterale mediale, waarvan de pees gescheiden is door een slijmbeurs. [4]

Literatuur

  • Sobotta Becher; Atlas der Anatomie des Menschen, deel I, Urban & Schwarzenberg, 1972
  • Grant’s method of Anatomy; 8th ed; Williams & Wilkins; Baltimore 1971
  • Hafferl, Lehrbuch der topographischen Anatomie; Springer 1969
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.